donderdag 28 december 2006

Kader Abdolah - Het huis van de moskee



Wat een prachtboek is Het huis van de moskee van Kader Abdolah. Bij deze beveel ik het een ieder aan!

Het boek beschrijft een 'familie' die in het huis bij een moskee woont, ergens in Iran. Het boek start in de tijd van de Shah en eindigt in het 'nu'. In een stijl die typisch is voor Abdolah, sprookjesachtig alsof het gaat om de onschuldige vertelsels van Sherazade, schetst hij het leven en de veranderingen daarin in de Iraanse maatschappij van de afgelopen 40 jaar.

De kraai die de trouwe vriend is, de vissen in de vijver, de blinde knecht die zijn tijd voornamelijk besteed aan het maken van aardewerken potten, de beschrijvingen van de tapijten die de hoofdpersonen Aga Djan en zijn vrouw Fagri Sadat ontwerpen, de gehandicapte zoon die 'Hagedis' wordt genoemd dragen allemaal bij aan deze sfeer.

Een prachtig plaatje van een boom voorin het boek (de boom van de binnentuin van het huis) laat je de verschillende leden van deze familie zien. In het begin heb je dit plaatje wel nodig om de personen uit elkaar te halen, maar ze worden ze allen zo levendig beschreven dat ik deze 'stamboom' al snel niet meer nodig had om de figuren uit elkaar te houden.

Allereerst is er Aga Djan, aan het begin van het boek de meest invloedrijke man van de stad. Hij is immers hoofd van het huis van de moskee en ook nog hoofd van de bazaar. Hij heeft het geestelijke en economische leven van de stad dus in zijn hand. Zijn macht brokkelt echter af als de ayatollahs aan de macht komen. Die zijn van een andere Islam en daarmee wordt Aga Djan eerst een wat invloedloze figuur en later balanceert hij zelfs op het randje van een 'persona non grata' status.

In de loop van het boek heeft de de belangrijkste moskee in de stad diverse imams. Ten eerste is er Alsaberi, een oude man die zijn tijd voornamelijk doorbrengt met lezen. Daarna komt er Ahmad, die mooi kan praten maar door de ayatollahs in de val wordt gelokt. Dan krijgt de moskee Galgal, een knappe spreker, maar een zeer gevaarlijk en machtsbelust mannetje.

Gelukkig besteedt Abdolah minstens even veel aandacht aan de vrouwen van het huis. Zo worden de dienstbodes, de 'grootmoeders' Golbanoe en Golebeh uitgebreid beschreven. Zij zijn als jonge meisjes komen dienen in het huis en vertrekken er pas als zij oud en grijs zijn, om op bedevaart naar Mekka te gaan. Een reis waarop ze zich al veertig jaar in alle stilte hebben voorbereid!

Ook Zinat, de vrouw van Alsaberi, die zich eigenlijk meesteres over het huis voelt, maar die positie met lede ogen moet overlaten aan Fagri Sadat, de vrouw van Aga Djan, wordt in kleurrijke teksten neergezet. Haar tijd zal nog komen, en inderdaad: die komt. En hoe! Ze ontwikkelt zich tot een vrouw, die door iedereen gevreesd wordt.

Het was puur genieten. Ik had het boek geleend, maar heb direct voor mezelf nog een exemplaar aangeschaft.

woensdag 13 december 2006

Nick Hornby - High fidelity



Van mijn MTBR pakte ik High Fidelity van Nick Hornby uit 1995. Het stond al jaren op de plank, ooit meegenomen van een boekgrrlsmeeting dacht ik. Toen ik het opensloeg bleek het een boekcrossingboek te zijn. Oeps. Nou ja, beter laat dan nooit heb ik het dus snel geregistreerd en gelezen.

Het verhaal
Rob is 35 en de eigenaar van een miezerige tweedehands platenzaak. Hij werkt daar met zijn al even miezerige collega's Barry en Dick. Als het boek start heeft zijn vriendin Laura Rob net verlaten. De rest van het boek staat in het teken van Laura en zijn eerdere vriendinnen. Zeg maar de mannelijke equivalent van Bridget Jones, ladlit dus als tegenhanger van de chicklit. Alleen is Bridget voornamelijk bezig met het huwelijkse aspect van een relatie en Rob met het zich niet-gebonden willen voelen. Stereotyp, toch?

Al met al best een aardig boek. Het begon m.i. behoorlijk sterk, maar zakt langzamerhand erg in. Het einde is overigens wel weer ok.

Enkele citaten:
Rob maakt met enige regelmaat lijstjes van allerlei zaken (de top vijf films aller tijden, de top vijf dansplaten, de top meest pijnlijke 'breakups'. In dit laatste lijstje (de eerste pagina van het boek trouwens!) komt Laura niet voor:
"I reckon you'd sneak into the top ten, but there's no place for you in the top five; those places are reserved for the kind of humiliations and heartbreaks that you're just not capable of delivering."

"You can see this everywhere you go: young middle-class people whose lives are beginning to disappoint them, making too much noise in restaurants and clubs and wine bars. 'Look at me! I'm not as boring as you think I am! I know how to have fun!'"

Met zijn moeder heeft Rob, natuurlijk, een moeilijke relatie:
"It would have been better for both of us if I had moved to Australia when I was fifteen, phoned home once a week and reported a sequence of fictitious major thiumphs. Most fifteen-year-olds would find it tough, living on their own (...), but nog mee. It would have been a piece of piss compared to listening to this stuff week after week."

Rob is ziek van jaloezie als Laura een nieuwe vriend heeft en vraagt zich vooral af hoe goed deze Ian in bed is:
"knowing that a successor is better in bed is impossible to take"

Maar ook Rob laat zich niet lang onbetuigd op het vrouwengebied:
"I get up to go to the loo, she says she'll show me, we bump into each other, I grab, we kiss, and I'm back in the land of sexual neurosis."

"I've arrived during the part where wine tasting becomes wine drinking and, though every now and agin I spot someone swilling the wine around in their mouth and talking bollocks, mostly the're just pouring the stuff down their necks as fast as they can."

Zo'n typische Mars en Venus-achtige conversatie:
Hij: 'What do you want me to do about it?'
Zij: 'I don't want you to do anything about it. I just want you to see that I'm not entirely defined by my relationship with you (...)'
Hij: 'Why couldn't you have just come out with it in the first place? How am I supposed to guess? What's the big secret?'

"But the Dusty Springfield look of love? Forget it. As mythical as the exotic underwear."

"I have been thinking with my guts since I was fourteen years old, and frankly speaking, between you and me, I have come to the conclusion that my guts have shit for brains."

Het boek is trouwens ook verfilmd. Leuke film!

dinsdag 28 november 2006

Ignacio Marínez de Pisón - De tijd van de vrouwen



Wat een prachtig boek heb ik gelezen: De tijd van de vrouwen van de Spaanse schrijver Ignacio Martínez de Pisón.

Het boek beschrijft een jaar of vijf uit het leven van drie zussen: María, Carlota en Paloma, ook wel de slimmerd, de lieverd en de mooierd. Althans, zo noemen ze elkaar. En deze namen versterken weer hun gedrag: María wordt steeds slimmer, Carlota liever en Paloma mooier.

Het boek begint als hun vader in het bed van een hoer overlijdt en zij blijven achter met hun moeder. María is dan een jaar of 18, Carlota ongeveer 16 en Paloma ongeveer 14. Ze wonen in een prachtig oud huis, Villa Casilda, midden tussen de flatgebouwen van de niet verder genoemde Spaanse stad. Het is begin jaren '80.

Elk ontdekt op haar eigen manier de liefde en zoals dat gaat met eerste liefdes zijn die stuk voor stuk ongelukkig. Nou zijn dat ook nog eens geen doorsnee-verhoudingen. María krijgt een relatie met de beste vriend van haar vader, Carlota met een falangist en Paloma met, ja, met wie niet?

De moeder kan het overlijden van haar man (de omstandigheden waaronder hij overleed worden door de dochters uiterst geheim gehouden) niet goed aan en grijpt naar de fles.

María, de oudste dochter, neemt het heft in handen en probeert het gezin draaiende te houden. Dat valt niet mee, want Carlota is te druk met haar obsessies: eerst het katholieke geloof, daarna de lichamelijke liefde, dan het echtgenotenbestaan en het moederschap (mind you, ze is dan 16!), een nieuwe echtgenoot voor haar moeder, en tot slot het socialisme. En Paloma is eigenlijk alleen maar bezig met het ontdekken van hoe ver ze kan gaan in de seksspelletjes die ze met Jan en alleman speelt.

En dan blijkt dat de moeder om financieel het hoofd boven water te kunnen houden na het overlijden van haar man, een hypotheek heeft genomen op het huis, maar nooit premie heeft betaald. Dit betekent dat ze datgene dat hen nog bindt, het huis, zullen gaan verliezen. Pas dan lukt het ze om weer een gezin te vormen dat elkaar steunt in plaats van bekritiseert en afvalt.

In een prachtige, meeslepende, bloemrijke, maar niet overtrokken stijl beschrijft Martínez de Pisón de levens van de zussen. Om en om wordt een van de zussen aan het woord gelaten, en komen naast het op dat moment 'hier en nu' allerlei familieanekdotes langs, vanuit de drie totaal verschillende perspectieven verteld. En zo past aan het eind van de roman alles als een puzzel in elkaar. De moeder blijft een wat kleurloze figuur. Dat stoort niet zo, trouwens, zij is en blijft in het leven van haar dochters immers maar een bijfiguur. En zoals altijd in Spaanse romans die zich in de jaren '80 afspelen komt de couppoging van feb. '82 uitgebreid aan bod. Hoe verschillend iedereen dat toch elke keer weer heeft beleefd. Het is net alsof je in Nederland zou vragen: 'wat deed je op de dag dat Theo van Gogh werd vermoord?'.

Af en toe vond ik de seksspelletjes van met name Paloma, de jongste van het stel nota bene, wel ongeloofwaardig, ze is immers pas een jaar of 14 aan het begin van het boek en 19 als het boek eindigt. Maar op de een of andere manier past het wel bij haar karakter, en bij de wurgende onzekerheid die meiden in hun pubertijd in haar greep houdt, dus ach...

Verder is het interessant om nog even de namen van enkele figuren de revue te laten passeren:
- María, de oudste dochter, door de zussen getypeerd als 'de eeuwige maagd', zo verstandig als die wel niet is.
- Paloma, de jongste dochter, fladdert rond. Paloma betekent duif, dat lijkt me wel van belang.
- Oom Dolfijn, met hem erbij heeft iedereen het naar zijn zin (en soms iets teveel...) dol fijn, zeg maar :-)

Een paar ezelsoortjes:
'Welke fase? vroeg ik. Dat je elke dag naar de mis gaat, zei mama, en non wilt worden. Maar ik wil geen non worden, antowoordde ik, en ik zag dat zij een blik van oplichting uitwisselden. Geukkig maar ... zuchtte papa. Nee, zei ik, ik wil priester worden.'
-------------------------------------------------
'Zo stom vind ik mijn leven nu: in plaats van liefde zou medelijden voor mijn kunnen volstaan'
-------------------------------------------------
'Hoe kun je vechten zonder jezelf pijn te doen tegen iets wat in je zit?'
-------------------------------------------------
'Het merkwaardige is dat ik me nu, zoveel jaren later, nog heel goed het overhemd kan herinneren, dat hij die zondag aanhad (...). Ik weet zeker dat ik als ik dat overhemd weer zou zien, het direct zou herkennen en zou uitroepen, dat is het hemd dat oom Dolfijn aanhad toen ik in mijn vinger sneed!'
-------------------------------------------------
'We lagen op bed, allebei aangekleed, en Ramón streelde mijn haar zoals je de rug van een ziek dier streelt.'
-------------------------------------------------
'Antonia hield van boeken, en die liefde was zo intens, dat degenen om haar heen daardoor werden aangestoken. Ik bijvoorbeeld. Ik hield altijd al van lezen, maar door haar ontdekte ik dat plezier in lezen heel iets anders iis dan liefde voor literatuur.'
-------------------------------------------------
'Misschien denken we allemaal wel dat wij zelf rare snuiters zijn en de anderen normaal.'

Vertaald door Dorothea ter Horst
Uitgeverij Signature, Utrecht (2006)
Oorspronkelijke titel: El tiempo de las mujeres (2003)

zondag 26 november 2006

Ismail Kadare - Leven, spel en dood van Florian Mazrek



Dit was mijn eersteling van Kadare. Bij mij riep het eenzelfde donkere wolk, gevoel van naderend onheil en eenzelfde angst voor de machthebbers en machtsmisbruik door diezelfde machtshebbers, die dan weer bang zijn voor de nog grotere bazen als The unbearable lightness of being. En ook in de manier waarop ´fouterikken´ het vertrouwen winnen en dat dan afstraffen. Komt ook in beide verhalen voor.

De scene van de minister op bezoek bij de Leider is daarvan een voorbeeld, maar ook die van de minister bij de vorige minister. En die van de Operativ als hij zaken verklapt die hij niet mocht verklappen. Of mocht hij dat toch wel? Want door Vjollca die rapporten van het hoertje te laten lezen, hoopt hij natuurlijk dat zij Florian eerder zal verraden. Eerst haar vertrouwen winnen zodat zij hem zaken vertelt die ze liever geheim had willen houden. Ook ik vond de 'verhouding' tussen de Operativ en Vjollca eigenlijk het interessantst. Want nergens is duidelijk wie nou de bovenhand heeft: is het Vjollca, met de belofte van seks of is het de Operativ met de belofte van informatie? Zoals het geschreven is, lijkt Vjollca zeer overtuigd van haar superieure positie, maar ikzelf heb daar zo mijn twijfels over!

Zo denkt Vjollca ook over Florian: door hem te verraden zal ze hem redden! 'Moest ze lijdelijk toezien hoe hij vertrok om weg te rotten op de bodem van de zee, met zijn gezicht aangevreden door krabben en vissen? Of moest ze besluiten hem aan te geven bij de autoriteiten, die hem voor jaren in de gevangenis zouden laten verdwijnen?
Uiteraard zou ze hebben gekozen voor het laatste: de gevangenis. (..) Als het meezat, was hij na vier jaar weer een vrij man.'

Wb het intermezzo: ik vermoed dat Kadare hier duidelijk heeft willen maken dat zelfs de meest geaccepteerde verhalen best wel ongegrond kunnen zijn. Dat lees ik trouwens ook terug: 'Zo werd Buthrotum dus door Vergilius beschreven, soms als een visioen, soms als Troje, gezien in een spiegel of in een droom.' En dat het 'in werkelijkheid' heel anders is gegaan: 'Ik ben nooit voor Achilles teruggeweken en zeker heb ik niet driemaal, voor hem vluchtend, rond de muren van Troje gerend.' Zo heeft Florian ook geen weerstand geboden aan de commandant!

En dat de wat rare manier waarop Kadare de liefdesgeschiedenis tussen Florian en Vjollca beschrijft wel wat wegheeft van een oude tragedie: gevoelens worden enorm uitvergroot, het zuchten, het smachten, het wachten. In die zin zou het een rol kunnen spelen?

Of zou dit het toneelstuk kunnen zijn wat door Florian met zoveel instemming van de commandant wordt ingestudeerd dat hij Florian 'inhuurt' voor zijn lugubere klusje? Florian is immers Hektor en moet dus rondgesjouwd worden en zijn lijk getoond aan het volk!


V

E

R

K

L

A

P

P

E

R

Over de moordenaar van Florian: natuurlijk is het de commandant: Florian reageert namelijk niet alleen verheugd op de aanspreektitel 'artiest' maar de wonden zijn precies gelijk aan diegenen die tijdens de maskerade waren aangebracht.

Al met al vond ik het een goed boek.

maandag 20 november 2006

Audrey Niffenegger - De vrouw van de tijdreiziger



Ik las De vrouw van de tijdreiziger van Audrey Niffenegger (helaas in de Nederlandse vertaling van Jeannet Dekker, hoewel die zeker niet slecht is) en smulde en smulde en nam uiteindelijk met een traan in mijn ogen afscheid. Wat een prachtig uitgewerkt liefdesverhaal!

Liefde, dwars tegen de wetten van de tijd in. Want het gaat hier om de liefde tussen een 'gewone' vrouw en een zeer bijzondere man: hij kan namelijk tijdreizen. En blijft zij telkens achter, wachtend tot hij weer naar haar tijd terugkeert. Vrezend dat hij in een ander tijdsgewricht gewond of zelfs gedood wordt.

Hoe voelt dat, tijdreizen:
'Soms heb je het gevoel dat je te snel bent opgestaan, ook al heb je half liggen slapen in je bed. Je hoort het bloed suizen in je hoofd, je bent duizelig en je hebt het gevoel dat je elk moment om kunt vallen. Je handen en voeten tintelen en zijn er dan helemaal niet meer. Je bent weer op een andere plaats dan je dacht. Het duurt maar heel even, je hebt net genoeg tijd om je vast te houden, om met je armen te zwaaien (waarbij je mogelijk jezelf of waardevolle bezittingen beschadigt) en dan glijd je op donderdag 6 augustus 1981 om zestien minuten over vier 's nachts over het mosgroene tapijt in de gang van Motel 6 in Athens, Ohio, en stoot je je hoofd tegen de deur van iemands kamer, waarop deze persoon, ene mevrouw Tina Schulman uit Philadelphia, de deur opent en begint te schreeuwen omdat er een naakte, bewusteloze man met schaafwonden aan haar voeten ligt. Je komt met een hersenschudding bij in het regionale ziekenhuis, met voor de deur van je kamer een agent die naar een krakende transistorradio zit te luisteren die verslag doet van de wedstrijd van de Phillies. Gelukkig zak je weer weg in bewusteloosheid en word je een paar uur later wakker in je eigen bed, terwijl je vrouw zich met een bezorgd gezicht over je heen buigt.'

Gelukkig gaat het niet altijd zo en blijft Henry meer dan eens langere tijd op één en dezelfde plek. Vaker reist hij naar het verleden, dan naar de toekomst, vaker naar een verleden dat met hem verbonden is dan naar zomaar een verleden:
'Tot nu toe is mijn bereik vijftig jaar, in beide richtingen. Maar ik ga zelden naar de toekomst, en ik heb daar denk ik niet veel dingen gezien die me van pas zouden kunnen komen. Het is altijd heel kort. En misschien weet ik gewoon niet waarnaar ik op zoek ben. Het verleden oefent meer aantrekkingskracht op me uit. In het verleden voel ik me massiever. Misschien heeft de toekomst minder inhoud?'

Maar toch merk je hier en daar dat Henry 'voorkennis' heeft. Zo vindt op 11 september 2001 het volgende gesprekje plaats:
'Ik word om zeventien minuten voor zeven wakker. Henry ligt niet in bed. (...)
"Waarom ben jij zo vroeg op?" vraag ik aan hem. "Ik dacht dat het pas over een paar uur gaat gebeuren." '

De arts van Henry, dokter Kendrick, heeft het gen heeft gelocaliseerd dat Henry doet tijdreizen. Hij heeft dat gen in een muis gebracht en demonstreert dat de muizen kunnen tijdreizen:
"Hoe lang zijn ze doorgaans weg? En waar gaan ze heen?"
(...) "Ongeveer een minuut of tien" (...) "Ze gaan naar het dierenlab in het souterrain, war ze zijn geboren. Ze lijken niet meer dan een paar minuten ver te kunnen gaan, zowel naar het verlden als naar de toekomst."
(...)"Als ze ouder zijn, kunnen ze verder gaan."
"Ja, tot nu toe is dat het geval geweest."

zondag 5 november 2006

Chandler Burr - The emperor of scent



Deze week las ik The Emperor of Scent, van Chandler Burr. Briljant boek!

Het boek draait om de zoektocht naar de biofysische werking van het reukzintuig. Razend interessante en originele ideeën en experimentele opzetten om je vingers bij af te likken. Telkens kom je een klein stukje meer te weten van de puzzel die geurherkenning is. Dit klinkt allemaal heel wetenschappelijk en moeilijk, maar nee!

Het wordt namelijk beschreven als ware het een whodunnit: heerlijk! De wetenschappelijke wereld is net het gewone leven met zijn vriendschappen en steun versus afgunst en ellebogenwerk. Een boek dat ook voor niet-biologen een absolute aanrader is. In juli van dit jaar schreef een boekgrrl me over het boek:
"Ik geloof dat ik nooit zO snel een boek heb gelezen als dit non-fictie verhaal van een nieuwe theorie over hoe we dingen ruiken. Het is een soort biologische thriller (huh?). Het verhaal van een gedreven man met afwijkende ideeën over hoe mensen geuren identificeren. Een wereld van concurerende biologen en jaloerse (en bange) collega's. Maar ook van het grote geld van de wereld van de perfumerie. Ik kan mijn vinger niet op het _waarom_ leggen van dit boek. WaarOm is het zo fascinerend? Waarom wordt de lezer zo meegezogen? Er is iets met de schrijfstyle - het leest als een soort journalistische roman. Of als een geromantiseerde stuk journalisme? Maar het blijft een boek vol feiten.
En hoe hij erin slaagt om geuren te vertalen naar woorden... puur poezie is het soms!
Een bijzonder boek, en zeker een aanbeveling voor iedereen die ooit van Parfum van Süskind heeft genoten."

Opmerkelijk is dat als je de theorie uit het boek van Chandler Burr zet naast dat van Patrick Süskind, dat het tweede simpelweg niet mogelijk blijkt te zijn: biologisch onmogelijk. Maar ja, dat is voor een fictieverhaal natuurlijk nooit een probleem.

Ook ik maakte weer een aantal ezelsoortjes:
Een vriend reageert telkens als Turin weer een briljante inval heeft met 'ja, maar' en geeft daarvoor als verklaring:
'"As a good scientist, of course, you always try do disprove your theory. An this seemed like a good theory to disprove." So he was just helping Turin along in this regard. Sometines Turin wished he weren´t quite so helpful.´

In het boek wordt een BBC-documentaire gemaakt over het werk van Turin. Na de uitzending wordt hij op een feestje uitgenodigd, waar tot zijn verbijstering allemaal BB-ers zijn (Bekende Britten):
'He wound up standing near the wall, trying to make himself as inconspicuous as possible, until he saw Jeremy Clarkson, who'd done a BBC piece on cars that had showed Icelanders repairing their SUV's tires by exploding them back onto the rims with lighter fluid. He went up tot Clarkson and said, "I loved that section on cars and Iceland!" Dawn French turned around and said, "Yes, Jeremy, when are you going to fix my car?"'
Hier moest ik vreselijk om lachen. Ik kijk nl. elke week naar Top Gear, dat is het autoprogramma dat hier bedoeld wordt en geniet daar vreselijk van. De typische humor van het programma en de combinatie met de auto's die ze bespreken: heerlijk! Degenen die het programma kennen, vinden dit vast ook een leuk stukje.

'We have, deep inside of us, a smell algorithm (...). The algorithm is a way for the brain to plug in a contant inundation of incredibly complex information and get a result. Turin knew there was one (...) simply because that is exactly what the brain does with hearing and vision: the human brain uses, every split second, without breaking into a sweat, two breathtakingly complex algorithms. (...) Utterly brilliant mathematical precision, applied every millisecond.'

'During the Revolution, Louis XVI and Marie Antoinette were trying to escape the guillotine, dressed as ordinary citizens, and were apprehended in Varennes. "The legend" Turin says "is that they exited the carriage, acting natural, and she descended in a breathtakingly heavenly cloud of Houbigant [een superparfum uit die tijd]. That's how they caught them and cut off their heads. No ordinary citizen had that fabulous shit."'

"but what the French call luxury is actually call-girl chic".

"Most laypeople," says Luca Turin, "subscribe devoutly to this lovely little fiction that science is a perfect intellectual market". (...) We want to beleive that every idea merits attention is given it. That the good ideas are kept, the bad ones discarded (...) This isn't real. Perhaps unfortunately, perhaps not. Scientists are human. Vested interests beat out new ideas. Egos smother creativity. Personalities clash. Corruption is as common as the survival instinct.'

zondag 22 oktober 2006

Boudewijn Büch - De kleine blonde dood



Vanmorgen las ik De kleine blonde dood van Boudewijn Büch uit, uitgegeven als Grote Lijster in 1995.

Het verhaal is (grotendeels) autobiografisch. Boudewijn beschrijft zijn jeugd in een gezin waarvan de gezinsleden geterroriseerd worden door de in WOII zwaar getraumatiseerde vader. Die reageert dit op alle manieren af op zijn vrouw en kinderen. Boudewijns broers gaan hiermee om door het te negeren, Boudewijn echter lukt dat niet. En zo komt het dat zijn ouders hem in een jeugdpsychiatrische inrichting laten opsluiten, bij sadistische nonnen. Dit speelt trouwens maar een heel kleine rol in dit boek en schijnt mn in andere boeken van Büch verder uitgediept te worden.

De ouders hebben aan de lopende band ruzie en het huwelijk eindigt uiteindelijk ook in een scheiding. Boudewijn ziet zijn vader nog maar één keer daarna, als hij vertellen wil dat hij op zijn beurt vader zal worden (terwijl hij homosexueel is).

De moeder van Mickey, Mieke denkt Boudewijn te kunnen genezen van zijn homosexualiteit, als hij dit haar nou maar zou toestaan, ze hebben immers een zoon samen! Zij wordt diep teleurgesteld, raakt aan de drank en verliest elke interesse in hun zoontje. Boudewijn neemt de zorg op zich, maar met moeite want hij kan moeilijk afstand doen van zijn vrije leventje.

Later overlijdt het zoontje Mickey (vernoemd naar de grote held van zijn vader, Mick Jagger) en raakt Boudewijn, net als zijn vader voor hem, geobsedeerd door het leed dat het leven hem heeft aangedaan. Zijn vader droeg een oorlog mee, Boudewijn het feit dat hij zijn zoontje niet heeft kunnen redden.

Het gegeven van dit boekje vond ik mooi: telkens spring je van het hier en nu (10 jaar na de dood van de kleine blonde (het zoontje)) naar de periode waarin zijn zoontje nog leefde, en naar zijn eigen jeugd. De verwevenheid van de levens en de onmacht van beide vaders en zonen is treffend en ontroerend beschreven.

Maar ook heb ik me regelmatig geërgerd aan de slechte schrijfstijl, met name de dialogen zijn hemeltergend.

De kleine blonde dood werd oorspronkelijk uitgegeven in 1985 en in 1993 door Jean van de Velde verfilmd, met Anthonie Kamerling in de hoofdrol (daar heet hij overigens Valentijn).

vrijdag 20 oktober 2006

K. Schippers - Waar was je nou



Toen ik het boek gelezen had, maakt ik gelijk de samenvatting voor de boekgrrls. Daaruit heb ik hieronder een paar kleine stukjes overgenomen.

Waar gaat dit boek over? Eén van de grrls omschreef het als volgt:
"De foto van tante Gré met haar twee kinderen op het zandpad ligt recht voor me. De rand is gekarteld. Dat zie je nergens meer. Ik strijk met een vingertop over het zand, hoor het geluid van de branding, zonder pieken, strijk over de lucht, zo diep daar, steek mijn hand in de van hitte zinderende ruimte."

Hier beginnen de vreemde ervaringen die Ruud heeft als hij bezig is met het opruimen van de foto's van zijn moeder. Hij is zelf ook fotograaf, heeft de hobby van zijn moeder overgenomen. Zijn vorige vriendin, Slim, is bij hem weggegaan omdat ze vond dat hij te weinig van zijn leven maakte. Hij kon zulke kunstzinnige foto's maken, maar hij bleef maar hangen in zijn fotozaak.

Bij het begin van dit verhaal is ze weer opgedoken, en hij is er zodanig door van slag dat hij, als hij de deur uitgaat om een ontbijtje voor hen beiden te halen, zijn sleutel vergeet. Als hij terugkomt is Slim weg en kan Ruud zijn eigen huis niet meer in.

Hij gaat dan maar naar het huis van zijn moeder dat hij sinds haar dood samen met zus Trudy aan het opruimen is. Als hij bezig is met de foto's verandert de tijd. Hij is terug in de tijd van de foto.

Als hij op een van de foto's de broche met de vlinder ziet, ziet Ruud zijn kans. Die broche is voor het symbool van een mooie herinnering, maar hoe hij ook zocht, in het huis van zijn moeder heeft hij het ding niet meer aangetroffen. Als hij die mee terug neemt uit het verleden bewijst hij meteen dat hij als het ware reist in de tijd.

Hij 'duikt' in de foto's, maakt contact met twee illusionisten, en laat de broche vervalsen. Nu heeft hij er twee, eentje voor het verleden, eentje voor het heden. Maar teruggaan in het verleden biedt verleidingen: hij zou er ook kunnen blijven..

Intussen zien zijn zus, zijn vriendin en zijn werkneemster in het heden, hem steeds zonder dat ze contact met hem hebben, en ze verbazen zich: wat spookt hij toch uit? En wie is die Celia die zowel in heden als verleden opduikt?"

Toen ik de reacties van de andere grrls had samengevat merkte ik dat ik er niet heel veel meer aan toe te voegen had. Ik weet dat ik verward was over hoe Ruud terugging. Eerst als volwassene, later werd hij kennelijk ineens weer een tiener. Dat is niet logisch. Maar het dient het magische in het verhaal zeer. Want de verwarring moet ook steeds groter worden. Het hier en nu en het daar en toen zijn niet zo gescheiden en dus ook niet de hier en nu persoon van Ruud en de daar en toen. En niet alleen van Ruud maar ook van de andere personen, mits zij ooit gekiekt waren. Ik genoot en geniet nog na.

woensdag 18 oktober 2006

Allard Schröder - De hydrograaf



Ik las de afgelopen week De hydrograaf van Allard Schröder, winnaar van de Ako-literatuurprijs in 2002.

De hydrograaf vertelt het verhaal van Graaf Franz von Karsch, tevens enigszins stoffige natuurkundige, die vlak voor het uitbreken van WOI een zeereis gaat maken om meer te weten te komen over de natuurkundige principes van de golven. Al snel wordt duidelijk dat hij, zeer tegen zijn gewoonte en karakter in, nogal impulsief besloten heeft deze reis te maken.

Zijn familie heeft namelijk besloten dat hij moet gaan trouwen en de dame in kwestie is van een dusdanige saaiheid (nog saaier dan Franz zelf) dat hij het er spaans benauwd van krijgt en de benen neemt.

Aan boord verliest hij al snel elke interesse in zijn vak en is vooral nog bezig met het zich verbazen over de andere passagiers.

Eerst zijn dat er twee: een leraar, die op weg is om in Chili les te gaan geven aan het Duitse gymnasium, wat is daar toch mee aan de hand? Is die wel wie hij zegt dat hij is? Daarnaast een van oorsprong Italiaanse salpeterhandelaar, groot voorstander van een wereld gebaseerd op feiten (en die telkens denkt dat hij in Franz een medestander heeft gevonden, die is immers wetenschapper?)

Dan voegt zich een derde passagier bij het gezelschap: de Nederlandse dame Asta Maris. Zij blijft voornamelijk in haar hut en daarmee een bron van nieuwsgierigheid voor de andere passagiers. Als zij zich later meer aan dek begeeft, wordt zij een mogelijke bron van concurrentie en jaloezie tussen de heren.

Eerlijk gezegd vond ik er niet veel aan, aan dit toch alom geprezen boek. De op de blurb aangekondigde: 'Dan zorgt het toeval voor een verrassende wending' vond ik noch verrassend, noch een echte wending, maar meer een logisch gevolg. Toch las ik het boek uit, omdat ik maar bleef wachten op die wending. Ik vond het voornamelijk vreselijk saai! Saaie mensen, een voortkabbelend verhaal, voor mij geen enkele spanningsopbouw, nee, ik had het weg moeten leggen.

Les: lees de blurb niet!

woensdag 27 september 2006

Robert Hughes - Barcelona, de grote verleidster



Tijdens mijn verblijf in Barcelona, een maand geleden, had ik behoefte aan een alternatieve reisgids. Ik ben er nl. inmiddels zo vaak geweest, dan hoef je de Lonely Planet ff niet meer. Gelukkig kreeg ik voor mijn verjaardag, vlak voor het reisje, een leuk boekje over Barcelona. Uitgegeven in een reeks onder de vlag van National Geographic.

In slechts drie hoofdstukken (175 pagina's) vertelt de Australische Robert Hughes over zijn passie voor Barcelona. Die passie begon toen hij er voor het eerst kwam, 40 jaar geleden.

Een plattegrondje voorin helpt je om de zaken waar Hughes het over heeft terug te vinden, dat is dan ook de enige overeenkomst tussen een gewone reisgids en dit boekje.

Eigenlijk is het een beetje een hapsnap boekje, want Hughes springt van politieke geschiedenis naar eten naar sport naar volksaard naar architectuur naar... Maar is dat storend? Nee, helemaal niet. Want het is net of er iemand naast je zit, die superenthousiast vertelt terwijl je gezamenlijk door de stad slentert. En dan is het meestal ook niet zo'n keurig gestructureerd relaas.

Dit boekje vind ik dan ook een aanrader voor elke Barcelona-ganger, geoefend of niet!

Oorspronkelijke titel: Barcelona, the great enchantress (2004)
Nederlandse uitgave: Rainbow Pocket uit 2006
Vertaler niet vermeld

woensdag 20 september 2006

Carmen Laforet - Nada



Nada is de roman waar de Spaanse schrijfster Carmen Laforet in 1944, op 23-jarige leeftijd, mee debuteerde. Ze won er de prestigieuze literaire Nadal-prijs mee. Daarna schreef ze nog een aantal succesvolle verhalenbundels en romans. In de jaren '60 van de vorige eeuw stopte ze met schrijven en trok zich terug uit het openbare leven. Volgens haar zoon omdat de bekendheid en de steeds terugkerende vragen in interviews haar verveelden. De schrijfster overleed in 2004, en onlangs verscheen de Nederlandse vertaling van haar eersteling.

Het verhaal
'Nada' speelt zich af direct na de Spaanse burgeroorlog van 1936-1939 en beschrijft een jaar uit het leven van Andrea. Zij verhuist dan als 18-jarige naar Barcelona om te gaan studeren. Ze zal bij haar familie in gaan wonen. Maar dat blijkt een bizarre familie te zijn waarin de verschillende mensen elkaar openlijk beledigen en zelfs naar het leven staan. In de loop van het jaar wordt Andrea steeds meer leeggezogen door haar familie en wordt haar studie meer en meer op de achtergrond gedrukt. Toch probeert ze deze situatie te ontvluchten, zich eraan te onttrekken is het eigenlijk meer. Maar dat valt niet mee als je geplaagd door honger en continu op je hoede de wereld tegemoet moet treden.

Het is een bizar en beklemmend verhaal. Maar wel goed geschreven, je kunt je helemaal voorstellen hoe de aan het begin zo levenslustige Andrea totaal ten onder gaat door het leven tussen die haatdragende familieleden. En dat ze daar ook een tik van meekrijgt. Dat ze haar vrienden al net zo gaat bekijken als haar familieleden.

Het nawoord van Vargas Llosa, een Zuid-Amerikaans gevierd schrijver, verbaast me enigszins. Hij veroordeelt de manier waarop Laforet met het thema sex omgaat. Maar daarin is het Spanje van begin jaren '40 van de vorige eeuw niet te vergelijken met Zuid-Amerika. De moraal van die tijd, de veelal superstrenge bewaking van de eer van een meisje en de daarbij verkrampte manier om met lichamelijkheid om te gaan, de heimelijkheid en nieuwsgierigheid naar het verbodene is juist heel goed weergegeven!

Bovendien was het boek van Laforet natuurlijk nooit uitgegeven als zij als vrouw, halverwege de jaren '40, expliciet over sex had geschreven. Dus daar doet Vargas Llosa Laforet mi tekort.

Volgens de Spaanse Wikipedia beweren velen dat Nada autobiografisch is, maar Laforet zelf heeft dat altijd ontkend (hoewel ze wel aangaf dat er autobiografische elementen in haar werk zitten).

Aanrader? Ik weet het niet. Ik was geintrigeerd en omdat het zich in Barcelona afspeelt, een stad waar ik graag kom, kon ik veel plaatsen. Maar het verhaal is tegelijkertijd zo zwaar. Daar moet je maar net tegen kunnen. Omdat ik het zo naargeestig vond, las ik het in horten en stoten. Telkens legde ik het weg, om het een paar dagen later toch weer op te pakken. Want het intrigeert dus wel.

Oorspronkelijke titel: Nada (uitgegeven in 1944)
Vertaald uit het Spaans door Fenny Ebels
Met nawoord door Mario Vargas Llosa
Eerste druk, 2006

woensdag 30 augustus 2006

Carlos Ruiz Zafón - De schaduw van de wind



Ik vond de schaduw van de wind helemaal geweldig. Ik las het in twee of drie dagen uit. Het wat trage verloop aan het begin wordt meer dan goed gemaakt door de snelle opeenvolging van de gebeurtenissen later in het verhaal. Ik ben nog bezig mijn gedachten erover te ordenen, later deze week of volgende week zal ik mijn indrukken eens wat gestructureerder neerzetten.

zondag 20 augustus 2006

Willy Josefsson - Brandmerk



Het verhaal
In deze politieroman draait het om Martin Olsson, oud-politieman, die een tikje vereenzaamd dreigt te raken. Hij is een jaar eerder oneervol ontslagen (waarom is totaal onduidelijk). Als hij als enige de begrafenis van een andere vereenzaamde oud-collega bijwoont, gebeurt er iets bizars. Een van de kistdragers (natuurlijk dronken, hoe karikaturaal kun je het beschrijven :-) ) struikelt, de kist valt om en er rollen twee lijken uit: de collega én een ICT-magnaat. Dat die laatste geen zelfmoord heeft gepleegd, blijkt al snel. En dan wordt al snel diens grote concurrent eveneens vermoord, op een vergelijkbare manier. Wat is er aan de hand? Olsson kan het niet laten om op zoek te gaan naar de waarheid achter deze gebeurtenissen.

Het verhaal krijgt een simpel sociaal-kritisch sausje: het harde geldverdienen vs. medemenselijkheid. Tja, daar kan je elk boek wel aan ophangen.

Als een zijlijn in het verhaal nog de voor mij wat irritante ineens opbloeiende relatie met een oude vriendin, Cecilia. Tjee, wat een initiatiefloos figuur is die Olsson dan ineens zeg. Not my kind of guy, zeg maar :-)

Lekker vakantieboek, zeker ook omdat ik het plaatsje in Zuid-Zweden waar ht zich afspeelt, Ängelholm, vrij goed ken. Ik ben er zeker al zes keer geweest en herken dus de gebouwen en straten die Josefsson beschrijft. Grappig is dat toch altijd.

Tijdens het lezen stond me bij dat dit een boekgrrls recensieboek was geweest. En inderdaad, op de site las ik:
'Het blijft een beetje een vreemd boek. Er zitten twee echt spannende scènes in die rechtstreeks in een film kunnen en volgens mij zelfs van films afkomstig zijn. Maar verder zat er geen spanning in. Ik was nooit benieuwd naar wie de moorden had gepleegd. Dat zou toch wel moeten in een spannend boek. Een ander bezwaar is dat er maatschappelijke problemen ter sprake worden gebracht die ook alleen maar aangeraakt worden. Misschien zijn het er ook te veel. Als Josefsson zich gericht had op één bepaald probleem, met een enkel nevenprobleem, dan zou het boek in maatschappijkritisch opzicht wellicht sterker zijn geweest. Hij laat er Olsson het volgende over zeggen: Olsson zag opeens een beeld voor zich van twee krachten die zich buiten de democratische besluitvorming hadden geplaatst, maar die daar verschillende beweegredenen voor hadden. De ene was gebaseerd op medemenselijkheid, de andere op macht en hebzucht. Door een toeval hadden hun wegen elkaar nu gekruist. Dat was dus kennelijk de bedoeling van Josefsson. Ik ben niet overtuigd.'

En daar kan ik het alleen maar van harte mee eens zijn! Lekker leesvoer, maar dat Josefsson als de legitieme erfgenaam van Sjöwall en Wahlöö wordt gebracht, nee, dat gaat er bij mij niet in.

zaterdag 19 augustus 2006

Ken Follett - The pillars of the earth



Vanmorgen uitgelezen: The pillars of the earth van Ken Follett. Het bonnetje erin verraadt dat ik dit kocht in 2002. Het heeft dus ruim 4 jaar op mijn mount to be read gelegen. Na de verhuizing was de stapel ineens omgekeerd en dus lag het bovenop. Dit is een van de boeken waarover een van de boekgrrls buitengewoon enthousiast was, dus ik begon eraan met hoge verwachtingen.

Het boek speelt zich af in de twaalfde eeuw, in de periode waarin in het Engelse Kingsbridge een kathedraal wordt gebouwd. De roman beschrijft de levens van de Benedictijner monniken en hun jonge abt Philip, van de levens van de bouwmeester Tom en zijn familie, de onteigende gravin Aliena met haar broer en de naar macht hunkerende sadist William Hamleigh. En dit alles in het licht van de politieke chaos van rivaliserende koningen, edelen en bisschoppen.

De fantastische beschrijvingen van de kerk die gebouwd wordt redden voor mij het verhaal, want ik werd eerlijk gezegd de steeds terugkerende aanvallen van William, het gekonkel van bisschop Waleran en de natuurlijk steeds ingenieuzere tegenzetten van Aliena en Philip ontzettend zat. Te zwart-wit zeg maar. Het goede overwint aan het eind toch altijd het kwade etc.

Sorry maar ik ben bang dat dit niet mijn boek was. De herinneringen aan de beschrijvingen voor de kerk zal ik me herinneren, de rest zal denk ik snel wegglijden.

donderdag 17 augustus 2006

Michael Ende - Het oneindige verhaal



Lang, lang geleden, toen ik nog een jong en onschuldig meisje was (we spreken over het jaar 1983), kreeg ik van mijn moeder de vertaling van Die unendliche Geschichte van Michael Ende. Ik genoot en genoot opnieuw en opnieuw. Deze zomer heb ik het aan de kinderen voorgelezen. En ook zij genoten.

Eigenlijk is het een vrij moralistisch verhaal over goed en kwaad, over egocentrisme en altruïsme en over echte en onechte vriendschap. Het boek verhaalt de avonturen van Bastiaan Balthazar Boeckx, een dik, dom jochie van een jaar of 10 dat, achternagezeten door de plaaggeesten uit de klas, in de boekwinkel van mijnheer Koriander terecht komt. Daar steelt hij een boek dat hem geweldig aantrekt: Het oneindige verhaal. Hij realiseert zich dat hij nu een dief is en zijn vader nooit meer onder ogen kan komen, en sluit zich op op de zolder van school. Hij begint te lezen.

Het verhaal gaat over het afbrokkelende rijk van de Kleine Keizerin, Fantasië. Het rijk is aan het afbrokkelen omdat zij ernstig ziek is. Een jonge held, Atrejoe, wordt erop uitgestuurd om een mogelijk medicijn te gaan zoeken. Vrij snel blijkt dat het enige dat haar kan genezen een nieuwe naam is. Maar de Fantasiërs hebben zelf niet de gave tot verzinnen, daartoe moet er een mens naar Fantasië komen. Alleen een mens kan Fantasië weer gezond maken!

Bastiaan windt zich danig op: dat is toch niet zo moeilijk: hij zou wel 100, nee, 1000 namen voor de Kleine Keizerin weten! Al lezende gebeurt er iets vreemds: Bastiaan verdwijnt in het verhaal. Hij geneest de Kleine Keizerin en als dank krijgt hij een machtig amulet, AURYN, omgehangen. Daarmee worden al zijn wensen werkelijkheid. Snel wenst hij zich mooi, sterk, slim enzovoorts. Later gaat hij ook voor andere wezens wensen in vervulling laten komen.

Wat dan pas duidelijk wordt, is de prijs: voor elke wens die in vervulling gaat, gaat een deel van Bastiaans herinneringen aan zijn eigen wereld verloren. Lukt het hem nog om de weg naar huis terug te vinden? Of moet hij voor eeuwig door Fantasië blijven dolen? Zijn Fantasische vrienden besluiten Bastiaan te helpen. Maar wil hij zich wel laten helpen?

Het boek is prachtig uitgegeven. Als het over Bastiaan gaat, in de mensenwereld, is het in rood gedrukt. Het oneindige verhaal zelf is in blauw gedrukt. Op het moment dat Bastiaan in het verhaal verdwijnt, blijft het dus blauw. Elk hoofdstuk van het oneindige verhaal begint met een van de hoofdletters van het alfabeth en een prachtige, toepasselijk geïllustreerde, gekalligrafeerde hoofdletter. Dus niet alleen een genot voor de geest, maar ook voor het oog.

Voor volwassenen is het iets te moralistisch, maar kinderen kunnen nog goed tegen denken zonder nuances. Dat hoort natuurlijk ook wel een beetje bij het sprookjesachtige. Wb de leeftijdscategorie: ikzelf las het toen ik 13 was. Mijn oudste (11) begreep het stukken beter dan mijn jongste (6), maar ook voor de laatste was het genieten.

dinsdag 15 augustus 2006

Robert Harris - Pompeii



De kinderen zijn momenteel helemaal into natuurgeweld, en dan bij voorkeur vulkanen. Zo ligt al tijden het boekje 'vurige vulkanen' op het toilet, en dus kan moeders ook een hapje daarvan meelezen. Van een collega kreeg ik allerlei filmpjes over de Mount St. Helens, de vulkaan vlakbij Seattle die in 1980 als gevolg van een enorme eruptie uit elkaar gevlogen is. In de vakantie zijn we bovendien naar de Auvergne geweest, de streek in midden-Frankrijk waar het landschap gevormd wordt door een keten gedoofde vulkanen. En dus nam ik een boek met de titel Pompeii mee.

Het verhaal
Het verhaal begint twee dagen voor de Grote Eruptie van de Vesuvius in 79 AD. Niemand heeft nog enig vermoeden welke ramp hen binnenkort zal treffen. De ingenieur die verantwoordelijk is voor het aquaduct dat de baai rond Neapolis voedt, waaraan ook Pompeii ligt, is verdwenen en dus wordt de jonge Marcus Attilius door Rome gezonden om hem op te volgen. Al snel blijkt dat er heel wat aan de hand is. Niet alleen is er ineens een grote storing in het aquaduct waardoor de plaatsen rond de baai plotseling zonder water zitten, met sociale onrust als gevolg. Dat probleem kan Attilius wel aan, hij gaat gewoon het aquaduct repareren. Daarbij stuit hij echter op gesjoemel en omkoperijschandalen. Natuurlijk komt hij ook een mooi, maar zeer onbereikbaar meisje tegen. En ondertussen gaat de berg in de buurt steeds raarder doen.

De schrijver heeft zich duidelijk zeer goed ingelezen in het onderwerp. Hij citeert regelmatig Plinius, die ooggetuige is geweest van de uitbarsting, en een belangrijke bijrol heeft in het boek. Daarnaast begint elk hoofdstuk met een citaat uit een van de vele wetenschappelijke werken over vulkanisme. En de tijdsspanne waarin het boek zich afspeelt (2 dagen voor de uitbarsting tot vlak erna) is natuurlijk een schitterend gegeven. Wij weten immers wat er toen gebeurd is, wat de gevolgenz ijn geweest van deze vreselijke uitbarsting. Maar de mensen uit het boek weten van niets. En hoe hadden ze ook wat kunnen weten?

Ik vond dit een heerlijk vakantieboek.

zondag 13 augustus 2006

Ian McEwan - The daydreamer



Van een van de boekgrrls kreeg ik The daydreamer van Ian McEwan. Dit boek is bedoeld voor zowel kinderen als volwassenen, zo belooft de blurb. En wat mij betreft is die belofte waargemaakt.

Allereerst is het in een aantrekkelijke tweekleurendruk uitgegeven, blauw met zwart. Ten tweede zijn de verhalen geschreven vanuit de volwassen Peter, terugkijkend op zijn dagdromen die hij als kind had. En ten derde de dagdromen zelf: mooi verzonnen verhalen. En zo geschreven dat je je gaat afvragen (zeker als kind) of het nou dromen zijn of echt gebeurd... Zo droomt Peter ervan dat hij in de huid van hun oude kat kruipt en hem zo een laatste groot avontuur bezorgt. Of de verwisseling tussen hem en de in zijn ogen zeer irritante jengelbaby van zijn tante die op bezoek is.

Ja, een lief boekje.

woensdag 12 juli 2006

Doeschka Meijsing - 100 % Chemie



Ik kreeg van mijn zus in de zomer van 2003, nadat ik haar had geholpen bij haar bevalling, en zij teruggekeerd was naar de VS waar ze toen woonde, een envelop met daarin twee dollar en een kaartje: Doeschka Meijsing, 100 % chemie, p. 36. Ik had geen flauw idee wat dat betekende en riep de hulp van de boekies in. Al snel kwam een van de boekgrrls met het juiste fragment op de proppen:

'Wat moet ik nou met twee dollar?' vroeg mijn moeder, verlegen voor haar doen, terwijl ze twee groene dollar-biljetten omhooghield, 'hij zal toch niet denken dat ik aan de bedelstaf ben geraakt?'
Ik legde haar uit, terwijl ik me erover verbaasde waar ik die kennis vandaan haalde, dat de twee biljetten een uitnodiging betekenden om naar Amerika te komen. Dat het een oude, Amerikaanse gewoonte was om twee dollar op te sturen, wat zoveel betekende als: kom zo snel als je kunt.'

Ik zat daarna al snel in de States.

Toen was toen, en nu is nu... eindelijk las ik het hele boek. Er hoort een prachtige site bij, waar je ook tekstfragmenten kunt lezen. Helaas alleen te benaderen met Internet Explorer...

De ondertitel luidt: een familieverhaal. En dat is het. Het beschrijft de levens van de nakomelingen van Maria Blumenträger, de overgrootmoeder van de ik-persoon.
Deze Maria Blumenträger had een florerende hoedenmakerij, vier dochters, een beetje een sullige man en, niet onbelangrijk, Pfiffikus. Over deze figuur wordt gesproken als over 'de arme Pfiffikus', wat zelfs een familieuitdrukking is.

Een van de dochters van Maria Blumenträger is Bettina, zij vertrekt naar Nederland, met haar Nederlands-Joodse man. Weliswaar was hij tot Duitser genaturaliseerde, maar dat werd in 1934 weer ongedaan gemaakt (wacht ff, zou Verdonk het idee hier vandaan hebben gehaald!). De andere dochters blijven in Duitsland.

De kinderen van de emigranten (waaronder de moeder van de ik-persoon, Ilna) hebben het niet gemakkelijk. Een Duitse moeder in en vlak na de oorlog maakt hen al snel tot het mikpunt van spot.

Ilna trouwt, gaat in het zwaar katholieke Brabant wonen en krijgt kind op kind (veelal wordt niet over 'ik' gesproken, maar over 'wij', als het over de kinderen gaat). Je kent dat wel, met zo'n pastoor die langskomt en in een huis vol kinderen nog maar eens aandringt op nog maar weer eens een kindeke. En dat terwijl de familie eigenlijk niet eens zo gelovig is. Moeder gelooft dat ze 100 % chemie zijn.

Er zijn nog steeds contacten met de achtergebleven familieleden in Duitsland. Vooral de nicht van de moeder, Else, die steenrijk geworden is in de schoenenbusiness, komt regelmatig in beeld.

De ik-persoon probeert zich een beeld van haar familiegeschiedenis te vormen, waarin ze allerlei theorietjes rondom vooral ook Pfiffikus maakt, een vogeltje, naar ze aanneemt, maar wat voor een? Eentje die luidt zingt? Of juist niet? Gekleurd of juist grijs? En waarom is het 'de arme Pfiffikus'? Haar moeder vertelt niets uit zichzelf, maar ontkracht de thoorieen van de ik-persoon keer op keer: "hoe kun je nou iets verzinnen over wat je nooit hebt meegemaakt?"

Zo'n boek dat je wel in een keer moet uitlezen, anders raak je de draad kwijt tussen alle generaties. Mooi!

Nog wat ezelsoortjes:
'Hier verschijnt mijn tante Else ten tonele, wier nagedachtenis mij zeer dierbaar is en die, als ik het voor het zeggen had, best mijn grootmoeder had mogen zijn, of sterker nog, mijn moeder. (...) God, dat is Else!, met die zin kwam een overweldigende hartelijkheid ons leven binnen, die door niets of niemand ooit is overtroffen.'

'(...), en wij begrepen voor het eerst dat de Duitsers altijd zo dik waren omdat ze de hele dag zaten te eten en te drinken en dat _dat_ nu het Wirtschaftswunder was.

'Te midden van korenvelden waarboven leeuweriken stonden te bidden, onder een strakblauwe hemel zonder Hollandse wolken, onthaald met vorstelijke tafels vol met het zure, harde brood van Duitsland, kreeg de helft van ons gezin onmidddelijk na aankomst migraine. De andere helft had de ruimte om des te geraffineerder zijn charmes uit te spelen en zijn dorst te lessen, bij de eerste slokken van de gouden wijn de kiem leggend voor een eeuwig heimwee naar de latere, overlopende glazen. (...), en na afloop van een paar uitbundige dagen vonden we elkaar met verbazing terug in het binnenste van de auto, vol verschillende, elkaar tegensprekende verhalen, zodat het schrijven van een familiegeschiedenis bij voorbaat een verloren zaak was.'

'_Hoe_ we ons redden valt buiten het bestek van deze familiegeschiedenis, maar ik moet vermelden dat ik schrok toen mijn meer dan tachtigjarige moeder, na het achtuurjournaal waarin triomfantelijk werd verkondigd dat het hele menselijk genoom eindelijk in kaart was gebracht, stelde: 'Ik geloof dat we allemaal voor de volle honderd procent uit chemie bestaan.'

Iain Banks - The wasp factory



Al een jaar of 10 geleden zag ik op tv de serie 'the crow road'. Een fantastisch verhaal, gebaseerd op de gelijknamige roman van Iain Banks. Ik ging toen op zoek naar het boek, kon dat niet vinden, en kocht in plaats daarvan het debuut van deze schrijver: 'the wasp factory'. Ik ben er al een paar keer eerder in begonnen, maar telkens gestopt want het is behoorlijk griezelig (de blurb meldt terecht: Enter - if you can bear it - the extraordinary private world of Frank). Nu echter vond ik de moed om door te lezen.

The wasp factory is het debuut uit 1984 van de in 1954 geboren Schotse schrijver Iain Banks, naar het Nederlands vertaald als De wespenfabriek.

Het verhaal:
Frank is een zwaar gestoord joch van 16 jaar. Hij woont met zijn vader op een schiereilandje ergens in Schotland (vlakbij Porteneil, dat, zo vermoed ik, een verzonnen plaatsje is). Eigenlijk bestaat Frank niet, hij is nooit bij de Burgelijke Stand aangegeven. Ze doen net alsof hij regelmatig komt logeren op het eiland. Frank gaat dus ook niet naar school, zijn vader onderwijst hem zelf, thuis.

Frank heeft als klein jongetje een ongelukje gehad, en dat maakt hem anders dan andere jongens. Wat er precies mis is gegaan wordt pas aan het eind van het boek duidelijk, dus daar ga ik niet op in, maar je weet wel al snel dat hij moeilijkheden heeft met naar het toilet gaan.

Omdat hij de hele dag op het eilandje is, en geen leeftijdsgenoten heeft, vermaakt Frank zich met bizarre spelletjes. Zo heeft hij een machine gemaakt waarin hij een gevangen wesp op twaalf verschillende manieren aan zijn eind kan laten komen, de ene manier nog wreder dan de andere. Uit de manier waarop de wesp sterft, leest Frank tekens voor de toekomst af. En deze wasp factory is maar een van de bizarre tijdverdrijven die Frank bezig houdt.

Heel koel vertelt hij over de doden die hij op zijn geweten heeft. Zijn jongere broertje, een nichtje, een neef. Allemaal welbewust omgebracht door Frank, maar niemand kan hem beschuldigen.

Frank is niet de enige gestoorde zoon. Zijn broer Eric is aan het begin van het boek ontsnapt uit een gesloten inrichting. Frank weet dat hij op weg is naar huis. Vol verwachting en angst wacht Frank op de terugkeer van Eric.

Als Eric er eenmal is, volgt de zinderende ontknoping van het boek. Althans, die was zinderend geweest als de waarheid over Frank niet aan het licht was gekomen. Maar omdat dat wel gebeurt zakte voor mij het boek toch een beetje in.

Fascinerend, geweldig, maar zo griezelig. Ik weet niet of ik het iemand aan durf te raden. Een paar voorbeeldjes:

"I hope you weren't out killing any of God's creatures."
I shrugged at him again. Of course I was out killing things. How the hell am I supposed to get heads and bodies for the Poles (dit zijn een soort totempalen die het eiland moeten beschermen, Else) and the Bunker if I don't kil things? There just aren't enough natural deaths.

My brother Paul was five when I killed him. I was eight. It was over two years after I had subtracted Blyth (...) that I found an opportunity to get rid of Paul. Not that I bore him any personal ill-will; it was simply that I knew he couldn't stay.

zondag 9 juli 2006

Hella Haasse - Fenrir



Van de week was ik op het station en door de hitte waren er allerlei vertragingen. Altijd een goede smoes om even een boek te scoren. Het werd een dunnetje (want ik had een Hele Zware werktas mee te slepen): Fenrir van Hella Haasse. Deze roman, bijna een novelle, dateert uit 2000 en heeft als ondertitel: Een lang weekend in de Ardennen.

Het verhaal
Een jonge journalist, Matthias Crone, heeft als hobby het bestuderen van wolven. Als hij een interview leest met de pianiste Edith Waldschade, waarin ter sprake komt dat zij wolven houdt op haar landoed in de Ardennen, is hij dan ook op slag geïntrigeerd.
Later doet zich de gelegenheid voor om naar het desbetreffende landgoed af te reizen. Daar ontmoet hij niet alleen Edith, maar ook haar voor oude, folkoristische, gebruiken levende zus met diens man, nogal een uitvreter, en hun naar een opwindend leven snakkende dochter. Daarnaast is er nog de halfbroer van de twee zussen, die op jonge leeftijd door hun vader in de steek is gelaten, naar hij beweert omdat hij niet de juiste (Arische) raskenmerken had. Wat was dat voor een man, die geleerde vader? Een nazi avant la lettre of een naieveling op zoek naar zijn Noordse wortels? Duidelijk is dat zijn dochter Edith haar liefde voor wolven van hem heeft geërfd.
Als Matthias arriveert blijken Ediths wolven er niet meer te zijn. Zijn ze ontsnapt, of zijn ze met opzet verjaagd?
Matthias besluit zich niet te bemoeien met het familiegebeuren, maar zich te storten op de omvangrijke wolvenbibliotheek die op het landgoed aanwezig is. Kan hij het volhouden om afzijdig te blijven?

Ik heb weer genoten van dit boekje van Haasse. Ze gebruikt een bijzondere manier van het verweven van de verschillende verhalen. De delen die vanuit het perspectief van Matthias zijn geschreven, zijn eigenlijk rechttoe-rechtaan verhalend. De gedeelten waarin Edith met haar halfbroer praat, zijn op een toneelachtige manier weergegeven, met aanwijzingen over houding, reacties en omgeving tussen haakjes. En daartussen door zijn er brieven, krantenartikelen, elk in een eigen stijl. In het begin bevreemdde me dat wel, maar in het verhaal blijkt het eigenlijk wel functioneel. Elk brengt namelijk zijn eigen sfeer mee.

dinsdag 20 juni 2006

Maria Stahlie - De lijfarts



Gisteren met een diepe zucht dichtgeslagen: de lijfarts van Maria Stahlie, gekocht toen het net uitgekomen was in 2002, maar door de omvang (600 p.) een voorzien Lang Leesproject en daarom telkens voor me uitgeschoven. Nou, grrls, dat Leesproject was vooral intens, niet lang, want ik las het in een week uit. Wat een prachtig en indrukwekkend boek.

Het verhaal
Muriel, schrikkelkind, raakt totaal van de kaart als haar ouders bij een verkeersongeluk om het leven komen. Ze is ervan overtuigd dat door haar schuld allerlei slechte dingen gebeuren met de mensen die haar lief zijn. Daarom neemt ze de benen en verdwijnt naar de States.

In Las Vegas gekomen ontmoet ze Wayne en als een soort van uit de hand gelopen grap trouwen de twee, nadat ze elkaar nog geen 48 uur kennen. Muriel blijkt zwanger te zijn van Wayne.

Vier maanden na de geboorte van hun zoon Sean vlucht Muriel opnieuw. Ze gaat werken in een motel in South Dakota, om pas bijna een jaar later te besluiten dat het nu mooi geweest is. Ze gaat terug naar waar haar zoon is om hem mee te nemen. Maar als ze hem ziet, beseft ze dat ze de tijd moet nemen met hem een band op te bouwen, het opbouwen van rechten noemt ze dat. Dat kan beter vanuit Nederland.

Muriel gaat terug naar Amsterdam, maar haar web van leugens en smoesjes dreigt haar in te halen en de kans dat ze Sean nog terugziet vervliegt. In wanhoop neemt ze (onbevoegd!) een baan aan waar haar huisgenote op heeft gesolliciteerd (en waarvoor Muriel de afzegging vergeet te versturen) als lijfarts van een oude Hongaarse dame, mw 'Anja' Metzlar (Anja betekent moeder in het Hongaars). De hartelijkheid van het gezin Metzlar waar ze bij in gaat wonen, drukt haar met de neus op de feiten: ze belazert de boel, en niet zo'n beetje ook! Tot dan toe waren de leugens vooral grijs, maar nu gaan ze toch wel het zwarte gebied in. Steeds dichter wordt het web en steeds groter de paniek die Muriel voelt. Wanneer breekt het moment aan waarop ze opnieuw op de vlucht zal slaan? Of wordt ze voor die tijd ontmaskerd?

Centraal staat de lijfspreuk van de allang overleden man van mw Metzlar: 'De grootste opdracht die een mens heeft is ontvankelijk te raken voor de drang van het lot om genereus te zijn.'

Het boek is opgebouwd uit drie delen: het eerste deel als ze in het motel werkt, het tweede zijn brieven die ze Sean schrijft vanuit Amsterdam en in het derde deel is ze de lijfarts van de Hongaarse dame Metzlar. De delen zijn niet chronologisch, je springt heen en weer in de tijd en zo kom je steeds meer te weten van hetgeen Muriel is overkomen en wat haar tot telkens vluchten drijft. En dan het taalgebruik: het schuldgevoel, de twijfels, de angst en de oplopende paniek spatten letterlijk van de pagina's.

Enig minpuntje is dat Stahlie nogal veel herhalingen gebruikt. Sommige gebeurtenissen komen meerdere malen terug, en niet zodanig anders dat je er een nieuwe kijk op krijgt. Andere keren is dit juist weer wel het geval. Dat maakt dat je als lezer je afvraagt of je in de ongewijzigde herhalingen dingen hebt gemist.

Een boek om de komende maanden nog over na te denken!

Een kleine greep uit de ezelsoortjes die ik maakte:
'Dit, Sean, was een ont-moeting van het zuiverste water. Als mensen elkaar ont-moet hadden dan moesst er niets meer en mocht alles. Een gesprek tussen twee of drie ont-moeters was vaak zo lichtvoetig, zo luchtig dat de opmerkingen vervlogen voordat ze het andere oor weer uit konde nkomen, maar deze keer bleven de woorden steken in mijn hoofd omdat ze bevestigden, bevestigden en nog eens bevestigden dat de wereld in elkaar stak zoals hij in elkaar moest steken.'
------------------
Mijn moeder rook naar gras, naar een grasveld vol vlinders.
------------------
Ik begreep meteen dat de verschijning op de overloop Eszters broer was. Dus zo zag een drieenveertigjarige man eruit die nog niet zo lang daarvoor uit zijn huis was verbannen.
'Dus zo ziet een lijfarts eruit...' grijnsde de balling.

donderdag 15 juni 2006

Nicci French - De rode kamer



Oorspronkelijk heet het The red room, en het is de vijfde thriller van het schrijverspaar Sean French en Nicci Gerard, uit 2001. Ik las de vertaling van Molly van Gelder.

Waar dit paar altijd goed in is, is in het opbouwen van spanning. Ook in dit boek begint het met een horrorachtige scene: de jonge psychologe Kit moet een vermoedelijke moordenaar ondervragen. De man raakt over zijn toeren en verwondt Kit ernstig, waardoor de kamer rood ziet van haar bloed. Als zij, na een periode van herstel, weer aan het werk gaat, komt ze deze Michael weer tegen. Alweer is hij verdachte. Maar Kit gelooft er niets van en zorgt ervoor dat hij vrijgelaten wordt. Wie heeft het dan wel gedaan? En is Michael wel zo onschuldig?

Geen boek om lang bij na te blijven denken, maar zeker goed voor een aantal uren leesvermaak. Deze is trouwens een stuk minder eng dan hun eerdere boeken, eindelijk een French die ik in bed kon lezen, zeg maar :-)

zondag 11 juni 2006

Jeffrey Eugenides - The virgin suicides



Een van de boekgrrls gaf me, na mijn hartelijke aanbeveling van Middlesex, een ander boek van Jeffrey Eugenides: The virgin suicides, uit 1993. Wat een goed boek ook weer van deze schrijver!! Een totaal ander boek dan Middlesex.

Het boek vertelt het verhaal van het gezin Lisbon, een gezin uit de betere middeklasse van een Amerikaanse stad. Direct aan het begin wordt duidelijk dat alle vijf de dochters zelfmoord plegen. De rest van het boek beschrijft de herinneringen van een groep (er wordt nl. telkens over 'we', 'us' etc gesproken) aan die periode. Je weet dus als lezer al wat het einde zal zijn, maar waarom en hoe en welke dochter wanneer aan haar leven een eind zal maken kom je pas tijdens het lezen te weten.

Waar Middlesex mij zo intrigeerde omdat het inzicht geeft in de gewoonten van de Griekse immigranten in de States en een periode uit de Amerikaanse geschiedenis van de 20e eeuw, is dit boek intrigerend door het simpele gegeven dat je aan het begin weet dat alle vijf de dochters uit het gezin zelfmoord zullen plegen. Toch is de schrijfstijl zeer gelijk.

In 1999 is het boek verfilmd door Sofia Coppola, met o.a. Kathleen Turner en Kirsten Dunst. Die zou ik graag een keer zien.

vrijdag 9 juni 2006

Koos Meinderts & Harrie Jekkers - Tejo



Ik geloof dat ik dit ooit meenam van een boekgrrlsboekenruil maar ik kan er ook op een andere manier aan gekomen zijn, bijvoorbeeld een Hemelvaartboekenmarkt in Utrecht. Ik weet het niet meer, het doet er ook eigenlijk niet toe.

Het boekje uit 1983 beschrijft 'de lotgevallen vaneen geëmancipeerde man'. Een aktieve niet-neuker die met zijn partner probeert op een niet-seksistiese manier samen te leven. Een parodie op de emancipatie. En dat is best een leuk gegeven. Jekkers is vaak best grappig. Maar feit is dat Tejo enorm gedateerd is. Ik heb geloof ik maar liefst één keer geglimlacht...

zondag 21 mei 2006

Edward van de Vendel - Wat rijmt er op puree



Eindelijk las ik het kinderboekenweekgeschenk van 2005: Wat rijmt er op puree, van Edward van de Vendel.

Een tweeling, de getaptste jongens uit de klas, zetten hun klasgenootjes aan om de vervangster van hun favoriete meester, juffrouw Stroobreed, weg te pesten. Maar als dat lukt, zijn ze niet onverdeeld blij. En dan gaan ze best ver om het weer 'goed' te maken.

Leuk boekje, dat de pest-problematiek weer eens vanuit een heel ander perspectief belicht.

zaterdag 20 mei 2006

Annie Proulx - Scheepsberichten



Afgelopen week heb ik genoten van Annie Proulx - Scheepsberichten, dat ik van een collega kreeg, die binnen V&W van 'waterbeheer' naar 'scheepvaart' ging. Mooi symbolisch natuurlijk, hoewel het verhaal eigenlijk loodrecht daarop staat. Want daar gaat iemand terug naar zijn roots.

Het verhaal
Het verhaal draait om Quoyle, een nogal loserige kolos van een man wiens vrouw Petal omkomt bij een verkeersongeluk. Ze hadden een vreselijk slecht huwelijk, waarbij zij in de rondte sliep terwijl hij, ervan overtuigd dat het allemaal zijn eigen schuld was, thuis de boel op de rails probeerde te houden.

Na het ongeluk vertrekt Quoyle met zijn nogal getroubleerde dochtertjes en zijn tante naar hun geboortestreek, Newfoundland. Quoyle gaat voor de lokale krant werken, alwaar hij zich bezig moet houden met de scheepsberichten: welke schepen komen aan, welke vertrekken. Echt een Belangrijke Baan :-). Grappig is dat hij daardoor bij van alles wat er in zijn eigen leven gebeurt, ook krantenkoppen bedenkt. Alle vier proberen ze zich in de dorpsgemeenschap te nestelen. En komen en passent natuurlijk ook de dorpsmores en -geheimen aan de weet.

Mooie beelden van de lange, lange winters aldaar, de scheepsongelukken voor de kust, de verdronken vissers, de stormen.

Ieder hoofdstuk start met een toepasselijk weetje over een van de scheepsknopen uit 'Ashley's knopenboek', met een illustratie van de desbetreffende knoop. Deze worden, naarmate het verhaal vordert, steeds ingewikkelder. Bijzondere vondst, al moet ik heel eerlijk toegeven dat naarmate het verhaal me meer in zijn greep kreeg, ik die introducties en het plaatje van de knoop wel eens oversloeg.

Scheepsberichten is overigens ook verfilmd met Kevin Spacey als Quoyle. Mooie film, hoewel Spacey wel het loserige goed kan spelen maar toch niet het juiste postuur heeft.

Enkele citaten:
Hij kende een maand van vurig geluk. Daarna een zes grillige jaren durende lijdensweg.
--------------
Quoyles gezicht had de kleur van een rotte parel.
--------------
Een man beende voorbij, sprong in de Toyota. De uitlaatpijp trilde. De motor stotterde een beetje en stopte er toen mee, alsof hij zich schaamde.
--------------
De zon hing aan de rand van de zee. De plat liggende stralen deden de natte keien blinken. Woeste brekers kolkten onder eeen strook maisgele lucht.
--------------
Golven braken met een holle basklank, ovens en muizenholletjes eigen.
--------------
De weg lag glanzend onder een op de koplamp van een motor lijkende maan.

Oorspronkelijke titel: Shipping News
Vertaald door Regina Willemse

zaterdag 6 mei 2006

Margaret Atwood - Wilderness tips



Ik las ook onlangs Wilderness tips van Margaret Atwood. Nu ben ik absoluut dol op Atwood dus ik begon er met hoge verwachtingen aan. Eerlijk gezegd ben ik een tikkie teleurgesteld. Het is een verhalenbundel met verhalen die, volgens mij dan tenminste, bijna allemaal geschikt zouden zijn geweest om er een hele roman aan te wijden maar nu onuitgewerkt zijn gebleven. Jammer.

vrijdag 5 mei 2006

Lieve Joris - De poorten van Damascus



De poorten van Damascus van Lieve Joris stamt uit 1993. Gek toch, altijd als ik haar naam intyp wil ik er eigenlijk 'Lieve Mona' van maken, maar dat terzijde...

De poorten van Damascus beschrijft een zomer in Damascus, begin van de jaren '90. Lieve bezoekt haar vriendin Hala. De man van Hala zit in het gevang en dus woont ze met alleen maar haar dochter Asma. En die heeft zomervakantie. Waar ik van te voren dacht dat het een reisboek zou zijn, is het meer een boek dat het gewone leven in Damascus beschrijft. Er worden boodschappen gedaan, er wordt gepoetst en er worden familiebezoeken afgelegd. Mogelijke huwelijkskandidaten voor een broer van Hala passeren de revue, op een zeer vermakelijke manier. Ook worden er uitstapjes georganiseerd, maar veelal stranden die: het ten uitvoer brengen van plannen is niet Hala's sterkste kant, sterker, ze houdt meer van het plannen maken en dromen dan van ze uitvoeren cq waarmaken. Het lijkt een boek over het kabbelende leven in de Syrische hoofdstad.

Tussendoor is er echter de hele tijd de angst voor de geheime dienst van Assad. Er kan niet openlijk over politieke issues gepraat worden, erger, vrijwel geen enkel issue is helemaal veilig om over te praten. Het gevangen zitten van de man van Hala is daar een direct gevolg van. Ondanks het feit dat ze geen gelukkig huwelijk hadden, voelt Hala zich verplicht loyaal jegens hem te zijn. Schrijnend is het jarenlange wachten en het opruimen en zich mooi maken als er weer eens een gerucht is dat Ahmed misschien binnenkort vrijgelaten wordt. En ook de stiekeme opluchting van Hala als dat dan weer niet doorgaat, waarover ze zich tegelijk schuldig voelt.

Ik las dit vlak voordat ik Maurits Berger las, dat speelt zich een jaar of 10 later af. Het bewind van Assad was in zijn boek nog steeds even grimmig, maar op een totaal andere manier beschreven. Intrigerend.

Maurits Berger - Islam is een sinaasappel



Van Monalisa leende ik alweer een poosje geleden 'Islam is een sinaasappel' van Maurits Berger. Dit omdat zij het op een intrigerende manier besprak. Ik ben absoluut niet teleurgesteld geraakt bij het lezen, integendeel.

Islam is een sinaasappel vertelt het relaas van Maurits Berger, advocaat uit Amsterdam. In zijn advocatenpraktijk komt hij steeds vaker in aarnaking met slamitische cliënten. Dit wekt in hem een verlangen op om meer van het Islamitisch familierecht te weten. Hij zegt zijn baan op en vertrekt naar Damascus om de Sharia te gaan bestuderen. Aldaar blijkt dat de beste leerstoel niet de universiteit is maar de praktijk: aan de voeten van een Sjeik in een moskee.

Terwijl de tijd verstrijkt komt Maurits erachter dat de Islam eigenlijk veel ingewikkelder is dan hij dacht: een vriend van hem omschrijft de Islam als een sinaasappel: een zachte mystieke kern en een stevige schil. En deze nuances weet hij allemaal prima over te brengen op de lezer. So far, so good: een leerboek over de Islam.

Maar dan verandert het boek: Maurits schrikt. In discussies met moslims hoort hij zichzelf christelijke normen en waarden verdedigen waar hij in Nederland niet over zou piekeren. Tegelijkertijd merkt hij dat hij ingeburgerd raakt in de zeden van de Islamitische maatschappij van Syrië: tot zijn schrik schaamt hij zich voor een te westers geklede vriendin. In de war van deze tegenstrijdige emoties trekt hij zich terug in een klooster van een kleine christelijke geloofsgemeenschap in de bergen.

Ergo: mooi, leerzaam en goed genuanceerd boek.

zondag 16 april 2006

Ton van Reen - Bevroren dromen



Ik ben dol op het luisteren naar luisterboeken, vooral tijdens het autorijden (wat ik nogal veel doe, dus plenty tijd daarvoor). Van de uitgeverij Audiolect kreeg ik het luisterboek 'Bevroren dromen' van Ton van Reen.

Bevroren dromen beschrijft een herfstdag in een nogal afgelegen Zuid-Frans dorpje. Marguerite (raar met audioboeken, je moet zelf bedenken hoe de namen geschreven worden :-) ) is de vereenzaamde, zonderlinge weduwe van een boer, die zelden meer buitenshuis komt en leeft van wat haar inwonende dochter Juliette voor haar meeneemt. Verder houdt ze zich bezig met wijn drinken en mijmeren over haar jeugd en haar ongelukkige huwelijk (hierop slaat de titel 'Bevroren dromen'). Ze is gevangene van haar eigen leven geworden.

Haar dochter Juliette is vastbesloten te ontsnappen aan het leven dat haar moeder leidt. Ze is nu 16 of 17 (dat is het nadeel van audioboeken, je kunt geen ezelsoortjes maken bij dit soort details :-) ) en werkt in de plaatselijke kroeg. In haar vrije tijd zwerft ze door de bergen in de buurt van het dorp. Je voelt dat ze wacht op die ene kans om ervandoor te gaan.

De derde persoon in het verhaal is de Algerijn Achmed, die in de Algerijnse oorlog in het Franse leger diende en nadien dus niet in Algerije kon blijven. Hij wordt als legionair geduld door de Fransen, maar moet vele vernederingen doorstaan. Hij leeft op het randje van de pure armoede. Op de bewuste dag fietst hij door het dorp, op weg naar een wijboer in de Provence waarhij zal gaan helpen bij de druivenoogst. In het dorp aangekomen ziet hij dat er aan een camping gewerkt wordt. Hij vraagt de opzichter om een baantje, en krijgt het.

De levens van Marguerite, Juliette en Achmed raken elkaar op die dag. Maar daarover vertellen zou teveel verklappen.

Bijzonder aan de schrijfstijl is dat de hoofdstukken achtereenvolgens Marguerites handelingen, die van haar dochter en die van Achmed beschrijven. Eigenlijk is het een vrijwel perfecte klassieke tragedie: de eenheid van tijd (1 dag), van plaats (het dorp en zijn directe omgeving) en handeling (tenzij de herinneringen aan vroeger van Marguerite dan niet zouden mogen?). Het verhaal wordt uitstekend voorgelezen. Ik had totaal geen idee wat me te wachten stond en daarom was ik even verbaasd over de redelijk saaie stem van Berber Hoving, maar later vond ik die juist perfect voor dit verhaal: het onderstreept de saaiheid van het dorp. Op de site van de uitgeverij kun je een stukje luisteren, wat overigens nu ik het terugluister minder rustig klinkt dan ik me dacht te herinneren. Misschien is de afspeelsnelheid van mijn CD-speler in de auto iets lager?

De schrijver werd in 1941 te Waalwijk geboren en heeft een groot aantal boeken op zijn naam staan.

Audioboek (2005)
3 CDs, tezamen ongeveer 3 uur

zaterdag 15 april 2006

Kate Mosse - Het verloren labyrint



Het verhaal
Vrijwilligster Alice stuit op vreemde ring bij het doen van een archeologische opgraving. Allerlei vreemde lieden zitten daarna achter haar aan. Blijkt iets te maken hebben met vreemde boeken waarmee het geheim van de Graal kan worden ontcijferd. Hier doorheen wordt ook het verhaal verteld van het meisje Alais, dochter van de rentmeester van het Middeleeuwse Carcasonne, begin 13e eeuw. In die tijd gaat het streng roomse, noordelijke deel van Frankrijk op kruistocht naar het zuiden van Frankrijk, waar de ketterse Katharen geduld worden. Beide verhalen lopen door elkaar heen, en met goede redenen (die ik hier niet ga verklappen :-))

Dikke pil, snel verhaal, beetje in de trant van Dan Brown. Een soort leesbare chips. Op zich allemaal best aardig, maar Literatuur kan ik het niet noemen. Vooral ook doordat er echt vreselijke, maar dan ook echt afschuwelijk vreselijke teksten gebezigd worden. Kleine voorbeeldjes:

"Dus beperkte ze zich ertoe om zijn gladde, gebruinde armen en schouders te strelen, breed en stevig door al die uren die hij oefende voor het toernooi, met zwaard en lans. Alais voelde hoe het leven bruiste onder zijn huid, zelfs als hij sliep. En toen ze terugdacht aan hun samenzijn aan het begin van de nacht moest ze weer blozen, al was er niemand die het kon zien."

"Alais was nu zeventien en zes maanden gerouwd, maar ze had nog niet de zachte volle rondingen van een volwassen vrouw. De jurk hing wat vormeloos om haar tengere gestalte, alsof hij van iemand anders was."

Een lekker vakantieboek als het je lukt je niet aan bovenstaande type zinnen te ergeren :-)

zondag 2 april 2006

Tommy Wieringa - Joe Speedboot



Waar moet ik in hemelsnaam beginnen? Het verhaal zal inmiddels wel zo'n beetje bekend zijn, neem ik aan. Puber die zich Joe Speedboot laat noemen komt op een spectaculaire manier met zijn familie in dorpje in de uiterwaarden wonen. In de jaren dat hij daar woont zorgt hij voor de nodige opschudding. Er zit een geramde pui, een ontploffing, een zelfgebouwd vliegtuig en een woestijntrip in een trekker in zijn vat met avonturen.

Het hele boek is geschreven vanuit het perspectief van een leeftijdsgenoot, Frans, een spastische jongen die in een rolstoel zit. Joe en Frans bouwen een soort vriendschap op, maar tegelijkertijd zijn het rivalen om de gunsten van een meisje uit het dorp. Vreemde rivalen: een spast die fantastisch kan schrijven vs een durfal met de meest waanzinnig originele ideeen...

Later worden Joe en Frans partners in crime als Frans mee gaat doen aan handdrukwedstrijden en Joe optreedt als zijn manager. Maar als Frans achter de echte naam van Joe komt, is dat een vreselijke ontgoocheling, de mysterieuze Joe is ineens een gewone jongen. Gelukkig heeft Joe dan nog een mytische tocht in petto.

Ik snap de coverfoto alleen niet: een jongen in een woestijnlandschap kan ik nog volgen, maar wat doet die sinaasappel daar nou?

Mooi boek, dat ik zonder de aanbeveling van de boekgrrls vast nooit gelezen zou hebben!

Enkele ezelsoortjes die ik maakte:
'Gevaar is waar je het niet verwacht', mompelt Joe.
------------------
Het was het uur dat alles blauw wordt, metalig blauw, wanneer alle kleur zich uit de dingen terugtrekt en ze blauw en hard en donker maakt voordat ze langzaam wegzinken in duisternis.
------------------
Het was mijn droom van alziendheid - niets zou meer verborgen zijn, ik zou de Geschiedenis van Alles kunnen schrijven.
------------------
Hij was niet zozeer een buitengewone jongen, hij was een kracht die vrijkwam.
------------------
De meest mensen kopen grafrechten voor tien jaar. Daar waar jij en de eeuwigheid elkaar ontmoeten, heb je in elk geval tien jaar rust.
------------------
... en keken de mensen naar me alsof ik imbeciel was. Nu is dat sowieso het eerste wat ze denken als ze iemand in een rolstoel zien, dat hij wel niet goed bij zijn hoofd zal zijn.
------------------
In de oogkassen van Regina Ratzinger smeulde een aanklacht tegen een wereld waarin mensen verliezen waar ze het meest van houden. Ze werd een vrouw waar mensen _langs_ keken om dat niet te hoeven zien.
------------------
'Angst en overmoed', zij hij, 'dat is de motor van de geschiedenis.'

dinsdag 7 maart 2006

Olivia Goldsmith - The switch



Volgens mij nam ik Olivia Goldsmith mee tijdens de laatste boekgrrlsboekenruil, maar zelfs dat weet ik niet zeker. Wel zeker is dat ik hiervan genoten heb tijdens mijn verhuizing. Lekker lichte chicklit-kost maar niet zo onbenullig dat je er hongerig bij blijft :-)

The switch vertelt het verhaal van Sylvie, een vrouw van denk ik begin veertig, wiens kinderen net het huis uit zijn gegaan om te gaan studeren. Zij hoopt dat het huwelijk met haar Bob nu aan een tweede jeugd kan beginnen en bestelt lingerie en een catalogus bij een reisbureau. Helaas heeft Bob het te druk met... jawel: zijn minnares. Blijkt dat die minnares sprekend Sylvie is (maar dan 10 jaar jonger!).

Natuurlijk heeft Bob deze Marla verteld dat hij binnenkort bij zijn vrouw weg zou gaan en dit domme gansje dacht dat hij het meende. Sylvie weet Marla over te halen samen Bob te straffen: ze zullen van leven wisselen en kijken of Bob het doorheeft en natuurlijk hem daarna allebei dumpen. Zo gezegd zo gedaan: na enige kleine chirurgische ingrepen stappen ze elkaars leven in. Maar het gaat niet helemaal als gepland...

Lekker, lekker.

zaterdag 18 februari 2006

Bernardo Atxaga - De zoon van de accordeonist



Als David komt te overlijden op zijn ranch in California, blijkt dat hij zijn memoires over zijn jeugd in Baskenland in boekvorm heeft achtergelaten. Deze zijn voor zijn Amerikaanse vrouw niet leesbaar: hij schreef het in het Baskisch, 'de oude taal' genoemd. Zijn vriend Joseba besluit dat boek verder uit te werken en zijn eigen herinneringen eraan toe te voegen. En dat is gelijk verwarrend en ook best irritant: als lezer weet je niet wat er vanuit David komt (al is het hele verhaal vanuit diens perspectief geschreven) en wat er vanuit Joseba aan toegevoegd is. Alleen de 'inleiding' op het verhaal komt eenduidig vanuit Joseba.

Al lezende kom je erachter dat David en Joseba een vreemde jeugd achter de rug hebben. In een tijd (jaren '60) waarin de Basken grondig onderdrukt werden (ja, zelfs het denken in het baskisch was zo ongeveer verboden!) en de omslag naar het niet langer pikken van die onderdrukking: de geboorte van de ETA en allerlei andere opstandige en vaak ook gewelddadige splintergroeperingen. Dat is het interessante deel van het verhaal. De rest kon me eerlijk gezegd niet zo boeien: zo'n verhaaltje over het bergdorpje Obaba en een zooitje jongens en meiden die wat om elkaar heen draaien en dank zij de streng katholieke moraal vooral stiekem sex hebben. En van die foute vaders die heulen met de Frankisten of dat ooit deden. En zo'n semi-spannend sausje over het deel waarin David erachter probeert te komen wat er nou in de Spaanse Burgeroorlog allemaal gebeurd is en wat de rol van zijn vader (de accordeonist) daar nou mee te maken heeft gehad... Terwijl dat op zich wel interessant is, want de burgeroorlog kleurt nog steeds het leven van elke Spanjaard. Een soort smet zeg maar. Als Atxaga dat sausje er nou afgehaald had en het boek vooral aan het thema onderdrukking van een volksdeel (plus hun taal en cultuur) had opgehangen, had ik het een goed boek gevonden, want hij schrijft lekker vlot. Maar nu kan ik het boek niet aanraden.

Enkele citaten:
'De oude taal' was voor David en voro mij ooit een belangrijk onderwerp geweest. In veel van de brieven die wij elkaar geschreven hadden sinds zijn vertrek naar Amerika, werd eraan gerefereerd: zou de voorspelling van Schuchardt uitkomen? Zou onze taal verdijwnen? Waren wij, hij en ik en al onze streekgenoten, als de laatsten der Mohikanen?
-----
Sinds die brief zijn drie jaar verstrken en het boek is er nu. Het heeft nog steeds de oorspronkelijke titel en niet de titel die Mary Ann (de vrouw van David, ES) suggereerde. Maar verder zijn zowel haar wensen als de mijne vervuld: (...); ook ontbreekt er niets dat in onze tijd en die van onze ouders in Obaba is voorgevallen. Het boek bevat de woroden die de zoon van de accordeonist heeft nagelaten, en ook de mijne.
-----

Over de schrijver:
Bernardo Atxaga werd geboren in 1951 in Baskenland. Hij schrijft gedichten, novelles en romans in zowel het Baskisch als in het Spaans. De Baskische uitgave van De zoon van de accordeonist- die aan de Spaanse vooraf ging -ontving de Premio de la Crítica 2003 em de Premio Euskadi de Plata (aldus de site van de uitgever)

Uitgeverij Nijgh & van Ditmar
Oorspronkelijke titel: El hijo del acordeonista, 2004
Vertaald in 2005 uit het Spaans door Johanna Vuyk-Bosdriesz

vrijdag 10 februari 2006

Vonne van der Meer - Het limonadegevoel



Een van de leuke dingen van gebruikte boeken is dat er soms dingen in staan waardoor je gaat nadenken van wie dit boek geweest kan zijn. Zo staat voorin dit boekje: Linda, 1990... Maar dat terzijde.

Dit is een ouwe vd Meer, uit 1985, bijna 15 jaar eerder dan Eilandgasten dat ik vorig jaar las. In het boekje zijn 7 korte verhalen opgenomen, tezamen nog geen 120 pagina's. De vd Meersfeer is wel al helemaal aanwezig in het Limonadegevoel. Maar het is allemaal nog niet zo erhm... keurig. Behalve het verhaaltje over de lust van het overspel. Dat was toch net te truttig voor mijn smaak. Maar nu ga ik te snel want dat was het derde verhaal :-)

Het eerste verhaal gaat over een vrouw die een miskraam heeft gekregen. Een mooi verhaal, over dat iedereen dat een 'vrucht' noemt terwijl zij het kindje al een naam had gegeven: Phoebe. Nou heb ik vorig jaar een nichtje Phoebe gekregen dus dat zal er vast mee te maken hebben dat ik dit een mooi verhaal vond.

Het tweede verhaal behandelt een stalker. Angstaanjagend. Had prima kunnen dienen voor een roman, maar helaas is het verhaal onaf.

Het vierde verhaaltje is onbetekenend. Het vijfde is het titelverhaal, mooi geconstrueerd verhaal over het jaloers zijn op de mono-sex van de partner: waarom heeft hij die sexblaadjes toch nodig?? En dat terwijl de hoofdpersoon ook monosex heeft, niet zozeer met sexblaadjes maar met fantasieen in haar hoofd die haar het limonadegevoel bezorgen...

Vervolgens weer een verhaaltje waarvan ik dacht ach lamaar (over een moeder die haar kind mee laat doen aan een commercial en daarmee veel verder gaat dan ze eigenlijk wil).

Het laatste verhaal is weer prachtig: een vrouw krijgt een reisje Griekenland van haar familie maar wil zichzelf vrijwaren van ongewenst mannelijk gezelschap. Hoe doe je dat? Doe alsof je zwanger bent. Maar dt is gemakkelijker gezegd dan volgehouden...

Over het algemeen een leuk boekje.

woensdag 8 februari 2006

Susanna Clarke - Jonathan Strange & Mr Norrell



Ken je dat gevoel dat je kunt hebben als je je geliefde voor het eerst mee naar huis of een feestje neemt en zo vreselijk hoopt dat ook je familie en vrienden hem/haar helemaal te gek zullen vinden? En dat je dat meenemen dus maar uitstelt en uitstelt? Nou, met dat gevoel loop ik al weken rond, sinds ik begon in Jonathan Strange & Mr. Norrell van Susanna Clarke. Het boek werd door Sjaak vanuit de States voor me meegenomen. Een gok, maar gezien de aangevelingen op de cover ('Combines the dark mythology of fantasy with the delicious social comedy of Jane Austen into a masterpiece of the genre theat rivals Tolkien'), durfde hij het wel aan. En terecht! Hoe kan ik in hemelsnaam onder woorden brengen waarom ik dit zo fantastisch vond?

Het is de debuutroman van Clarke, dus veel kan ik nog niet over haar vertellen. Dan maar simpelweg eerst het verhaal, al doet dat misschien gelijk een aantal potentiele liefhebbers afvallen want het gaat over magie. Nee, niet stoppen, lees door, lees door! :-)

Een beetje googlen bracht me trouwens bij de mooi vormgegeven site die bij het boek hoort.

Het verhaal
Begin 19e eeuw, Londen. Na 200 jaar afwezigheid doet de praktische magie zijn herintrede in het Victoriaanse Engeland. En wel in de onoogelijke persoon van Mr. Norrell. Deze oersaaie, opgedroogde kamergeleerde moet zorgen voor het heropleven van de hoogtijdagen van de Engelse magie. Met hem zouden de dagen van de Raven-King, die het Noordelijk deel van Engeland bestuurde en een sterke magier terug moeten keren? Pah! Om te bewijzen dat hij wel degelijk de praktische magie beheerst, brengt hij de pas gestorven vrouw van een van de ministers weer tot leven. Of lukt dat toch niet helemaal?

Dan ontdekt nog iemand dat ook hij de gave heeft, de jonge, aantrekkelijke Jonathan Strange. Als deze twee hun krachten bundelen, lukt het de Engelsen eindelijk om Napoleon te verslaan en de oorlog met Frankrijk naar hun hand te zetten. Maar dan krijgen de heren ruzie over het inroepen van 'Fairies', waarvan Mr. Norrel vindt dat dat echt niet kan, en dat Strange wel wil proberen. Strange verdwijnt naar Italie, experimenteert wat met Fairies en komt daar door schade en schande achter waarom Mr. Norrell zo tegen hen gekant was.

De stijl waarin het boek is geschreven is neo-Victoriaans. Ik denk dat lezers die van Sarah Waters houden ook van de stijl van Susanna Clarke zullen genieten. Ongeveer net zo dik (850 pagina's) maar met meer humor (vond ik) en minder sexueel getint (gelukkig maar, ik moet er niet aan denken om het sexleven van Mr. Norrel beschreven te zien :-p). En hoe sommige politieke situaties (bv. de overwinning op Napoleon bij Waterloo, de gekte van de Koning en het optreden van Wellington) toegeschreven blijken te kunnen worden aan het optreden van Jonathan Strange is prachtig gedaan.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de prachtige houtskooltekeningen van Portia Rosenberg die door het hele boek staan. Prachtig prachtig! Lees ende geniet!!

Ik heb vreselijk veel ezelsoortjes gemaakt, ik pik er een paar uit:
'Burlington House in Piccadilly was the London residence of the Duke of Portland, the Firtst Minister of the Treasury (whom many people nowadays like to call the Prime Minister in the French style). It had been erected in an Age when Enlish noblemen were not afraid to rival their Monarch in displays of power and wealth and it had no equal for beauty anywhere in the capital. As for the Duke himself, he was a most respectable old person, but, poor man, he did not accord with any body's idea of what a Prime Minister ought to be. He was very old and sick. Just at present he lay in a curtained room somewhere in a remote part of the house, stupefied by laudanum and dying by degrees. He was of no utility whatsoever to his country and not much to his fellow Ministers. The only advantage of his leadership as far as they could see was that it allowed them to use his magnificent house as their meeting-place and to employ his magnificent servants to fetch them any little thing they might fancy out of his cellar. (They generally found that governing Great Brtiain was a thirsty business).'
-----
'At the time of his father's death he was much taken up with a scheme to persuade a certain young lady to marry him. (...) True, Laurence Strange had objected strongly to the lady's poverty, but he had put it out of his power to make any serious difficulty when he froze himself to death.' (De vader is een nare man. Om een dienaar te straffen zette hij die in een kamer met het raam open midden in de winter, terwijl hij doodziek was. Ironisch genoeg sterft niet de dienaar maar de meester)
-----
'Mr. Norrel was very well pleased. Lord Liverpool was exactly the sort of guest he liked - one who admired the books but shewed (geen typefout, zo wordt het door het hele boek geschreven) no inclination to take them down from the shelves and read them.'
-----
'... but more often he encouraged foolish young Toms and Jerrys to gamble, and when the lost ...' (ik wist niet dat Tom en Jerry kennelijk een bestaand duo was voordat ze als tekenfilmfiguren beroemd werden!)
-----
'On either hand empty moors the colour of a bruise stretched up to a dark sky that threatened snow. Grey, misshapen rocks were strewn about, making the landscape appear still more bleak and uncouth. Occasionaly a low ray of sunlight would pierce the clouds, illuminating for a moment a white, foaming stream, or stiking a pothole full of water that would suddenly become as dazzling as a fallen silver penny.'