woensdag 22 december 2010

Jonathan Franzen - Freedom



Het zijn de sterke benen die de weelde van de vrijheid kunnen dragen. Dat is het thema van de nieuwe roman van Jonathan Franzen. Want alle personen in het verhaal voelen zich vrij om te doen waar ze zin in hebben. En doen dat vervolgens ook. Maar de consequenties van hun gedrag willen ze liever niet onder ogen zien.

Het verhaal
Patty en Walter Berglund zijn de centrale figuren in deze roman. Ze ontmoeten elkaar tijden hun college-jaren. Patty is een talentvolle basketbalspeelster, die na een suf ongeluk haar sportieve ambities opgeeft en alleen nog maar een perfect moeder wil zijn. Ze is eigenlijk verliefd op Walters kamergenoot Richard Katz, de interessante rockmusicus. Maar als ze een lijntje naar Richard uitgooit, wijst die haar af: hij wil zijn vriendschap met Walter niet in gevaar brengen door iets te beginnen met diens vriendin. En dus vlucht ze in de armen van de wat saaie maar betrouwbare Walter, die haar aanbidt. Patty blijft ontevreden met deze keuze, en als ze jaren later haar levensverhaal optekent tijdens de therapie waarin ze gaat voor de depressies die haar blijven plagen, komt dat ook naar boven: was Walter maar meer Richard-achtig! Van dat perfecte moeder-zijn komt natuurlijk ook op den duur niets terecht want Patty kan slecht verkroppen dat haar kinderen andere keuzes maken dan zij voor ze in gedachten had. Dat ze hen daarmee van zich vervreemdt, ziet ze pas als het te laat is.

Walter is een man die zeer begaan is met het lot van de aarde. Hij doet zijn stinkende best om goed voor zijn gezin te zorgen, maar kan alleen maar constateren dat zijn vrouw diepongelukkig is, dat hij een afstandelijke dochter en een rebelse zoon heeft. Walter vlucht in zijn werk en maakt daarbij de keuze om het gezicht te worden van een initiatief van een heel rijk man, die een natuurreservaat wil stichten voor een trekvogeltje. Er zit echter een addertje onder het gras: het reservaat kan alleen een reservaat worden nadat het commercieel geëxploiteerd is: er moet eerst natuurverwoestende dagbouw plaats vinden. Door zich aan dit initiatief te verbinden verliest Walter zijn geloofwaardigheid als strijder voor natuur en milieu.

Richard, de kamergenoot van Walter, de rockmuzikant is een man die het leven het liefst niet al te serieus neemt. Ergens staat zoiets (vergeten te ezelsoren) als dat het "zijn lot is zoveel mogelijk vagina's te vullen", iets dat hem als aantrekkelijke rocker natuurlijk makkelijk af gaat. Hij is zijn leven lang verlief op Patty, een liefde waar hij niet aan kan toegeven, want zij is immers de partner van zijn vriend Walter! Hij maakt het soort muziek dat een heel klein publiek heeft, en hij leeft aan de rand van de zelfkant van de maatschappij. Dat leven bevalt hem zeer: er is geen verantwoordelijkheid die op hem drukt. Pas als hij een plaat maakt die geïnspireerd is op zijn liefde voor Patty komt zijn grote doorbraak. Daar schrikt hij zo erg van dat hij zijn muzikale carrière aan de wilgen hangt. Maar zo gemakkelijk komt hij daar niet mee weg.

Jessica, de oudste van Walter en Patty, komt er in het verhaal bekaaid af. Ze is de verstandigste en slimste van het hele stel. Maar is daarmee, vanuit het oogpunt van de schrijver of het thema van het boek, kennelijk ook de minst interessante figuur. Haar broer, de rebelse Joey, krijgt daarentegen een bijna even belangrijke rol toebedeeld als zijn ouders. Al vroeg is het een jongen die niet lijkt te willen deugen: hij verkoopt via het buurmeisje horloges op haar school (met vette winst), gaat uit pure pesterij (Patty heeft een hekel aan de buurvrouw) als hij een jaar of 14 is met hetzelfde buurmeisje Connie naar bed en trekt na een daverende ruzie hierover met zijn ouders bij die o-zo-verachte buren in. Connie is een vreemd meisje: haar hele bestaan draait om Joey. Wat hij wil, doet zij. En hoewel dat afhankelijke gedrag Joey ongelofelijk irriteert, kan hij toch niet van haar loskomen. Sterker, verbindt hij haar lot steeds sterker aan het zijne en maakt zich daarmee steeds meer los van zijn ouders. Tot zijn hang naar het snelle geld hem bijna de kop kost.

Geen van allen weten de romanfiguren raad met de vrijheid van handelen die ze hebben: ze maken keuzes maar weigeren vervolgens lange tijd daarvan de gevolgen onder ogen te zien, laat staan aanvaarden. Lichtpuntje aan het eind is dat Patty en Walter, als ook Joey eindelijk zichzelf recht in de ogen durven te kijken en durven te zeggen: dit is wie ik ben. Dit zijn de keuzes die ík heb gemaakt, de consequenties waar ík mee zal moeten (leren) leven. Daarmee geeft Franzen hoop voor de toekomst...

dinsdag 7 december 2010

Yoko Ogawa - De huishoudster en de professor



In deze ontroerende roman van Ogawa wordt het verhaal verteld van een jonge huishoudster, die gaat zorgen voor een professor. Hij heeft meer dan 15 jaar geleden in een auto-ongeluk zijn korte-termijn-geheugen verloren, wat inhoudt dat zijn geheugen van alles wat na 1975 is gebeurd niet meer dan 80 minuten terug gaat.

Je kunt je wel indenken hoe verwarrend het leven van de professor moet zijn: op zijn pak heeft hij allemaal briefjes geprikt met daarop zaken geschreven die hij niet mag vergeten, zoals waar de maagtabletten liggen of een tekeningetje van zijn 'huidige huishoudster'. Voor zijn ongeluk was hij een gevierd wiskundig hoogleraar; nu vult hij zijn dagen met het oplossen van wedstrijdopgaven die door wiskundige tijdschriften worden uitgeschreven. Hij komt zijn huis eigenlijk niet meer uit.

De huishoudster moet zich elke ochtend opnieuw aan hem voorstellen. Op een dag komt hij erachter dat ze de alleenstaande moeder van een zoon van 10 jaar is en hij staat erop dat ze de jongen meeneemt. Vanaf het eerste moment groeit er een eigenaardig soort vriendschap tussen de twee: al moet de jongen zich elke dag opnieuw voorstellen (hij wordt in het boek alleen aangesproken met de naam die de professor hem geeft: Wortel, naar het wiskundig symbool, niet de groente want daaraan heeft de professor een enorme hekel, maar omdat hij zo'n plat hoofd heeft), de professor helpt hem met zijn huiswerk op een ongelofelijk prettige manier, die de liefde voor getallen in zowel Wortel als zijn moeder doet ontbranden.

Wortel en de professor blijken nog een passie te delen: honkbal, en ze zijn allebei fervent fans van de Tigers. Al is de professor natuurlijk supporter van het team uit de jaren '70, en dan vooral van de briljante pitcher Enatsu, die natuurlijk inmiddels allang niet meer speelt. De huishoudster neemt hen in een opwelling mee naar een honkbalwedstrijd van hun favoriete team. Een ervaring die een reeks gebeurtenissen in gang zet, die het einde van de betrekking van de huishoudster bij de professor inluiden.

Naast dat het een heel ontroerende roman is, krijg je ook het nodige mee over getallen: bevriende getallen, perfecte getallen, priemgetallen, tweeling-priemgetallen. Ik denk overigens wel dat je wel iets van wiskunde moet weten om die passages goed te kunnen volgen. Maar zelfs al kun je dat niet, dan nog is hetgeen telkens met die verschillende soorten getallen bedoeld wordt, duidelijk en navolgbaar.

Enige minpuntje is dat ik het onvoorstelbaar vond dat het kleine huisje van de professor (twee kamers), een puinhoop bleef, ondanks het feit dat hij een fulltime huishoudster had. Maar goed, dat is een minpuntje en geen minpunt.

maandag 6 december 2010

Een boekenlegger: fijn cadeau


Toen we samen de tentoonstelling van Edvard Munch in de Kunsthal bezochten, kreeg ik van haar een prachtige boekenlegger van zijn Madonna. Op dit moment is het mijn favoriete boekenlegger. En ik heb er heel wat :-)

Haruki Murakami - After Dark



Wat gebeurt er in een grote stad in de nacht, nadat de meeste mensen zijn gaan slapen? Dat gegeven gebruikt Murakami in After Dark. Als lezer ontmoet je degenen die wakker willen of moeten zijn tijdens die nachtelijke uren.

Zo is er de jonge studente Chinees Mari. Zij kan (of wil?) niet slapen en zit daarom in een cafe een boek te lezen. Daar ontmoet ze de trombonist Takahashi. Het blijkt dat dat niet voor het eerst is: ooit hebben ze een double date gehad met een vriend van hem en haar zus Eri.
Als Takahashi vetrokken is om de rest van de nacht te gaan oefenen met zijn band, wordt Mari benaderd door Kaoru, de houdster van een 'love-hotel' (verder een 'wipper' genoemd). Die hoorde van Takahashi dat Mari Chinees spreekt en heeft haar hulp nodig: er is een Chineessprekende prostituee mishandeld in haar hotel en ze vraagt of Mari wil tolken.
De klant van deze prostituee is inmiddels verdwenen. Het is de op het eerst keurig ogende kantoorman Shirakawa. Na de mishandeling neemt hij alle bezittingen van de prostituee mee en gaat hij weer gewoon aan het werk, alsof er niets gebeurd is. Maar zo makkelijk komt hij niet weg met de mishandeling: de pooier van de prostituee laat hem dat via haar mobieltje duidelijk weten.
Als de nacht vordert komen we erachter dat Eri, de zus van Mari, al twee maanden onafgebroken slaapt. Terwijl we Eri bestuderen, blijken we niet de enigen: vanuit de televisie kijkt er een vreemde man naar Eri. Een man die zijn gezicht verbergt achter een masker. Als we een uurtje later terugkeren is Eri verdwenen! Is ze wakker geworden? Nee, ze bevindt zich ineens aan de andere kant van het televisiescherm.

Alweer een mooie en intrigerende roman van Murakami. Met alle bekende ingrediënten: muziek, eten, verlangen naar het onbereikbare, jeugdliefde, sex. Maar dit wordt niet een van mijn favorieten, omdat er net iets te weinig balans zit tussen het bovennatuurlijke verhaal over Eri en de juist heel down to earth verhalen over de andere figuren.