zaterdag 28 februari 2009

Daniel Hecht - Geestdrift



Het verhaal
De hoofdpersoon van deze roman is Paul Skoglund, lijder aan het syndroom van Gilles de la Tourette. De medicijnen die Paul hiervoor slikt maken zijn ziekte behapbaar, maar ondanks dat is het voor hem onmogelijk zijn beroep van leraar uit te oefenen. Paul woont samen met zijn vriendin Lia. Hij is eerder getrouwd geweest, en deelt met zijn ex de zorg voor hun zoon Mark. Tenminste, voor zolang het nog duurt want zij vindt dat Paul een slechte invloed op de eveneens met neurologische problemen kampende Mark heeft. En dan ook nog eens geen baan, dus hoe kan hij de jongen nou de zorg geven die die nodig heeft? Het lijkt daarom een geschenk uit de hemel dat zijn tante hem vraagt haar landhuis (Highwood) op te knappen dat door vandalen totaal verwoest is. Als Paul aan de gang gaat in het huis, ontdekt hij dat de schade vrijwel onmogelijk door gewone vandalen kan zijn veroorzaakt.

Mo Ford is een politieman die niet altijd volgens het boekje werkt. Dat heeft hem al eerder in de problemen gebracht en hem een overplaatsing opgeleverd. In zijn nieuwe district bestaat zijn werk uit het oplossen van een aantal verslofte zaken. Het gaat om een bizar verkeersongeluk en een aantal verdwenen tieners. Zijn speurwerk brengt hem bij Highwood, het huis waar Paul de boel aan het opknappen is.

Wat is precies in Highwood gebeurd?

Best een lekker boek hoor, maar veel te vaak slaat Hecht eindeloze zijpaden in. Bovendien wil hij dat alles tot in de kleinste details klopt. En dat haalt de vaart erg uit het verhaal. Het einde is overigens bijzonder en verrassend, dat maakt veel goed.

Oorspronkelijke titel: Skull session (1997), vertaling Robert Vernooy

zaterdag 7 februari 2009

Haruki Murakami - Waarover ik praat als ik over hardlopen praat



Gezien mijn eerdere ervaringen met Murakami was ik erg benieuwd naar zijn jongste pennenvrucht. Dat het non-fictie is, leek me geen bezwaarlijk iets, iemand die zulke wonderschone fictie-teksten kan produceren moet het immers ook lukken om goede non-fictie te schrijven.

En goede non-fictie is het zeker. De zinnen lopen soepel en Murakami vertelt op een vlotte manier dat wat hij te vertellen heeft. En wat dat is? Hardlopen. Hij beschrijft eigenlijk wat hardlopen voor hem betekent. En als hij over hardlopen praat, dan heeft hij het over langeafstandslopen. Halve marathonnen of langer, zeg maar.

In het begin van het boek trekt Murakami regelmatig de vergelijking tussen welke eigenschappen je als romancier nodig hebt die ook bij het hardlopen van pas komen (en vice versa). Interessant! Maar later in het boek gaat het toch vooral om zijn persoonlijke belevenis van het hardlopen en beschrijft Murakami het verloop van een aantal wedstrijden waaraan hij mee heeft gedaan. Vanaf dat moment vond ik het niet zo interessant meer. Want ik ben een lezer en geen loper.

Dus: doe mij maar Murakami als fictieschrijver. Ik ben trouwens niet de enige die tot deze conclusie komt. Pieter Steinz schreef in zijn recensie in de NRC van 23 januari namelijk het volgende:
En dan, bij het herlezen van The Loneliness of the Long-Distance Runner, besef je wat voor boek je eigenlijk het liefst van Haruki Murakami had gelezen. Geen slappe kenschets van zijn eigen leven als loper en schrijver, maar een roman waarin hardlopen een belangrijke bijrol speelt en die verder naadloos past in de rest van zijn oeuvre. Een marathon in Kyoto die uitloopt op een surrealistische odyssee bijvoorbeeld. Of de hopeloze driehoeksverhouding van twee eigenzinnige ultralopers en een even labiel als beeldschoon meisje. Pas dan kan hij, zoals hij het in Waarover ik praat als ik over hardlopen praat formuleert, aan de finish trots op mezelf zijn.

zondag 1 februari 2009

Joris Luyendijk - Het zijn net mensen



Joris Luyendijk geeft in Het zijn net mensen een onthutsend kijkje op de werking van 'de media'. Hij is jarenlang voor verschillende media (kranten, radio, tv) gestationeerd geweest in het Midden-Oosten, waar hij eerst vanuit Egypte, daarna vanuit Libanon en tenslotte vanuit Oost-Jeruzalem verslag deed van de situatie aldaar.

Met voorbeelden en briljant verzonnen parallellen legt hij uit waarom het onmogelijk is om objectief verslag te leggen vanuit een dictatuur, zoals de meeste landen in het Midden-Oosten. Er zijn geen statistieken, opiniepeilingen evenmin. Mensen durven hun mond eigenlijk niet open te doen want wie weet ben je wel van de geheime dienst. En als ze hun mond al open durven te doen dan alleen off the record.

Later mag hij zijn licht laten schijnen over het conflict tussen de Palestijnen en Israeliers. Hier laat Luyendijk zien hoe slim de Israeliers de internationale opinie beinvloeden en hoe slecht de Palestijnen daartoe in staat blijken. Geholpen door het feit dat ook daar een Leider zit die zichzelf in het zadel wil houden, koste wat kost.

Daarnaast ervaart Luyendijk hoe lastig het is om verslag te doen van een situatie zonder dat er een nieuwswaardige aanleiding is. Dat willen tv-programma's in het westen gewoon niet van je hebben. De afnemers van het nieuws zoeken bevestiging van hun bestaande ideeën en denkbeelden, geen beelden daarnaast die die denkbeelden zouden kunnen verstoren.

Ik was al een Luyendijk-fan door zijn geweldige gastheerschap van Zomergasten, en door het lezen van Het zijn net mensen is mijn bewondering er niet minder op geworden. Je moet het maar durven, de geloofwaardigheid van je eigen vak ter discussie stellen.