maandag 20 mei 2002

Is dit recht, mijn lief?



Ik heb net een aardig bundeltje gelezen: Is dit recht, mijn lief? Verhalen en gedichten over mensenrechten, uitgegeven in 1998, ter ere vn het 50-jarig 'bestaan' van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De bundel begint dan ook met het opsommen van die rechten, in 30 artikelen: recht op vrijheid, gelijkheid, waar je ook woont, ongeacht ras, sekse, geloof, etc.

Daarna een reeks verhalen waarin telkens een ander aspect van deze rechten aan bod komt: een gedicht over een ongeboren kind, dat omdat het een meisje is, geaborteerd zal worden (Sujata Bhatt). Een verhaal over vrouwendiscriminatie in Iran: zij moeten na het overlijden van hun man andere mannen tijdelijk huwen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien (Nasser Fakhteh).

Vervolgens een verhaal waarvan ik ook nu weer ondersteboven ben, over het folteren van een vrouw in Egypte (?) omdat ze de 'leider' stom genoemd heeft (Nawal El Saadawi). Wrang is dat de aanklager, die haar woorden herhaalt, óók aangeklaagd wordt, hij zegt het nu immers ook en dus: kop eraf! Daarna een verhaal van Anne Provoost, dat me te erg deed denken aan Sophies Choice, maar dan in Joegoslavië. Dit keer niet uit het oogpunt van de moeder geschreven, maar uit het oogpunt van één van de kinderen.

Ook heel mooi vond ik het verhaal van Saskia van de Graaf, over gevaar voor uitzetting van Chinese illegalen uit Nederland, die uit pure wanhoop hun dochtertje weggeven aan Nederlanders.

Meer over uitzetting in het verhaal van Geert van Istendael: de houding van de Belgische Vreemdelingendienst: het zijn allemaal leugenaars. En wat doe je als een relatie met zo-iemand hebt? Antjie Krog schrijft over de dingen die door de Zuid-Afrikaanse Waarheidscommissie over het apartheidsregime naar boven zijn gehaald. Indrukken meer dan een verhaal of een gedicht. Bloedstollend.

Ook het volgende verhaal maakt veel indruk: een verhaal over het leven van een gefolterde man, gevlucht naar Barcelona. De onmogelijkheid om een 'normale' relatie met andere mensen aan te gaan na zo'n ervaring. Ril! Over de onderdrukking van schrijvers in Iran schrijft Kader Abdolah. Het afschuwelijke spel van het regime om van deze mensen robots te maken. Een vertaling van het gedicht Refugee Blues (WH Auden) door Judith Herzberg, over de onwil van landen om joden binnen te laten die uit Nazi-Duitsland vluchtten. De vertaling is overigens niet veel soeps, te veel letterlijk, te weinig dichtend (als u begrijpt wat ik bedoel).

Een verhaal van Bob van Laerhoven over Monrovia (Liberia), waar de rivaliserende milities korte metten maken met alles wat beweegt. Een wel aardig verhaal van Yvonne Keuls waarin zij teruggaat naar 1903, een lezing door een vrouw die drie jaar opgesloten is geweest in een gekkengesticht, alleen omdat ze een buitenechtelijk kind had. De laatste twee verhalen gaan over discriminatie van ouderen (door Hermine de Graaf en Lindsey Collen). Het eerste betreft een verhaal over een dame die door haar kinderen in een bejaardenhuis gestopt denkt te gaan worden, het tweede over het leven van een hoogbejaarde man onder een dictator. Vooral dit laatste sprak me aan, het is een spannend verhaal, want deze man zal, als oudste van het land, op zijn verjaardag live geïnterviewd gaan worden om de loftrompet te steken over het regime. Hoe ver kan hij gaan in het zeggen wat hij werkelijk denkt?

Al met al een aardige bundel, alleen al door de verscheidenheid van de bijdragen (die op 3 na allemaal speciaal voor de bundel geschreven zijn).

donderdag 9 mei 2002

Margriet de Moor - Kreutzersonate



Ik vond het een mooi boek. Er zijn vier fases in de relatie tussen Suzanna Flier en Marius van Vlooten te herkennen: voordat het wat werd (Marius' zelfmoordpoging), toen het wat werd (Bordeaux), hun huwelijksjaren en na de scheiding (?).

Wat me het meest opviel aan het boek waren de stukken over de tweede, derde en vierde fase in hun relatie. Het eerste deel trok me niet zo. Dat verhaal over de 1e vriendin van Marius, haar 'verraad' en zijn zelfmoordpoging. Ach ja, ik dacht toen: dit boek is het niet voor mij.

Maar toen begon het eigenlijk pas echt. Over de tweede fase: 'Maar één ding staast voor mij achteraf vast: de twintig minuten gedurende welke Marius van Vlooten het liefdesmotief opnieuw, maar met eigen, heel moeilijk te sturen krachten, in zijn leven toeliet, zijn de twintig minuten geweest waarin het Schulhoff Kwartet een Kreutzersonate speelde waar de stukken vanaf zijn gevlogen.'

Wat ik hier ook heel mooi beschreven vond was dat de ik-persoon aan Marius beschrijft hoe Suzanna eruit ziet en dat hij (Marius) telkens maar moet denken aan een schilderij dat hij ooit in Berlijn zag (ik kan me nu niet zo goed meer herinneren of ze datzelfde doek later ook nog samen zien hangen in dat museum met die fontein). Dat hij later beschrijft dat beelden vervagen (ook dat van Suzanna), omdat hij dat niet kan 'verversen'.

Over de derde fase:
V

E

R

K

L

A

P

P

E

R

De subtiele manier waarop ze elkaar pesten: zij door meubels net even IEts te verplaatsen, hij door haar opgesloten te laten in (was het het stookhok?). Prachtig beschreven. Dat dat uitmondt in een moordpoging zie je van veraf aankomen, maar vond ik in ieder geval wel heel spannend: nadat ze in het tweede deel al bijna te pletter gevallen was, zou dit een mooi 'ronde' verhaallijn zijn geweest. Heel mooi vond ik hier ook de passage die begint op p. 91, als hij verduisteringsgordijnen heeft laten ophangen omdat zij 'gezegd had dat ze 's nachts eigenlijk alleen echt lekker, echt diep kon slapen in het pikkedonker'. HIJ merkt het verschil natuurlijk niet, zij is totaal onthand als ze de kamer binnenkomt: 'dat zij op dit ogenblik op de intiemste plek van haar woning als een beschonkene stond te wankelen en tegen de meubels opbotste.'

Over de vierde fase ben ik in verwarring: de ik-persoon leest jaren later haar overlijdensadvertentie. En komt door de namen die daaronder staan tot de conclusie dat Marius en Suzanna weer samen zijn gekomen na de poging tot moord en zelfs, zo fantaseert hij, nog een tweeling hebben gekregen. Die conclusie deel ik niet 123. Voor mijn gevoel (en nu slaat mijn fantasie lekker op hol :-) ) had er ook iets kunnen zijn als: ex-man en zoontje staan eronder en daarnaast haar nieuwe liefde (lesbisch) en hun dochter? Of... nou ja, vul maar in. Ik kan me niet zo goed voorstellen dat ze weer samen zouden zijn gekomen. Namen eronder zeggen niets over de relatie die ze met hen zou kunnen hebben gehad. Ik vroeg me ook af hoe ze aan haar einde was gekomen: toch door een val? Enz. enz. Voldoende open eindjes om lekker over door te kunnen denken.

Eigenaardig dat de naam van de ik-persoon nooit genoemd wordt. Aan de andere kant maakt dat voor het verhaal niets uit, dus waarom een naam verzinnen die er niet toe doet?