zaterdag 18 februari 2006

Bernardo Atxaga - De zoon van de accordeonist



Als David komt te overlijden op zijn ranch in California, blijkt dat hij zijn memoires over zijn jeugd in Baskenland in boekvorm heeft achtergelaten. Deze zijn voor zijn Amerikaanse vrouw niet leesbaar: hij schreef het in het Baskisch, 'de oude taal' genoemd. Zijn vriend Joseba besluit dat boek verder uit te werken en zijn eigen herinneringen eraan toe te voegen. En dat is gelijk verwarrend en ook best irritant: als lezer weet je niet wat er vanuit David komt (al is het hele verhaal vanuit diens perspectief geschreven) en wat er vanuit Joseba aan toegevoegd is. Alleen de 'inleiding' op het verhaal komt eenduidig vanuit Joseba.

Al lezende kom je erachter dat David en Joseba een vreemde jeugd achter de rug hebben. In een tijd (jaren '60) waarin de Basken grondig onderdrukt werden (ja, zelfs het denken in het baskisch was zo ongeveer verboden!) en de omslag naar het niet langer pikken van die onderdrukking: de geboorte van de ETA en allerlei andere opstandige en vaak ook gewelddadige splintergroeperingen. Dat is het interessante deel van het verhaal. De rest kon me eerlijk gezegd niet zo boeien: zo'n verhaaltje over het bergdorpje Obaba en een zooitje jongens en meiden die wat om elkaar heen draaien en dank zij de streng katholieke moraal vooral stiekem sex hebben. En van die foute vaders die heulen met de Frankisten of dat ooit deden. En zo'n semi-spannend sausje over het deel waarin David erachter probeert te komen wat er nou in de Spaanse Burgeroorlog allemaal gebeurd is en wat de rol van zijn vader (de accordeonist) daar nou mee te maken heeft gehad... Terwijl dat op zich wel interessant is, want de burgeroorlog kleurt nog steeds het leven van elke Spanjaard. Een soort smet zeg maar. Als Atxaga dat sausje er nou afgehaald had en het boek vooral aan het thema onderdrukking van een volksdeel (plus hun taal en cultuur) had opgehangen, had ik het een goed boek gevonden, want hij schrijft lekker vlot. Maar nu kan ik het boek niet aanraden.

Enkele citaten:
'De oude taal' was voor David en voro mij ooit een belangrijk onderwerp geweest. In veel van de brieven die wij elkaar geschreven hadden sinds zijn vertrek naar Amerika, werd eraan gerefereerd: zou de voorspelling van Schuchardt uitkomen? Zou onze taal verdijwnen? Waren wij, hij en ik en al onze streekgenoten, als de laatsten der Mohikanen?
-----
Sinds die brief zijn drie jaar verstrken en het boek is er nu. Het heeft nog steeds de oorspronkelijke titel en niet de titel die Mary Ann (de vrouw van David, ES) suggereerde. Maar verder zijn zowel haar wensen als de mijne vervuld: (...); ook ontbreekt er niets dat in onze tijd en die van onze ouders in Obaba is voorgevallen. Het boek bevat de woroden die de zoon van de accordeonist heeft nagelaten, en ook de mijne.
-----

Over de schrijver:
Bernardo Atxaga werd geboren in 1951 in Baskenland. Hij schrijft gedichten, novelles en romans in zowel het Baskisch als in het Spaans. De Baskische uitgave van De zoon van de accordeonist- die aan de Spaanse vooraf ging -ontving de Premio de la Crítica 2003 em de Premio Euskadi de Plata (aldus de site van de uitgever)

Uitgeverij Nijgh & van Ditmar
Oorspronkelijke titel: El hijo del acordeonista, 2004
Vertaald in 2005 uit het Spaans door Johanna Vuyk-Bosdriesz

vrijdag 10 februari 2006

Vonne van der Meer - Het limonadegevoel



Een van de leuke dingen van gebruikte boeken is dat er soms dingen in staan waardoor je gaat nadenken van wie dit boek geweest kan zijn. Zo staat voorin dit boekje: Linda, 1990... Maar dat terzijde.

Dit is een ouwe vd Meer, uit 1985, bijna 15 jaar eerder dan Eilandgasten dat ik vorig jaar las. In het boekje zijn 7 korte verhalen opgenomen, tezamen nog geen 120 pagina's. De vd Meersfeer is wel al helemaal aanwezig in het Limonadegevoel. Maar het is allemaal nog niet zo erhm... keurig. Behalve het verhaaltje over de lust van het overspel. Dat was toch net te truttig voor mijn smaak. Maar nu ga ik te snel want dat was het derde verhaal :-)

Het eerste verhaal gaat over een vrouw die een miskraam heeft gekregen. Een mooi verhaal, over dat iedereen dat een 'vrucht' noemt terwijl zij het kindje al een naam had gegeven: Phoebe. Nou heb ik vorig jaar een nichtje Phoebe gekregen dus dat zal er vast mee te maken hebben dat ik dit een mooi verhaal vond.

Het tweede verhaal behandelt een stalker. Angstaanjagend. Had prima kunnen dienen voor een roman, maar helaas is het verhaal onaf.

Het vierde verhaaltje is onbetekenend. Het vijfde is het titelverhaal, mooi geconstrueerd verhaal over het jaloers zijn op de mono-sex van de partner: waarom heeft hij die sexblaadjes toch nodig?? En dat terwijl de hoofdpersoon ook monosex heeft, niet zozeer met sexblaadjes maar met fantasieen in haar hoofd die haar het limonadegevoel bezorgen...

Vervolgens weer een verhaaltje waarvan ik dacht ach lamaar (over een moeder die haar kind mee laat doen aan een commercial en daarmee veel verder gaat dan ze eigenlijk wil).

Het laatste verhaal is weer prachtig: een vrouw krijgt een reisje Griekenland van haar familie maar wil zichzelf vrijwaren van ongewenst mannelijk gezelschap. Hoe doe je dat? Doe alsof je zwanger bent. Maar dt is gemakkelijker gezegd dan volgehouden...

Over het algemeen een leuk boekje.

woensdag 8 februari 2006

Susanna Clarke - Jonathan Strange & Mr Norrell



Ken je dat gevoel dat je kunt hebben als je je geliefde voor het eerst mee naar huis of een feestje neemt en zo vreselijk hoopt dat ook je familie en vrienden hem/haar helemaal te gek zullen vinden? En dat je dat meenemen dus maar uitstelt en uitstelt? Nou, met dat gevoel loop ik al weken rond, sinds ik begon in Jonathan Strange & Mr. Norrell van Susanna Clarke. Het boek werd door Sjaak vanuit de States voor me meegenomen. Een gok, maar gezien de aangevelingen op de cover ('Combines the dark mythology of fantasy with the delicious social comedy of Jane Austen into a masterpiece of the genre theat rivals Tolkien'), durfde hij het wel aan. En terecht! Hoe kan ik in hemelsnaam onder woorden brengen waarom ik dit zo fantastisch vond?

Het is de debuutroman van Clarke, dus veel kan ik nog niet over haar vertellen. Dan maar simpelweg eerst het verhaal, al doet dat misschien gelijk een aantal potentiele liefhebbers afvallen want het gaat over magie. Nee, niet stoppen, lees door, lees door! :-)

Een beetje googlen bracht me trouwens bij de mooi vormgegeven site die bij het boek hoort.

Het verhaal
Begin 19e eeuw, Londen. Na 200 jaar afwezigheid doet de praktische magie zijn herintrede in het Victoriaanse Engeland. En wel in de onoogelijke persoon van Mr. Norrell. Deze oersaaie, opgedroogde kamergeleerde moet zorgen voor het heropleven van de hoogtijdagen van de Engelse magie. Met hem zouden de dagen van de Raven-King, die het Noordelijk deel van Engeland bestuurde en een sterke magier terug moeten keren? Pah! Om te bewijzen dat hij wel degelijk de praktische magie beheerst, brengt hij de pas gestorven vrouw van een van de ministers weer tot leven. Of lukt dat toch niet helemaal?

Dan ontdekt nog iemand dat ook hij de gave heeft, de jonge, aantrekkelijke Jonathan Strange. Als deze twee hun krachten bundelen, lukt het de Engelsen eindelijk om Napoleon te verslaan en de oorlog met Frankrijk naar hun hand te zetten. Maar dan krijgen de heren ruzie over het inroepen van 'Fairies', waarvan Mr. Norrel vindt dat dat echt niet kan, en dat Strange wel wil proberen. Strange verdwijnt naar Italie, experimenteert wat met Fairies en komt daar door schade en schande achter waarom Mr. Norrell zo tegen hen gekant was.

De stijl waarin het boek is geschreven is neo-Victoriaans. Ik denk dat lezers die van Sarah Waters houden ook van de stijl van Susanna Clarke zullen genieten. Ongeveer net zo dik (850 pagina's) maar met meer humor (vond ik) en minder sexueel getint (gelukkig maar, ik moet er niet aan denken om het sexleven van Mr. Norrel beschreven te zien :-p). En hoe sommige politieke situaties (bv. de overwinning op Napoleon bij Waterloo, de gekte van de Koning en het optreden van Wellington) toegeschreven blijken te kunnen worden aan het optreden van Jonathan Strange is prachtig gedaan.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de prachtige houtskooltekeningen van Portia Rosenberg die door het hele boek staan. Prachtig prachtig! Lees ende geniet!!

Ik heb vreselijk veel ezelsoortjes gemaakt, ik pik er een paar uit:
'Burlington House in Piccadilly was the London residence of the Duke of Portland, the Firtst Minister of the Treasury (whom many people nowadays like to call the Prime Minister in the French style). It had been erected in an Age when Enlish noblemen were not afraid to rival their Monarch in displays of power and wealth and it had no equal for beauty anywhere in the capital. As for the Duke himself, he was a most respectable old person, but, poor man, he did not accord with any body's idea of what a Prime Minister ought to be. He was very old and sick. Just at present he lay in a curtained room somewhere in a remote part of the house, stupefied by laudanum and dying by degrees. He was of no utility whatsoever to his country and not much to his fellow Ministers. The only advantage of his leadership as far as they could see was that it allowed them to use his magnificent house as their meeting-place and to employ his magnificent servants to fetch them any little thing they might fancy out of his cellar. (They generally found that governing Great Brtiain was a thirsty business).'
-----
'At the time of his father's death he was much taken up with a scheme to persuade a certain young lady to marry him. (...) True, Laurence Strange had objected strongly to the lady's poverty, but he had put it out of his power to make any serious difficulty when he froze himself to death.' (De vader is een nare man. Om een dienaar te straffen zette hij die in een kamer met het raam open midden in de winter, terwijl hij doodziek was. Ironisch genoeg sterft niet de dienaar maar de meester)
-----
'Mr. Norrel was very well pleased. Lord Liverpool was exactly the sort of guest he liked - one who admired the books but shewed (geen typefout, zo wordt het door het hele boek geschreven) no inclination to take them down from the shelves and read them.'
-----
'... but more often he encouraged foolish young Toms and Jerrys to gamble, and when the lost ...' (ik wist niet dat Tom en Jerry kennelijk een bestaand duo was voordat ze als tekenfilmfiguren beroemd werden!)
-----
'On either hand empty moors the colour of a bruise stretched up to a dark sky that threatened snow. Grey, misshapen rocks were strewn about, making the landscape appear still more bleak and uncouth. Occasionaly a low ray of sunlight would pierce the clouds, illuminating for a moment a white, foaming stream, or stiking a pothole full of water that would suddenly become as dazzling as a fallen silver penny.'