maandag 23 september 2002

Isabel Allende - De stad van de wilde goden



Gisterenavond eindelijk het nieuwste boek van Isabel Allende uitgelezen. En, ik was er niet kapot van. En dat is nieuws, want ik ben een groot Allende-fan...

Waarom vond ik het niet zo geweldig? 1. hoofdpersoon: een 15-jarig Amerikaans verwend jochie (heb ik niet zoveel mee), moet doordat zijn moeder doodziek is en behandeld moet worden, met zijn harde oma (ook al een personage waar ik niet zoveel mee had) mee de jungle van Z-Amerika in om een mytisch beest te zoeken. Ze reizen o.a. in het gezelschap van een antropoloog (die is leuk beschreven, je ziet hem zó voor je), en een gids en zijn 13-jarige dochter. Zij is een vroegrijp kind (geestelijk, want lichamelijk is ze rank, ook al zo'n uitdrukking). 2. het verhaal: komt errug langzaam op gang en is tot ongeveer pagina 150 niet interessant. Gelukkig wordt het daarna wel beter, maar ik moest mezelf wel echt pushen om door te lezen 3. heel belangrijk: een waardeloze vertaling (vermoedelijk is een Engels origineel gebruikt, zo superletterlijk vertaald).

En dat is toch zonde voor het werk van een schrijfster van het kaliber van Allende! Al met al, laat Isabel maar over sterke vrouwen schrijven, dat kan ze meesterlijk! En laat de uitgever vooral ook een goede vertaler in de arm nemen...

maandag 9 september 2002

Robert Anker - Vrouwenzand



Eindelijk heb ik het uit: Vrouwenzand van Robert Anker. Ik had het meegenomen uit de bieb omdat het boek van hem dat de Libris-prijs won (Een soort Engeland) er nog niet lag. Het is een heel interessant boek, maar niet zo-een die je in één adem uitleest (hierover later meer).

Het gaat over Paul Masereeuw, die opgroeit in een klein Zeeuws stadje: Vrouwenzand. Hij beschrijft, terwijl hij in een moeilijke periode zit, hoe het zover gekomen is. In de opeenvolgende delen van het boek ga je telkens een periode verder terug in zijn leven, tot zijn vroegste jeugd. Tegelijkertijd gaat ook in elk deel zijn 'huidige' leven verder, dus je leest wat er sinds het vorige deel is gebeurd en ook wat er in een vroegere periode is gebeurd. Dat vond ik een mooie opbouw van het boek.

Iets meer verhaallijn: Paul is de zoon van een Italiaanse/Joegoslavische moeder en een Nederlandse vader. Aan het begin van het boek is hij naar Venetië gevlucht om (zo lijkt het) te ontkomen aan bedreigingen vanuit het drugsmilieu. Hij is namelijk de advocaat van een drugsbaron. Hij spreekt in het eerste deel (dus geen verklappers) al van zijn verleden in de krakersbeweging. Je vraagt je dus direct af: hoe is een linkse rakker (krakersbeweging = linkse rakker) nu zo'n enorme patser geworden? En die vraag wordt in de rest van het boek beantwoord (en zonder verklappers kan ik daar niet teveel over schrijven). Dat ik het niet in één ruk uitlas, heeft denk ik alles te maken met de irritatie die ik tov Paul voelde. Wat een ontzettende eikel!!

Knap geschreven. De delen over zijn studietijd, in de tijd van de bezetting van het Maagdenhuis, van zijn militaire dienst (wat ben ik toch blij dat ik een meisje ben, dat ik dat lot nooit heb hoeven ondergaan), van zijn middelbare schooltijd en van zijn jeugdherinneringen vond ik wel meeslepend (toen was de hoofdpersoon nog niet zo'n erg vreselijke man).

De schrijver, Robert Anker, is de collega van de vriendin van een collega van mij (snappen jullie dit nog)? Ik had al het vermoeden dat een groot deel van het boek gebaseerd is op persoonlijke ervaringen, dat bleek ook zo te zijn. Maar hiermee moet even gezegd worden dat de stukken over hem als advocaat van een drugsbaron wel fictie moeten zijn: hij is nl. leraar :-D