zondag 27 april 2008

Doeschka Meijsing - Over de liefde



Het was echt zwoegen om door deze midlifecrisis-roman heen te komen. Ik weet dan ook niet of ik het iemand blindelings zou aanraden. Je moet wel tegen een deprimerend en gedeprimeerd verhaal kunnen om Meijsings nieuwste boek te kunnen waarderen.

Het verhaal
Philippa (Pip) van der Steur wentelt zich in zelfmedelijden na het mislukken van haar relatie met Jula. Vooral ook de vraag waarom Jula, met wie zij twaalf jaar samenleefde, zich in hemelsnaam tot een man aangetrokken kan voelen, houdt haar bezig. Ook eerdere liefdes zijn niet goed afgelopen. Ligt het aan haar? Is zij überhaupt wel in staat een langdurige liefdesrelatie aan te gaan? Pip zinkt steeds dieper weg in een depressie. Tot de dag dat ze een ongeluk krijgt waarbij een deel van haar geheugen verdwijnt. De zoektocht naar het verlorene levert een aardig eind op.

Zoals gezegd, voor mij was het zwoegen geblazen. Ik kan gewoonweg nooit zoveel met van die midlifecrises. Toch iets te jong voor misschien? Wel bezit Meijsing een goede pen. Ik heb dan ook veel ezelsoortjes gemaakt:

'Waren we allemaal tuinmannen die ons paard de sporen gaven naar Ispahaan?' [link]
--------------------------------
Prachtige beschrijvingen van haar drie broers. Zo schrijft ze over de oudste:
'De oudste zag er het ongezondst uit, mager en ascetisch, alsof hij elk moment van de honger kon omkomen, maar hij had verreweg de beste conditie, getuige zijn berichten over talrijke voettochten in de Vogezen, in het gezelschap van vrienden en zijn twee oudste zoons. Hij was een uit de kerk getreden jezuïet en gaf theologie aan de universiteit van Straatsburg. Hij was de gelukkigste van de drie, had een vrouw uit Luxemburg getrouwd die haar haar in vlechten om haar hoofd droeg, (...), en die haar vijf kinderen bij hem weghield als hij bezig was theologisch te worstelen met zijn God die hem had verlaten of hij zijn God, daar oordeelde ik niet over, en dag en nacht op het punt stond weer bij hem in te trekken. Hij was eigenlijk een stalker van het Opperwezen, een man die elk moment in zijn kraag gegrepen kon worden door de rechterlijke macht en een straatverbod naar de hemel opgelegd kon krijgen. Hijzelf ervoer dit alles als een gezegd bestaan.'
--------------------------------
'Ik beschouwde die liefdesbetuigingen post datum als van hetzelfde verschrikkelijke, vernederende gehalte als we-kunnen-toch-vrienden-blijven als een jongen of meisje het per mobiel uitmaakte.
--------------------------------
'Ik was met Jula verschillende keren naar het Zuiden geweest, maar altijd per vliegtuig, wat geen reizen is, maar verplaatsen.'
--------------------------------
'April kon uitbundig zijn, met bloesem en de geur van beloftes, maar dit jaar had hij besloten onherbergzaam te zijn, harde grond, stroeve ontbotting, de toevlucht voor de ongelukkigen.'
--------------------------------

vrijdag 25 april 2008

Gail Bowen - Moord in het museum



De lamlendigheid van de griep duurt en duurt en dus stijgt het aantal boeken in april tot grote hoogten. Ik begon aan Bowen omdat Meijsing me deprimeert en dat kan ik nu even niet gebruiken. 'Moord in het museum' heb ik zo snel gelezen dat het plaatje van de voorkant niet eens in mijn linkerkolom terecht gekomen is.

Het verhaal
De docente Joanne Kilbourn is onlangs met haar kinderen verhuisd naar een andere stad om daar haar verwoeste leven weer een beetje op orde te krijgen. Ze heeft nog niet zolang daarvoor haar man verloren en daarna een aanslag op haar leven ternauwernood overleefd. in deze nieuwe omgeving lijkt haar leven zich eindelijk weer in rustiger vaarwater te gaan begeven.

Dan komt het meisje waarmee ze is opgegroeid, Sally Love, weer in haar leven. Zij is kunstenares geworden en zal in deze stad de opening van een overzichtstentoonstelling van haar werk bijwonen in het museum waarvan haar ex-man en de vader van haar kind de directeur is. De kunstwerken zijn nogal seksueel getint en roepen daarom heftige reacties op van het conservatieve deel van de bevolking. Dan wordt een vriendin en ex-partner van Sally Love vermoord gevonden in het museum. Heeft Sally dit op haar geweten?

Best een lekker boek voor zo ziek op de bank. Maar vele moordromans zijn oneindig veel beter dan deze. Niet in de laatste plaats omdat de taal die hier en daar gebezigd wordt me stevig tegenstond. Zo gebruikt Bowen net te vaak allerlei spreektaal, die de dialogen een soort gemaakte vlotheid geeft. En ook onderbreekt ze best mooie beschrijvingen door rare opmerkingen. Een voorbeeld:
'Uit het niets scheerde er een havik dwars over de weg en pikte een diertje uit de ernaast gelegen greppel op. Het was een adembenemend mooie vloeende beweging. "Hebbes", zei ik.'

Als die laatste zin er nou niet aan toe was gevoegd had ik dit vast en zeker niet geëzelsoord. Maar die laatste zin verpest het hele beeld. En dat gebeurt nét iets te vaak.

De zon schijnt inmiddels weer, terug naar Meijsing.

woensdag 23 april 2008

Judith Koelemeijer - Het zwijgen van Maria Zachea



Wat ben ik toch een bofkont dat ik zoveel mooie boeken mag lezen. Nu ook weer. Judith Koelemeijer heeft de geschiedenis van haar vaders familie opgetekend aan de hand van vele gesprekken met haar ooms en tantes. En dat zijn er nogal wat want haar vader komt uit een gezin met maar liefst dertien kinderen.

De sfeer deed me wel een beetje denken aan Nicolaas Matsier. Ook hier is sprake van een streng religieuze jeugd in Noord-Holland (Koelemeijer in katholiek Wormer, Matsier in gereformeerd Krommenie) en valt het gezin een beetje buiten de gemeenschap.

Alleen is hier niet het overlijden van de moeder de aanleiding van het optekenen van de familiegeschiedenis, maar de laatste jaren van de grootmoeder (Maria Zachea), die in toerbeurten door haar kinderen verzorgd wordt nadat zij door een hersenbloeding niet meer spreekt of voor zichzelf kan zorgen.

De familie is na de oorlog bitter arm. De vader heeft een hoveniersbedrijf waarmee hij zijn gezin maar net kan onderhouden. En nagtuurlijk wordt in het streng katholieke gezin bijna elk jaar weer een nieuw kind geboren. De ouders zijn vastbesloten om een aantal van de kinderen (lees: jongens!) betere kansen te geven en zo worden zij naar het gymnasium in Amsterdam gestuurd. Zij worden 'de studenten' en later 'de professoren' genoemd. Anderen, met mindere hersens of gewoon geen zin in school, gaan helpen in het hoveniersbedrijf, dat langzamerhand uitgroeit tot een van de belangrijkste in Noord-Holland. Zij heten dan weer 'de werkers'. En tot slot zijn er de meiden, die natuurlijk niet hoeven te leren, dat is maar zonde van het geld, want ze worden toch huisvrouw. Tot de jongste, die begin jaren '50 geboren wordt en simpelweg haar eigen gang gaat, en dus ook naar school want dat is in de jaren '60 niet meer zo uitzonderlijk. En bovendien zijn de ouders tegen die tijd murw geworden van het opvoeden van zoveel kinderen.

De enorme sociale omwentelingen van de jaren zestig en zeventig laten diepe sporen achter in de familie, waar katholiek traditioneel recht tegenover radicaal marxistisch komt te staan.

Mooi is dat alle kinderen hun eigen beeld van hun jeugd en hun moeder hebben en dat dat beeld niet altijd gelijk is. Ook de verschillende verklaringen die de kinderen geven voor het feit dat moe niet meer spreekt zegt veel over de kinderen zelf.

dinsdag 22 april 2008

Haruki Murakami - Kafka op het strand



Mijn eerste Murakami, nadat vele boekgrrls enthousiast over deze Japanse schrijver waren. Dat vind ik zeker terecht, want hoewel Kafka op het strand een dikke pil is (650 p) heb ik 'm in hoog tempo uitgelezen.

Het verhaal
Kafka Tamura besluit om op zijn 15e verjaardag van huis weg te lopen. Hij wil zo voorkomen dat hij door zijn vader onherstelbaar beschadigd wordt. Zijn moeder is er al eerder vandoor gegaan, met zijn zusje. Van Tokio gaat Kafka naar Takamatsu, op het zuidelijke eiland van Japan. Daar komt hij bij toeval terecht in een particuliere bibliotheek, waar hij onderdak en werk krijgt. Ondertussen wordt zijn vader op raadselachtige wijze vermoord en daarom zoekt de politie de verdwenen zoon, die zou wellicht licht kunnen werpen op dit raadsel.

Door dit verhaal van Kafka heen loopt dat van Nakata, een oudere man die, toen hij in WOII een jochie was, tijdens een schoolreisje iets bizars heeft meegemaakt waar hij nooit van hersteld is. Hij is daardoor 'simpel' gebleven, maar kan tegelijkertijd iets wat andere mensen niet kunnen: met katten praten. Daarom verdient hij ook als kattenzoeker een centje bij. Voortgedreven door een raadselachtig 'iets' gaat ook hij uit Tokio weg.

Als beide verhalen elkaar raken volgt een zinderende maar bizarre ontknoping.

Wat een boek! Heden en verleden, droom en werkelijkheid lopen aan een stuk door elkaar, maar zo knap geconstrueerd dat het de bewondering wekt, niet de afkeer. De taal die Murakami gebruikt is wonderschoon, al heb ik Kafka op het strand natuurlijk niet in het Japans gelezen.

Alleen de noten van de vertaler (Jacques Westerhoven) hinderden me hier en daar. Als ze informatie over de Japanse schrijvers, dichters of gewoontes gaven vond ik het prettig, maar vaak wilde de vertaler laten zien dat hij grondig onderzoek had gedaan en legde hij zijn beeld over dat van Murakami. Boeie! Ik lees een roman om het verhaal, niet om de juistheid.

donderdag 17 april 2008

Erich Kästner - Het varken bij de kapper



Als kind las ik telkens opnieuw Dubbele Lotje van Erich Kästner, het verhaal over de tweeling die bij de geboorte, net als de ouder, van elkaar gescheiden is: de ene bij de vader, de andere bij de moeder. Als ze een jaar of 10 zijn ontmoeten ze elkaar in een zomerkamp en besluiten an plek te wisselen. Een heerlijk boek.

Daarom keek ik ook blij op toen ik bij een van de boekgrrlsboekenruilmiddagen het boekje Het varken bij de kapper van Kästner zag liggen. Dit boekje uit 1962 (vertaald in het Nederlands in 1987) bevat een vijftiental verhalen en gedichtjes 'voor kinderen vanaf 8 jaar'. Dat zal voor een aantal verhalen zeker zo zijn, zoals het titelverhaal over een jongetje dat niet graag naar de kapper gaat. Maar de verhalen over doodzieke moeders, overleden moeders en de twee gymnasiasten die naar de Olympiade gaan zijn absoluut niet geschikt voor die leeftijdscategorie.

In de verhalen en gedichten voor de jongere kinderen doet Kästner aan Annie Schmidt denken, en dan is-ie op zijn best. De andere verhalen vond ik maar zozo.

Ricus van de Coevering - Sneeuweieren



Sneeuweieren is het toetje waar David, de geadopteerde zoon van Olga en Harm dol op is. Er gaan veel eieren in, wat goed uitkomt want Harm heeft een pluimveehouderij. Als David op een dag niet thuiskomt, gaat Harm hem zoeken in het moerasgebied vlakbij de boerderij. Met noodlottige afloop.

Het boek is opgedeeld in twee delen. Deel 1 beschrijft de aanloop naar die noodlottige afloop en deel 2 beschrijft de totale ineenstorting van het leven van Olga nadien. Deel 1 vond ik matig, de taal vond ik niet mooi, de zinnen te kort, horkerig zelfs en de stukken over het boerderijleven te uitleggerig.

In deel 2 had ik daar geen last van, integendeel. De onttakeling van alles om Olga heen en het niet bij machte zijn om die van zich af te schudden of er te proberen in in te grijpen is heel beeldend beschreven. Die korte horkerige zinnen pasten in dat deel juist prachtig bij het verhaal.

Het contrast tussen beide delen vond ik zo groot dat ik me afvroeg of van de Coevering er niet beter aan had gedaan van zijn debuutroman alleen het tweede deel te publiceren.

zondag 13 april 2008

Christina Schwarz - Drowning Ruth



Ruth remembered drowning.
'That's impossible,' Aunt Amanda said. 'It must have been a dream.'
But Ruth maintained that she had drowned, insisted on it for years, even after she should have known better.


Zo begint Drowning Ruth, de debuutroman van de Amerikaanse Christina Schwarz. Het boek beslaat de periode tussen beide wereldoorlogen en speelt zich af in een dorpje vlakbij Milwaukee, aan de Great Lakes.

De zussen Amanda en Mathilda wonen daar in het huis dat hen door hun ouders is nagelaten. Amanda is na de dood van hun ouders naar Chicago gegaan om daar verpleegster te worden, maar keert na een paar jaar terug. De Eerste Wereldoorlog woedt en het verzorgen van de vele gewonden maakt haar ziek. Dus keert ze terug naar het huis waar haar zus met haar dochtertje Ruth woont. De man van Mathilda, Carl, vecht aan het front.

Dit alles weet je aan het begin van het boek. Daarnaast weet je dat Mathilda kort daarop verdrinkt in het meer en dat Ruth sindsdien verzorgd wordt door Amanda. Maar de omstandigheden waaronder Mathilda is omgekomen zijn mysterieus. Vertelt de stugge Amanda wel de waarheid? Naarmate Ruth ouder wordt blijft zij zich in toenemende mate afvragen welke van de herinneringen aan haar vroege jeugd echt zijn en welke niet.

Een mooi verhaal waarin je steeds een stukje van de puzzel op z'n plek kunt leggen. Verrassend.

zaterdag 5 april 2008

Nicolaas Matsier - Gesloten huis



In de auto gelezen, van en naar kantoor. Of beter gezegd, Nicolaas Matsier heeft het me voorgelezen. Hij heeft een bijzondere stem, met een hoogst eigenaardige manier van zinnen afbreken en weer aanhaken. Maar daar wen je snel aan.

Het is een prachtige en ontroerende reis naar zijn jeugd, met als aanleiding het overlijden van zijn moeder. Samen met zijn broer en zus haalt hij het huis waar zij de laatste jaren van haar leven, na het overlijden van zijn vader, alleen woonde leeg. Daarbij roepen vele objecten zo mogelijk nog meer herinneringen op, die de ik-persoon nauwgezet weergeeft. Waarbij hij zelf aantekent dat het misschien ook verzonnen herinneringen zijn, maar ze voor hem in ieder geval echt lijken.

De ik-persoon wordt net na WOII geboren in een streng gereformeerd gezin in Krommenie als vierde kind van een onderwijzer en zijn vrouw. De familie krijgt, 'omdat het de Heere behaagt' een hoop te verstouwen: zoon Jan, die net iets ouder is dan de ik-peroon sterft op 7-jarige leeftijd, en een jaar later ook zijn zusje Rita, een dreumes nog. Zijn ouders zijn er kapot van (hoewel ze dat natuurlijk niet mogen laten merken) en het gezin verhuist naar Den Haag. Daar groeit de ik-persoon verder op. Hoewel hij met liefde en ontroering over zijn ouders spreekt, kan hij niet anders dan de kleinburgerlijke manier waarop de opvoeding plaatsvond, en de effecten die dat op hem heeft gehad, veroordelen.

Zo mooi!

woensdag 2 april 2008

J. Bernlef - De pianoman



In Engeland dook ergens in het voorjaar van 2005 een man op waarvan de identiteit onbekend was, die niet sprak, maar wel virtuoos piano speelde.

Bernlef baseert zijn boekenweekgeschenkverhaal op dit gegeven. In zijn boekje is de pianoman een Nederlandse jongen, die min of meer per ongeluk in Engeland terecht komt. Leuke hypothese om je een uurtje mee te vermaken.

Eén ezelsoortje:
"Nu had ze Adze."
(spreek dat maar eens uit)

Henning Mankell - Moordenaar zonder gezicht



Mijn eerste Mankell was een erg dunnetje, In het graf, over Wallander die een huis wilde kopen maar bij de bezichtiging ervan in de tuin over een skelet struikelde (hoe toevallig, dat soort dingen overkomt altijd alleen maar de hoofdpersonen in politieromans!). Het las lekker en dus greep ik nu een Mankell die al tijden op mijn MTBR lag.

Het is 1990. Op een afgelegen boerderij wordt een dubbele moord gepleegd. Het lijkt een roofmoord, maar ja, de twee oude mensen hadden het niet ruim. Wallander snapt er niet veel van. Totdat de zwager van de vermoorde man onthult dat die een dubbelleven leidde. Maar hoe spoort dat met de laatste woorden van de stervende vrouw: "Buitenlander"? Als dat bekend wordt, zorgt dit voor een uitbarsting van rassenhaat. De moorden moeten dus snel opgelost worden, voor de boel helemaal uit de hand loopt.

Het enige dat me vreselijk irriteerde in deze verder lekkere politieroman is dat iedereen bij de naam en vaak zelfs met met voor- én achternaam genoemd wordt, behalve de asielzoekers die erin voorkomen. Dat zijn de Somaliër, de Roemeense etc. En het ging me nog meer irriteren na de volgende passage (p. 266):
"Kurt Wallander ergerde zich erover (dit moet natuurlijk eraan zijn, maar ja, dat terzijde) dat Björk over de dode Somaliër sprak als over die dode neger. Onder het zeildoek in de modder had een dood mens gelegen en niets anders. Maar uiteraard piekerde hij er niet over een discussie aan te gaan."

I rest my case.