donderdag 31 januari 2008

Anne Enright - The gathering



Dit is zo'n prachtig boek. Alles wat je erover opschrijft doet het eigenlijk tekort merk ik. Daarom ligt het alweer een paar weken op mijn bureau, naast de computer, en kom ik er maar niet aan toe om er een blogje aan te wijden. Maar goed, nu dan toch een poging iets gestructureerds over het boek te schrijven.

De ik-persoon, de Ierse Veronica Hegarty, moet het lichaam van haar broer Liam ophalen in Engeland. Hij is verdronken, het is duidelijk zelfmoord. De gebeurtenissen in de dagen vanaf het moment dat Veronica hoort dat hij dood is, tot in de weken (maanden?) na de begrafenis, zijn de weken die in het boek dwars door elkaar lopen.

Natuurlijk gaan de gedachten van Veronica in deze weken uit naar de jeugd die ze met haar broer deelde. Het enorme gezin, met een moeder die het leven niet aan kon, een vader die niet zo in beeld is. Een aantal kinderen die bij opa & oma gaan logeren als moeder weer eens door het ijs is gezakt. En de onduidelijkheid over wat daar bij opa & oma gebeurt, waarover Veronica fantaseert terwijl ze zich bewust is van het feit dat de fantasieen niet per definities de werkelijkheid representeren, maar tegelijkertijd met de zekerheid dat die werkelijkheid niet fris was. En hoe door
het ineen passen van de puzzelstukjes de ik-persoon ook de grip op het leven dreigt te verliezen.

Ach, dit doet het boek eigenlijk helemaal geen recht! Ik heb de neiging om maar gewoon de blurb over te typen, maar doe dat niet. Wel een paar fragmenten:

"Stories bouncing off the walls. Scraps of lives, leaking through. Whisperings in the turn of a door handle. Birds on the roof. The occasional bleeping of a child's toy. And once, my brother's voice saying: 'Now. Now.'"

"They are surprisingly tall - eighy-year-olds. They are surprisingly like real people."

"I am all for sadness, I say, don't get me wrong. I am all for the ordinary life of the brain. but we fill up sometimes, like those little wooden birds that sit on a pole - we fill up with it, until _donk_, we tilt into the drink."

"Liam never went into a shop. So, in honor of Liam, I put the storage jars back and I drive home, pointing out all the changes to him, now that he is dead. 'Look at that row of street lamps!' I say. He is not convinced. I used to do this when he was still alive, actually: all the little changes and irritations, residential parking, gridlock, the seven million orange cones between here and Kinnegad, all of these
things I pointed out to him, because he wasliving five hundred miles away. And though he came back in a sporadic way and took his holidays in the West, all of these changes went on without him. And though not one of them meant anything much, I was sad at the way he had been left behind" (hier moet ik aan dat liedje van Sonneveld denken: Kees).

Winnaar van de Man Booker Prize 2007.

Geen opmerkingen: