
Het verhaal
De ik-persoon vertelt als 12-jarige over een gelukzalige periode in zijn leven. In deze periode maakt hij modelvliegtuigjes met zijn ouders, die op dat moment beiden werkeloos zijn. Zijn vader vertelt ondertussen over zijn jonge jaren, waarin hij piloot was. En over hoe hij zijn moeder ontmoette: zij was verpleegster in het ziekenhuis waar hij na een vliegtuigcrash terecht kwam.
Op een dag staat er, tot grote vreugde van zijn vader, een oude vriend op de stoep, een maatje uit de oorlog. Deze Humbert Coe is restaurantrecensent die er al snel achter komt dat de ik-persoon dol op koken is. Coe neemt hem mee naar het beste restaurant in de stad, wat een hilarische scene oplevert: het eten is namelijk niet zo best en de jongen vertelt het de kok onomwonden. En doet het kookwerk dan daarna maar zelf terwijl de chef-kok er met open mond naast staat.
Die zomer logeert de ik-persoon met zijn moeder bij zijn grootouders. Zijn grootvader is inmiddels burgemeester af, en vult zijn dagen met jagen. Prachtige scene als hij de ik-persoon bombardeert tot Directeur van het Jachtgebied rond zijn huis. De diepdemente grootmoeder helpt ook niet erg. Dan verschijnt ineens Humbert Coe. De betekenis van die verschijning wordt in het laatste hoofdstuk duidelijk.
Möring leest de novelle zelf voor. Hij heeft een prettige stem, donker, duidelijk articulerend, met veel expressie. De stem deed me een beetje denken aan die van Nicolaas Matsier, alleen dan zonder het wat horterige zinnen afbreken.
Ik vond het prachtig!