maandag 11 augustus 2003

Selma Lagerlöf - Niels Holgerssons wonderbare reis



Deze vakantie las ik onder andere ons maandboek van Selma Lagerlöf - Niels Holgerssons wonderbare reis. Dit boek won de Nobelprijs voor de literatuur in 1909, bijna een eeuw geleden dus. Deels in zonnig Zeeland, de rest in al even zonnig New York. Om me van daar te verplaatsen naar het Zweden van begin 20e eeuw was niet moeilijk!

Het verhaal is in twee zinnen samen te vatten: dierenpestend rotjochie uit het zuiden van Zweden wordt in een kabouter veranderd en zal pas weer in een jongen terug worden getoverd als hij zich heeft leren gedragen. Hij vliegt een zomer mee richting het Hoge Noorden met een befaamde groep wilde ganzen, op de rug van Maarten, een tamme gans van de boerderij van Niels' ouders en beleeft allerlei avonturen voor hij weer terugkeert op het ouderlijk nest.

De charme van het boek zit er voor mij deels in dat ik het landschap van zuid-Zweden ken (ik ben er een paar keer geweest). Zo is er een hoofdstuk waarin er sprake is van een bijzondere dierenbijeenkomst: de grote kraanvogeldans op de Kullaberg. En op die Kullaberg heb ik al drie keer gestaan. Wat een prachtige omgeving! De omschrijving klopt 100 jaar later nog perfect! En zo zijn er nog meer beschrijvingen van Skane (het zuiden van Zweden) die ik goed kon herkennen. Noordelijk ben ik nooit geweest maar ik vermoed dat ook hier de beschrijvingen vast nog vaak verrassend actueel zouden zijn.

Het boek geeft een mooi beeld van het Zweden aan het begin van de 20e eeuw. Veel maatschappijkritiek (over bijvoorbeeld het werken in de mijnen), doorspekt met verhalen, mythen, sagen uit/over de verschillende landstreken. Hier en daar ook ontzettend gedateerd en één verhaal zou nu echt niet meer kunnen (een verhaal over de immer onbetrouwbare zigeuners, de Taters).

De uitgave die ik las is versierd met prachtige tekeningen van Anton Pieck, die absoluut een hoop aan het verhaal toevoegen.

Mooie schrijfstijl bovendien. Vaak worden allerlei uitroepen herhaald:
'De eersten die de wilde ganzen die dag zagen waren de mijnwerkers op Taberg, die erts braken uit de bergwand. Toen ze hen hoorden kakelen, hielden ze op met het boren van hun loopgraven en een van hen riep de vogels toe: "Waar gaan jullie heen? Waar gaan jullie heen?" De ganzen begrepen niet wat hij zei, maar de jongen boog zich over de ganzenrug en antwoordde in hun plaats: "Daarheen waar geen houweel of hamer is!" Toen de mijnwerkers die woorden hoorden, dachten ze dat het hun eigen verlangen was, dat door het ganzengekakel heen klonk in mensentaal. "Neem ons mee! Neem ons mee!" riepen ze. "Van 't jaar niet, van 't jaar niet!" riep de jongen.'

En zo komen ze dan langs arbeiders van een papierfabriek, die ook niet meemogen naar daar 'waar geen machines of stoomketels zijn' en de arbeidsters van de lucifersfabriek niet naar daar 'waar geen kaarsen of lucifers nodig zijn' etc. etc.

Selma komt zelf ook nog even langs, waardoor je een idee krijgt waarom ze dit boek schreef: 'Maar nu moet ik vertellen hoe wonderlijk het was dat er juist in dat jaar, toen Niels Holgersson rondvloog met de wilde ganzen, een vrouw was, die er over liep te denken een boek te schrijven over Zweden, dat geschikt zou zijn voor kinderen om op school te lezen.' Het boek wil niet vlotten, tot ze een gesprekje heeft met Niels, die haar zijn avonturen vertelt, en voilá, het boek over Zweden is geboren. Leuk gevonden!

Al met al: nog immer zeer lezenswaardig!

Geen opmerkingen: