zaterdag 21 januari 2006
Isabel Allende - Herinneringen aan mijn Chili
Ik had al een poos niets meer van Allende gelezen, was op de trilogie over dat Amerikaanse jochie en zijn oma vreselijk afgeknapt. Maar van dit boek heb ik weer met volle teugen genoten.
In 17 hoofdstukken licht Allende op haar eigen bekende manier (anekdotisch, tikkeltje ironisch, maar heerlijk weglezend) de volksaard van de Chileen en de Chileense maatschappij toe. Althans, zoals zij zich die denkt te herinneren. Ze is immers bannelinge en heeft daardoor vooral in haar hoofd een beeld gemaakt van het land waar ze opgroeide. Of dit met de werkelijkheid overeentemt, weet ze eigenlijk niet. En of het dus verstandig is dit boek te gebruiken als je meer over het Echte Chili te weten wilt komen, is te betwijfelen. Maar het beeld in haar hoofd is Allendes belangrijkste hoevast bij het schrijven van haar boeken en daarmee ook interessant om te lezen. De oorspronkelijke titel van het boek luidt overigens 'Mi país inventado', mijn verzonnen land. Eigenlijk dekt dat de lading beter dan de Nederlandse titel.
In de inleiding schrijft Allende een interessant iets over identiteit en nationaliteit:
'Door het vele afscheid nemen zijn mijn wortels verdord en heb ik andere moeten ontwikkelen die zich, bij gebrek aan een geografische plek om zich te hechten, in mijn geheugen hebben vastgezet (...).
Tot voor kort had ik op de vraag waar ik vandaan kom zonder lang nadenken geantwoord: nergens vandaan, of dat ik Latijns-Amerikaanse was, of misschien diep vanbinnen Chileense. Maar tegenworodig zeg ik dat ik Amerikaanse ben, niet alleen omdat mijn paspoort dat vermeldt (...), maar ook omdat in september 2001 de tweelingtorens van het World Trade Center door een terroristische aanslag zijn vewoest en er sindsdien een paar dingen zijn veranderd. In een crisis kun je niet neutreaal blijven. Die tragedie heeft mijn gevoelens ten aanzien van mijn identiteit aangescherpt. Ik besef dat ik tegenwoordig een van de velen ben binnen de bontgeschakeerde Noord-Amerikaanse bevolking, in dezelfde mate waarin ik vroeger Chileense was.'
Mooie stelling om over te discussiëren: wat is identiteit. Jammer genoeg neemt ze er in de rest van het boek eigenlijk alweer afstand van, dan praat ze over 'ons', en 'wij Chilenen'.
Ik probeer hieronder een paar voorbeelden uit het boek te geven waaruit de manier waarop zij naar Chili en zijn bewoners kijkt naar voren komt.
In het hoofdstuk over 'goede en slechte eigenschappen' over de manier waarop in Chili met regels wordt omgegaan:
'Zonder de duimschroeven van de wet zouden we elkaar met stokken te lijf gaan. De ervaring heeft ons geleerd dat we, wanneer we onze zelfbeheersing verliezen, tot elke wreedheid in staat zijn, en daarom proberen we behoedzaam te zijn door ons te verschansen achter een stapel papieren met zegels'
'Kafka was een Chileen.'
Over de puberteit:
'..., maar ik geloof dat hij (hier bedoelt Allende haar opa) mijn verlangen om even sterk en onafhankelijk te zijn als hij, en geen slachtoffer van de omstandigheden zoals mijn moeder, begreep en misschien wel bewonderde.
Het was me bijna gelukt net zoals mijn opa te worden, maar de natuur stak er een stok voor: ik kreeg borsten (...). Die hormoonexplosie betekende mijn ondergang. Binnen een paar weken veranderde ik in een meisje met complexen, met een hoofd vol romantische dromen die vooral ten doel hadden de andere sekse te bekoren (...).'
Over de pessimistische volksaard:
'Toen ik op mijn vijfenveerstigste (...) naar de Verenigde Staten emigreerde, (...) was het eerste verbazingwekkende voor mij het optimistme waarvan de Noord-Amerikanen steevast blijk geven en dat zo sterk verschilt van de houding op het zuidelijke gedeelte van het ocntinent, waar de mensen altijd het erste vrezen. Wat dan uiteraard ook gebeurt.'
Over de politieke situatie in het hedendaagse Chili:
'Sinds de onafhankelijkheid van 1810 is Chili bestuurd door de sociale klasse die de economische macht had. Vroeger waren dat grootgrondbezitters, nu zijn het ondernemers, industriëlen en bankiers. (...) Tijdens de eerste honderd jaar van de republiek kwamen de presidenten en politici uit de hogere klasse, maar daarna ging ook de middenklasse deel van het bestuur uitmaken. Slechts weinigen kwamen uit de arbeidersklasse. Maatschappelijk betrokken presidenten waren mensen die waren getroffen door de ongelijkheid, het onrecht en de ellende van het volk, al hadden ze die niet zelf ervaren.'
Over de leider van de militaire junta, José Toribio Merino, in de jaren '80:
'Zo stelde hij met betrekking tot de grondwetswijziging waarmee men in 1980 de machtsgreep van de militairen wilde legaliseren doodserieus dat 'het voornaamste belang dat ik daarvan zie is dat het heel belangrijk is'.'
Over de dictatuur van Pinochet:
'Ze geloofden dat de militairen het land zouden 'zuiveren'. "Het is afgelopen met graffiti, alles schoon en dankzij de avondklok komen onze mannen op tijd thuis," zei een vriendin me. Voor haar woog dat op tegen het verlies van de burgerrechten, want dat verlies raakte haar niet rechtstreeks; ze had het geluk dat geen van haar kinderen was gearresteerd of zonder schadeloosstelling ontslagen.'
Over het schrijven van haar boeken:
'Ik heb van Chili een romantisch beeld dat aan het begin van de jaren zeventig is bevroren. Jarenlang dacht ik dat wanneer de democratie zou worden hersteld alles weer als vroeger zou zijn, maar zelfs dat bevroren beeld was een illusie. Misschien heeft de plaats waar ik naar terugverlang wel nooit bestaan. (...) Ik heb het beeld van mijn land als een puzzel in elkaar gezet, waarbij ik die stukjes heb uitgezocht die in mijn ontwerp passen en de andere heb genegeerd.'
Een aanrader voor diegenen die van Allende houden, om haar boeken en verhalen in haar perspectief te kunnen plaatsen.
Oorspronkelijke titel: Mi país inventado
Vertaald door Alfred Engelander
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten