Door de naam van de auteur ging ik ervan uit dat het een Japanner was, en kocht het boek dus in het Nederlands. Blijkt dat het een Brit is! Een fijne confrontatie met mn eigen vooroordelen... Nee, nazoeken in de Wikipedia geeft me gelukkig deels gelijk! *veegt zich opgelucht het voorhoofd af*. Maar goed, ik had De Troostelozen dus wel gewoon als The Unconsoled kunnen lezen...
Wat een maf boek is dit! Eerst maar eens een indruk van het verhaal, niet meer dan een indruk hoor want het is zo complex dat het amper na te vertellen is.
De wereldberoemde pianist Ryder komt aan het begin van het boek aan in een verder niet nader omschreven en zeer waarschijnlijk imaginaire Midden-Europese stad aan. Hij zal daar een paar dagen later een lezing houden en een optreden verzorgen tijdens een speciale avond. Dit is hij overigens vergeten: Ryder heeft geen idee waarom hij in deze stad is! En ook dat hij in de dagen naar dit optreden toe een flink aantal verplichtingen is aangegaan weet hij niet (meer). Dus wordt hij van hot naar her geleefd. En stelt hij steeds mensen teleur doordat hij niet (meer) weet dat hij een afspraak met hen heeft.
'... en ik kan u wel vertellen, meneer, dat die mensen, die gewone dames en heren, dat ze u heel dankbaar zijn, enorm dankbaar dat u zich bereid verklaard hebt hen persoonlijk te ontmoeten. En dat u, meneer Ryder, beseft hoe belangrijk het is om uit hun mond te horen wat ze hebben doorgemaakt.' Ik keek hem steng aan. 'Meneer Hoffman, er is blijkbaar sprake van een misverstand. Ik moet nu meteen twee uur kunnen repeteren. Twee uren van complete afzondering.'
Ook wordt er van alle kanten aan hem getrokken: iedereen die hij ontmoet lijkt wel wat van hem te willen! Wat een druk, daar moet je wel gestrest van raken! Dat gebeurt dan ook. Tegelijkertijd vindt Ryder het allemaal doodgewoon: hij is immers dé autoriteit waar iedereen terecht naar luistert! Maar: hoe meer hij van zichzelf overtuigd is, hoe minder er naar hem geluisterd wordt.
'Meneer Ryder, ik heb nog eens goed nagedacht. Het zou kunnen dat ik te hoog grijp, maar ik denk toch dat ik dat werk van Kazan moet proberen. Ik weet nog wat u me eerder aanraadde: gewoon vasthouden aan wat ik heb ingestudeerd. Maar ik heb er echt goed over nagedacht (...).'
Naast deze druk is de omgeving waarin zich het een en ander afspeelt heel bijzonder: soms moet Ryder zich van het ene gebouw naar het andere begeven en is hij tijden per auto onderweg, terwijl hij dan op de terugweg gewoon binnendoor blijkt te kunnen lopen. Ook komt hij mensen uit zijn verleden tegen, en voorwerpen. En blijkt hij een vrouw en een (stief?)zoontje te hebben in deze stad. Steeds is er eerst de verbijstering, die eigenlijk steeds naadloos overgaat in acceptatie, of sterker, in een volkomen logisch vinden.
'Ik loop wel met u terug.' 'Teruglopen?' (...) Even bleven zijn woorden me een raadsel. Toen keek ik langs de trossen staande en zittende genodigden, (...) en opeens realiseerde ik me dat we ons bevonden in het atrium van het hotel.
Het gebouw was echter heel anders dan ik me herinnerde, en al gauw bevonden we ons in een lange gelambriseerde gang die me totaal onbekend voorkwam.
De gedrongen man, zo realiseerde ik me toen, was Jonathan Parkhurst, die ik in mijn studententijd in Engeland redelijk goed gekend had.
Bijzonder is dat Ryder vaak met personen die hij heeft gesproken 'mee kan reizen' en zodoende weet wat hen gebeurt of gebeurd is. En tegelijkertijd spreken mensen soms over hem alsof ze totaal niet doorhebben dat hij erbij is.
..., kreeg ik het idee dat ondanks al zijn beroepsmatige ijver, ondanks zijn oprechte wens om het mij naar de zin te maken, een bepaalde kwestie die hem de hele dag al had beziggehouden weer voor in zijn gedachten had genesteld. Hij was zich, anders gezegd, wederom zorgen aan het maken over zin dochter en haar zoontje.
'Dus telkens "geweldig" brullen als je afdrukt. Steeds maar roepen. Gewoon zijn ego blijven strelen. (...) Je weet het nu. Geen stommiteiten alsjeblieft. Denk erom dat het een lichtgeraakte rotzak is.' 'Ik begrijp het' (...) De beide mannen knikten tegen klaar. Toen haalde de journalist diep adem, sloeg zijn handen tegen elkaar en draaide zich naar mij toe, waarbij hij plotseling leek op te monteren.
De mensen van deze stad hebben een groot geloof in de heilzame werking van muziek. Dat moet alle (sociale) problemen oplossen die de stad in hun macht houden. Welke problemen dat precies zijn, wordt niet duidelijk. Wel dat er al meerdere keren geprobeerd is oplossingen te vinden in steeds weer een compleet nieuw muzikaal 'geloofssysteem'.
Ryder is trouwens een bijzonder onaangenaam mens: wat een sociaal zwakke hork. Zo loopt hij zomaar uit gesprekken weg, kapt mensen ongelofelijk bot af. Laat zijn vrouw Sophie en zoontje meerdere malen zomaar in de steek. Sowieso komen er nogal wat horken voor in het boek; het lijkt wel alsof het een standaardreactie is om je af te wenden als een 'geliefd' persoon pijn of verdriet heeft. Om zomaar in woede te ontsteken en blind verwijten naar iemands hoofd te slingeren.
Ik zag dat de hotelmanager me met een zelfvoldaan gezicht aankeek, wachtend tot ik mijn goedkeuring over het geheel zou uitspreken. Maar op dat moment werd ik door zo'n hunkering naar koffie bevangen dat ik me zonder meer afwendde en naar de dichtstbijzijnde bar liep.
Hoe dan ook, rond dat moment hield ik op hem te volgend doordat zijn opmerking over mijn gebrek aan tijd me opeens had doen bedenken dat Boris in dat cafeetje op me zat te wachten. Er was, zo besefte ik, geruime tijd verstreken sinds ik hem daar achtergelaten had.
Niettemin klonk zijn stem enigszins geëmotioneerd en ik voelde een sterke neiging om een arm om hem heen te slaan en hem te troosten. Maar toen zag ik Sophies schouders op en neer gaan en herinnerde ik me mijn boosheid jegens haar.
Het deed me een beetje aan een nachtmerrie denken: je loopt van het ene gebouw naar het andere, die dan weer wel en dan weer niet met elkaar verbonden zijn, je komt de ene bekende van vroeger tegen na de andere bekende van pas geleden en allemaal willen ze wat van je. Je voelt die druk continu. Ik heb daar onvoldoende verstand van, maar volgens mij zou je het boek een moderne variant van een magisch realistische roman kunnen noemen.
Conclusie: mooi en tegelijk enorm bevreemdend en stiekempjes hilarisch boek. Of ik het zomaar blind iemand aan zou raden? Daarvoor is het te maf en te dik (580 pagina's).
Trivia:
Ryder heeft iets met (Nederlands) voetbal:
1. "Drie paren broers hadden samen in de finale van een wereldkampioenschap gespeeld, had hij gezegd. Of ik me die kon herinneren. (...) Het ergerlijke was dat ik me in de loop der jaren soms alle drie de paren broers had weten te herinneren maar op andere momenten één van de koppels bleek te zijn vergeten. (...) Ik herinnerde me dat de gebroeders Charlton in 1966 in het Engels elftal de finale hadden gespeeld, en de gebroeders van de Kerkhof in het Nederlands elftal in 1978." (De derde kan hij zich niet herinneren. Wie biedt? :-)
2. De componisten die genoemd worden, zijn voor wat de klassieke muziek betreft echt bestaan hebben, maar voor wat betreft de hedendaagse componisten (Mullery, Kazan) door Ishiguro bedacht zijn.
3. Ishiguro schreef ook The Remains of the Day, dat prachtig verfilmd is met Anthony Hopkins als butler en Emma Thompson als huishoudster.
En tot slot nog een opmerking onder een
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
Het grappigste was eigenlijk nog wel dat de hele toespraak en het optreden waar het hele bezoek op gericht is, uiteindelijk niet doorgaan. En Ryder vertrekt naar zijn volgende missie in Helsinki. Hoe het hem daar zal vergaan, laat zich raden.
2 opmerkingen:
Deze staat al een tijdje op mijn lijstje om te lezen. Lijkt me erg mooi. Ik heb pasgeleden The Remains of the Day gelezen en dat vond ik prachtig! Never Let Me Go was ook heel, heel mooi.
Leuk zo'n schrijver met allemaal goede boek! :-)
In het begin intrigeerde het me, maar na zowat 100 blz heb ik afgehaakt. Ik wil na 580 blz niet tot de conclusie dat Mr. Ryder het zich allemaal heeft verbeeld / een geheugenstoornis heeft, enz. Voor de rest: toch een knappe schrijver.
Een reactie posten