
In deze bundel zijn zes verhalen opgenomen, waarin de
aardbeving die Kobe verwoestte een rol speelt. Soms een grote, soms een slechts zeer zijdelingse.
In
Een UFO in Koshira raakt Komura zijn vrouw kwijt door de aardbeving. Niet omdat ze bedolven wordt, maar omdat ze, na vijf dagen onafgebroken aan de beelden van de aardbeving op tv gekleefd te hebben gezeten, de zesde dag verdwijnt. Ze vraagt hem om een scheiding omdat het leven met hem als het ‘leven met een klomp lucht is.’ Natuurlijk zet dat het leven van Komura op z’n kop. Een tripje naar Hokkaido moet dat weer een beetje op de rails zetten.
In
Landschap met strijkijzer maakt de jonge Junko kennis met de stukken oudere kunstschilder Miyake (zijn meest recente werk heet Landschap met strijkijzer). Hij is verwoed kampvuurbouwer. Kampvuren van aangespoeld brandhout. Zij is haar ouderlijk huis ontvlucht om aan de druk van het volwassen worden te ontsnappen. Maar waaraan probeert _hij_ te ontsnappen? En wat betekent toch die droom die hij steeds heeft over een koelkast?
In
Gods kinderen dansen allemaal woont de volwassen Yoshiya nog bij zijn moeder, een bekeerd hoertje. Lang is hem wijsgemaakt dat de Heer zijn vader was, en niet de gynaecoloog waar zijn moeder bij onder behandeling was. Als hij de desbetreffende dokter echter in de metro ziet staan, kan hij niet anders dan hem volgen.
In
Thailand gaat de endocrinologe Satsuki een maand na de aardbeving naar Thailand voor een wetenschappelijke conferentie. Na de conferentie besluit ze nog een week in een luxe resort vakantie te vieren om een beetje bij te komen van alle hectiek van de laatste tijd. Dan neemt haar gids Nimit haar mee naar een oude wijze vrouw. Die voorspelt dat ze een droom over een groene slang zal hebben, waarna de steen in haar binnenste die haar zo dwars zit, zal verdwijnen. Of die steen veroorzaakt wordt door het vreselijke dat ‘die vent’ waarvan Satsuki hoopt dat hij in de aardbeving verpletterd is, blijft onduidelijk.
Kikker redt Tokyo is het bizarre verhaal van Katagiri, die op een dag een reuzenkikker in zijn keuken aantreft. De kikker voorspelt hem dat ook Tokyo te gronde zal worden gericht door een aardbeving, tenzij Kikker en Katagiri de veroorzaker ervan, een reusachtige worm, samen gaan verslaan.
Het zesde verhaal,
Honingkoekjes, is eigenlijk het minst ‘raar’. Het gaat over Junpei, Sayoko en Takatsuki. Drie studenten die een hechte vriendschap hebben. Junpei is over zijn oren verliefd op Sayoko, maar hij is bang de vriendschap te verstoren als hij haar zijn liefde verklaart. Zoals dat gaat, gaat Takatsuki er met de buit vandoor… Maar ook als Sayoko en Takatsuki trouwen en een dochtertje Sala krijgen, blijft Junpei een grote rol in hun leven spelen. Dan krijgt Takatsuki een vriendin en hij en Sayoko gaan uit elkaar. Pas als de ‘aardbeefman’ Sala’s dromen verstoord kunnen Junpei en Sayoko elkaar vinden.
Hoewel elk van de verhalen een parel in de dop is, en alle kenmerken van een Echte Murakami dragen, lees ik liever de tot wasdom gebrachte romans van Murakami. Daarin komen alle karakters en de plot gewoon beter tot hun recht. Daarom: drie sterren op de schaal van Murakami (voor andere schrijvers had het vast wel vier sterren gekregen...)