zondag 17 juni 2007
Janne IJmker - Achtendertig nachten
Ik begon aan Achtendertig nachten van Janne IJmker in het boekenhotel in Doldersum, waar ik pas was, en na daar de eerste 100 pagina's te hebben gelezen bestelde ik het boek direct na thuiskomst. Ik moest even op de levering wachten, maar vorige week was het zo ver en kon ik verder lezen.
Het is 1767, en de Drenthse Elsjen, zwanger van haar tweede kind, heeft haar man Jan gedood. Ze is in het gevang in Assen terecht gekomen in afwachting van haar veroordeling. De dagen die haar resten tussen de geboorte van haar dochtertje en de dag van de uitspraak besteedt ze aan het beschrijven van haar leven. En wat voor een leven is dat geweest. Een leven op een welvarende hoeve in Doldersum. Maar geen gemakkelijk leven. Elsjen gaat eerst gebukt onder het juk van haar sterke grootmoeder ('Otie' in streektaal) en haar frele moeder, daarna min of meer zelfstandig levend met haar broers tot ze ('omdat haar Otie dat gewild zou hebben') trouwt en haar Jan wel eens even duidelijk zal maken wie er de broek aan heeft op de boerderij. Maar die ondertussen wel bij het minste of het geringste zijn eigen moeder in stelling brengt. Door dat leven is het bijna onafwendbaar dat Elsjen Jan om zal brengen.
Mooi boek. Het leven op een boerderij in de 18e eeuw wordt zeer beeldend beschreven. Het bijgeloof en het geloof, de enrom sterke sociale controle, de tradities en het gewone boerenleven met zijn jaarlijks terugkerende taken en gelukkig niet jaarlijks terugkerende problemen als te veel of te weinig regen, ziektes: IJmker neemt je moeiteloos mee terug in de tijd. Het enige jammere vind ik dat Elsjen in de cel van een statige, rijke en sterke boerin verandert in bijna een kind, die moet steunen op haar verzorgster. IJmker had met het heel laten van Elsjens eigenwaarde een _nog_ beter boek kunnen schrijven.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten