zondag 1 mei 2005

Agnes Verbiest - Als ik jou toch niet had



Wat ontzettend moeilijk om iets te schrijven over een boek waarvan je de schrijfster kent. En zeker als je niet onverdeeld enthousiast bent. Want dat gebeurde me bij het lezen van 'Als ik jou toch niet had - de taal van complimenten' van Agnes Verbiest.

Het onderwerp is erg interessant: waarom maken complimenten geven en ontvangen mensen ongemakkelijk (ze voelen zich al snel klemgezet, twijfelen aan de echtheid en de bedoeling van het gezegde) en wat is hierbij het verschil tussen mannen en vrouwen en tussen hierarchisch hoger en lager geplaatsten?

De onderzoeksresultaten die Verbiest presenteert prikkelen eveneens: verschillende typen complimenten (en ook opmerkingen die als compliment worden verpakt maar eigenlijk een sneer zijn) passeren de revue, netjes gesorteerd naar de vorm, het onderwerp waarover een compliment wordt gegeven, het gevoel bij de ontvanger van het compliment, de reactie van de ontvanger naar de gever. En dan al die zaken ook onderzocht vanuit een genderperspectief en in de context van sociale verhoudingen geplaatst.

De theorie waaraan Verbiest het ophangt is de zgn. Beleefdheidstheorie, een theorie die ervan uitgaat dat een conversatie altijd uit een heenzin en een terugzin bestaat. Ontbreekt in een gesprek een van beiden, dan is er kans op een ongemakkelijk gevoel want het gesprek is niet af. Op een compliment hoort dus altijd een reactie. Maar ja, hoe moet je in hemelsnaam reageren op een compliment als je twijfelt aan de oprechtheid of niet slijmerig of snoeverig over wilt komen? Dat we daarin dus zeer omzichtig opereren want dat is zeer slecht voor de verstandhouding moge duidelijk zijn. Dus moet je je compliment niet te groot maken (anders wordt het snel als onecht beschouwd), kies je een vaste vorm (het woord 'leuk' blijkt daarin het meest te worden gebruikt), gaat het over sociaal geaccepteerde complimentonderwerpen (onder te verdelen in de categorien uiterlijk, resultaat, bezit en persoonlijkheid) en nivelleert een zgn solidariteitscompliment de sociale ongelijkheid en wordt daarom door mannen aan hoger geplaatse vrouwen gegeven (maar niet aan hoger geplaatste mannen), die dat trouwens niet als onprettig ervaren want vrouwen wisselen onderling graag solidariteitscomplimenten uit.

So far so good: Verbiest kletst niet zomaar wat uit haar nekharen (of de theoretische onderbouwing die ze gebruikt, gangbaar en geaccepteerd is kan ik niet beoordelen maar gezien haar wetenschappelijke standing ga ik daarvan uit), in ieder geval gebruikt ze de theorie op een consequente en duidelijke manier, ze structureert de tekst goed, bouwt haar verhaal op een logische manier op, schrijft lekker leesbaar en gebruikt aansprekende voorbeelden. De doelstelling van het boek, mensen bewust maken van wat complimenten doen zodat je ze bewuster kunt gebruiken, is m.i. zeker behaald.

En toch: het boekje bevredigt me niet. Dit komt vooral doordat Verbiest de voor mij irritante gewoonte heeft om in dit boek aan het begin van een hoofdstuk de redeneertrant uit de vorige hoofdstukken nog even samen te vatten en aan het eind van het hoofdstuk het hoofdstuk nog eens samen te vatten en vast aan te kondigen waarmee dan dus hierna verder gegaan wordt. Op zich een prima gewoonte natuurlijk, maar een beetje overdreven in een boekje van net iets meer dan 100 pagina's, verdeeld over 9 hoofdstukken.

Moet je je voorstellen: zo ongeveer 18 keer wordt je dus uitgelegd hoe dat ook al weer zat. Echt teveel van het goede en door mij bijna als een belediging van het intellect van de lezer gevoeld: alsof die elke 10 pagina's aan de haren bij de les moet worden gesleurd. En dat verdient de lezer niet.

1 opmerking:

Anoniem zei

Dank je wel voor de tip. Ik laat je weten wat ik er van vond: