Posts tonen met het label leesgroep. Alle posts tonen
Posts tonen met het label leesgroep. Alle posts tonen

zondag 28 december 2014

Ali Smith - How to be both


Heerlijk boek weer van Ali Smith. Het is in twee edities verschenen: in de ene editie begin je in de 15e eeuw, met het verhaal van de Italiaanse schilder Francescho del Cossa, waarna je in het tweede deel overspringt naar het hier en nu, bij de 16-jarige Britse Georgia (George) (allebei de delen heten overigens 'one'). Ik las de editie die begon met het verhaal over George, dus dat ga ik hier volgen...

Het verhaal
De 16-jarige George is diep in de rouw om haar moeder die een paar maanden geleden totaal onverwachts overleden is na een acute allergische reactie. Die gekke, leuke, onvoorspelbare vrouw, die haar kinderen een paar maanden voor haar dood nog meenam naar het Italiaanse Ferrara om daar de fresco's te gaan zien waarover ze in een artikel las: fresco's van de hand van een Italiaanse 15e eeuwse schilder, waarvan men alleen weet dat hij bestaan heeft doordat hij een brief heeft geschreven aan zijn opdrachtgever waarin hij om meer loon heeft gevraagd voor de fresco's, gezien de uitzonderlijke kwaliteit van zijn werk. Als ze eenmaal in Italië zijn, is haar moeder de naam van de schilder vergeten, maar dat geeft niets: de fresco's zijn schitterend. Uitgebreid worden de verschillende taferelen in een van de palazzo's beschreven.
En dan ineens is haar moeder dood. Haar vader vlucht in drank, haar broertje is eigenlijk nog te klein om echt te begrijpen wat er aan de hand is. En George? Die begint met het obsessief bekijken van een pornofilmpje waarin een duidelijk gedrogeerd meisje door een oudere man misbruikt wordt. Alsof ze daarmee het leed dat het meisje heeft moeten ondergaan kan goedmaken.
George is een beetje een buitenbeentje in de klas, mede doordat ze zeer intelligent moet zijn (dat wordt nooit met zoveel woorden gezegd, maar het overduidelijk) en de irritante gewoonte heeft om de mensen om zich heen te verbeteren. Als ze door de al even buitenbeentjerige Helena gered wordt van een pesterij door klasgenoten, worden de twee vriendinnen. Helena (H. voor vrienden) is overduidelijk verliefd op George.
Als H. en George samen een project moeten doen over Sympathie en Empathie, bedenken ze dat het leuk zou zijn om dat te baseren op de 15-eeuwse schilder waar Georges moeder zo van onder de indruk was. Al zoekend komt George erachter dat er een schilderij van deze Del Cossa in de Londense National Gallery hangt. George gaat daar dag in, dag uit naartoe, om het schilderij in kwestie te bestuderen. En dat brengt de schilder een soort van weer tot leven, want in het tweede deel lees je vanuit diens perspectief: de geest van Francescho merkt dat er iemand (George!) naar zijn schilderij zit te kijken. De geest reist met George mee, ziet haar obsessieve bekijken van de pornofilm. De geest maakt mee dat ze daarna een nieuwe obsessie ontwikkelt: ze gaat posten voor het huis van een mysterieuze kennis van haar moeder. Daardoor komt ze minder in het museum en als gevolg daarvan glijdt de geest van Francescho terug de vergetelheid in...
Ondertussen heb je ook over het leven van Francescho het nodige meegekregen: geboren als een meisje besluiten zij en haar ouders dat ze haar talenten als kunstenaar alleen maar zal kunnen gebruiken als ze zich voortaan voor zal doen als jongen. En dat doet ze. Natuurlijk houdt ze niet iedereen voor de gek: als haar vriend en beschermheer Barto haar meeneemt naar een hoerenkast maakt ze daar de slimme deal dat de hoertjes doen alsof Francescho hen een geweldige nacht heeft bezorgd, ze hen zal betalen met portretten. Op die wijze maakt ze zich de menselijke anatomie eigen. En de liefde.
Totdat ook Francescho, na het overlijden van haar beide ouders, niet meer weet waar ze het moet zoeken. Barto probeert haar te helpen door haar twee bekers water te laten drinken: een beker van de vergetelheid en een beker van herinneringen. Als je die in de goede volgorde drinkt, word je weer even helemaal 'schoon', waardoor de pijn van alle herinneringen aan de nare dingen die je zijn overkomen, weer kunt verdragen. Een prachtige scène.

How to be both: jongen én meisje, hier én daar, toen én nu, bekijken én bekeken worden. Ali Smith weet het allemaal op een prachtige manier met elkaar te verbinden. Ik ben trouwens erg benieuwd hoe iemand die met Francescho's verhaal begonnen is de roman heeft beleefd. Dat lijkt me nog knap ingewikkeld. Maar misschien denkt die persoon dat ook wel van mijn editie :-)

vrijdag 15 augustus 2014

Julio Cortázar - Rayuela: een hinkelspel


Voor het eerst in jaren las ik een boek met een potlood in de hand, om aantekeningen te maken in de kantlijn. Het leek wel studeren! Ik las namelijk de Spaanse "Ulysses": Rayuela, van Julio Cortázar, uit 1973, dat onlangs in een nieuwe vertaling verscheen.

Het boek is opgedeeld in twee delen: in het eerste deel, dat de eerste 56 hoofdstukken beslaat, vertelt Cortázar een vrij rechttoe, rechtaan verhaal. Het tweede deel verzorgt commentaar op en verdieping van dat verhaal, geeft inzicht in de geschriften van Morelli en bevat vele citaten. Als je ervoor kiest het hele boek te lezen spring je steeds heen en weer tussen het eerste deel en het tweede deel. Vandaar de titel: een hinkelspel.

Hinkelen speel je met een steentje dat je met de neus van je schoen vooruit moet schoppen. Benodigdheden: een trottoir, een steentje, een schoen en een mooie krijttekening, liefst in kleur. Bovenin bevindt zich de Hemel, onderaan de Aarde, het is erg moeilijk om het steentje in de Hemel te krijgen, je mikt bijna altijd verkeerd en dan rolt het steentje buiten de tekening.

Het verhaal speelt zich af in het jaar 1960 en gaat over een vriendengroep in Parijs die zich "de slangenclub" noemt. Waarom die zo heet is overigens onduidelijk. Het doel van de Club is in het begin van het boek eveneens onduidelijk. Ze discussiëren eindeloos met elkaar over allerlei schrijvers, dichters, musici, discussiëren nog maar wat meer, zuipen, zuipen nog maar wat meer, draaien plaatjes, zuipen nog maar wat meer, roken en draaien meer plaatjes. Op p. 63 concludeert Horacio Oliveira, de hoofdpersoon van de roman: "Het slot van het liedje zal zijn dat we naar de Bibliotheque Mazarine gaan om aantekeningen te maken over alruin wortels, de halssnoeren bij de Bantoes, of de vergelijkende geschiedenis van de nagelschaartjes."
Ik dacht eerst dat de slangenclub een studentenclubje was, maar op een gegeven kom je erachter dat Oliveira zeker al tweede helft 40 is (hij studeerde rond 1930). Tegelijkertijd koestert hij het niet-volwassen zijn: "het is werkelijkheid dat we na ons veertigste ons ware gelaat in de nek hebben en wanhopig achterom kijken." Cortázar geeft hier een aanwijzing voor in hoofdstuk 117: kinderen kennen het onderscheid niet tussen goed en kwaad (een theorie uit de jaren '20 van de vorige eeuw), waarmee Oliveira alle rottigheid die hij in het boek uithaalt lijkt goed te praten.

De belangrijkste leden van de slangenclub zijn de hoofdpersoon Horacio Oliveira: de 'reinigend offerpriester', oorspronkelijk afkomstig uit Argentinië. Wat zoekt hij precies in Parijs? Wat ontloopt hij? Dan is er La Maga (Lucía): de vriendin van Oliveira, oorspronkelijk afkomstig uit Montevideo. Zij wordt neergezet als een onderontwikkelde en tikje dommige vrouw. Ze blijkt een kindje te hebben dat als bijnaam Rocamadour heeft. Waarom het kindje ergens op het Franse platteland bij een vrouw is en niet bij zijn moeder is onduidelijk. Oliveira geeft overigens pas toe dat hij verliefd op La Maga is, als zij hem al ontglipt is. Ook de andere vrouw uit het gezelschap, Babs, wordt vooral afgeschilderd als dommig. Zie bijvoorbeeld p. 437, waarin zij steeds maar weer "bewonderend aan zijn lippen hing." (van haar vriend Ronald). Ook interessant is Ossip Gregrorovius: de man van wie de afkomst onduidelijk is, die meerdere moeders zegt te hebben in verschillende landen, met zeer uiteenlopende levensverhalen. En dan zijn er nog een paar anderen die minder aan bod komen.

De gedachtenwereld van ene Morelli is erg belangrijk voor de leden van de slangenclub, in hoe ze denken over literatuur: "Provoceren, een tekst ter hand nemen die slordig is, rammelend, onsamenhangend, bewust anti-roman(tisch), (...). Zonder je de grootste effecten die het genre biedt te ontzeggen als de situatie het vereist, maar met in je achterhoofd de raad van Gide, ne jamais profiter de l'élan acquis. Zoals alle door de westerse wereld uitverkoren producten, stelt de roman zich tevreden met een gesloten orde. Lijnrecht daartegenin gaan, ook hier zoeken naar een opening en daartoe iedere systematische opbouw van karakters of situaties categorisch achterwege laten. Methode: ironie, onophoudelijke zelfkritiek, incongruiteit, fantasie ten dienste van niemand."
"Morelli ziet in dat louter esthetisch schrijven een goocheltruc is, bedrog dat uiteindelijk alleen de vrouwtjes-lezer opwekt, de lezer die geen problemen wil, maar oplossingen, of valse problemen van anderen waarbij hij gerieflijk in zijn luie stoel kan zwijmelen, zonder betrokken te raken in het drama dat ook het zijne zou moeten zijn."

Het doel van het loslaten van bekende structuren, in de woorden van Morelli: "Per slot van rekening betekent verrotten een eind maken aan de onzuiverheid van de samenstellende delen en het teruggeven van de rechten aan het chemisch zuivere natrium, magnesium, koolstof. Mijn proza rot syntactisch weg en wint - heel moeizaam - aan eenvoud."

"Als je het boek las, kreeg je af en toe de indruk dat Morelli gehoopt had, dat de opeenstapeling van fragmenten plotseling zou kristalliseren tot een algehele werkelijkheid. (...) een kristallisatie die, zonder de wanorde waarin de hemellichamen van zijn kleine planetenstelsel rondcirkelden ook maar enigszins te wijzigen, een alomtegenwoordig, volledig begrip van hun bestaansredenen mogelijk maakte, (...)."
"De meest voor de hand liggende kwalificatie van deze toon was 'teleurstelling', maar je voelde dat deze teleurstelling in de grond niet toegeschreven moest worden aan de omstandigheden en gebeurtenissen die in het boek beschreven werkden, maar aan de wijze waarop ze beschreven werden, een wijze die - Morelli had het zoveel mogelijk proberen te camoufleren - een beslissend stempel op het vertelde drukte. De uitschakeling van het schijnconflict tussen vorm en inhoud kwam weer aan de orde (...). Wat hij in zijn boek vertelde diende nergens toe, was niets, omdat het slecht verteld was, eenvoudigweg omdát het verteld was." (p. 524)

Aardig is ook de tegenhanger van Morelli gepresenteerd wordt, ene Ceferino Piriz die alles juist in systemen onderbrengt. Hilarisch, daar waar de pogingen van Morelli om structuur van zich af te schudden treurig voelen. Moet hierin ook de referentie naar tuinieren worden gezien in hoofdstuk 134: verschil tussen Engels: mislukkingen vallen weg in het groter geheel vs Frans: elke mislukking valt op
In H82 maakt Morelli een vergelijking tussen schrijven en muziek maken, ritmisch bezig zijn. Wellicht dat er daarom zoveel verwijzingen naar muziek een rol spelen in het verhaal? "De muziek verliest haar melodisch karakter, de schilderkunst verliest haar anekdotisch karakter, de roman verliest zijn beschrijvend karakter." Ook hier wil hij dus dat alle structuur wordt losgelaten. De vraag die zich opdringt is: levert niet de dwang van het persé willen vermijden van elke vorm van structuur een nieuw keurslijf op?

Maar dan gebeurt er iets noodlottigs, iets dat de slangenclub uit elkaar doet spatten. Daarop keert Oliveira terug naar Buenos Aires, waar hij intrekt bij de vrouw die al die tijd op hem gewacht heeft. Hij hernieuwt de vriendschap met zijn vriend Manu (Traveler, de bijnaam ondanks het feit dat hij nooit reisde), met wie hij een haat/liefde-verhouding heeft en die samenwoont met de mooie en slimme Talitha. Zij zorgt voor balans in de relatie tussen Traveler en Oliveira, een rol die ze met toenemend ongemak en ongenoegen vervult; zij dreigt speelbal te worden van de spelletjes die Oliveira met de mensen in zijn omgeving speelt. Talitha is eigenlijk de enige vrouw in het boek die respect afdwingt, zij kan moeiteloos aan de woord- en filosofische discussies meedoen. Talitha en Traveler werken in een circus en bezorgen Oliveira daar een baantje als een manusje van alles. Gedrieën weten ze de directeur van het circus over te halen een krankzinnigengesticht te kopen en de zorg voor de bewoners over te nemen van de bestaande staf. Ze bereiden zich voor op hun nieuwe functie door het lezen van een handboek en het voeren van discussies... In het begin lijkt het nog best goed te gaan en lijken ze te worden geaccepteerd door de bewoners van het gesticht. Totdat Oliveira, in zijn zoektocht naar de verloren gegane liefde voor La Maga, de grip op de werkelijkheid verliest.

Talitha lijkt niet alleen de brug te zijn tussen Traveler en Oliveira, tussen zijn leven in Frankrijk en dat in Argentinië, maar ook tussen leven en dood:
... over de drie dagen dat de geesten van de afgestorvenen naar de hemel zweven en er een brug bestaat tussen de mens en het gat daarboven, een brug van mens tot mens (...). De vier-en-twin-tig-ste-au-gus-tus was een van de drie dagen waarop de aarde zich opende.

La Maga wordt in als Eurydice neergezet, voor wie Oliveira als Orpheus naar de onderwereld afdaalt om haar terug te halen naar het land der levenden. Met andere woorden: Oliveira moet naar de hel (de lijkenkelder van het krankzinnigengesticht) om zijn La Maga weer terug te krijgen.

Het absurde zit hem niet in de dingen op zich, het absurde zit hem in het feit dat de dingen er zijn en dat wij ze als absurd ondergaan.

In het tweede deel lijkt het alsof de schrijver Oliveira neer wil zetten als de non-conformist van Morelli: "Op het vlak van het dagelijks gebeuren wordt het gedrag van mijn non-conformist gekenmerkt door het afwijzen van alles wat riekt naar ingeburgerde ideeën, traditie, kuddegeest gebaseerd op angst en bedrieglijk wederzijdse voordelen hij zou zonder veel moeite Robinson Crusoe kunnen zijn. Hij is geen mensenhater, maar hij aanvaardt van mannen en vrouwen enkel dat deel dat niet gemodelleerd is door de maatschappelijke bovenbouw; zelf zit hij met zijn halve lichaam in de mal en hij weet het, maar dit weten is actief, het is niet de berusting van de mens die in de maat loopt. Met zijn vrije hand slaat hij zich het grootste deel van de dag in het gezicht en op zijn vrije ogenblikken slaat hij ermee in het gezicht van anderen, die het hem drievoudig betaald zetten."

Oliveira komt aan de lopende band in de meest absurde situaties terecht. Zo komt hij bij een concert van ene Berthe Trépat terecht, de uitgerangeerde en wel gekke pianiste die hij na het concert naar huis brengt, en de ontmoeting/de nacht die hij doorbrengt onder de brug langs de Seine met de zwerfster waarover La Maga hem ooit vertelde.
Hij lijkt deze situaties vooral te ondergaan, met een irritatie oproepende passieve houding. Die hij zelf verklaart: "bij een passief karakter hoorde een maximale vrijheid en beschikbaarheid, het luie ontbreken van principes of overtuigingen maakte hem gevoeliger voor de as-conditie van het leven (...)."

Al met al was het best een klus, het lezen van Rayuela. Lange zinnen met veel mij onbekende woorden, terwijl de betekenis van taal, van dialectiek volgens de hoofdpersonen niet onderschat kan worden, ze zich zorgen maken over taalverarming, zelfs een taaltje verzinnen (het Gligisch van La Maga, Oliveira een woordspelletje speelt met de letter H (zie p. 410), "Mooie buitenlandse woorden zijn als oases, pleisterplaatsen.", Talitha, Traveler en Oliveira die een 'wipwapspel' spelen met woorden uit het woordenboek (H41, p 253), de verwijzing naar Esperanto, de vreemde taal in hoofdstuk 69. Rijke taal, maar vaak onbegrijpelijk. Dat is hard werken als lezer.

Zeker ook omdat er in de slangenclub lange gesprekken gevoerd worden, waarbij de vele namen van dichters, schrijvers, filosofen, musici en muziekstukken het erg lastig maken om in het verhaal te blijven. Zeker als je het hinkelend leest want dan wordt na vrijwel elk hoofdstuk het verhaal onderbroken om te hinkelen naar het tweede deel van het boek. In het begin had ik de neiging om alle onbekende woorden, de genoemde schrijvers/dichters etc op te zoeken en de muziek te gaan beluisteren. Die lust verging me toch wel vrij snel toen er maar geen eind aan kwam. Ik zit blijkbaar niet zo in wie er in de jaren '50/'60 van de vorige eeuw belangrijk waren.

Ook speelt Cortázar met verschillende schrijfstijlen. Zo is er een stream of conciousness-stuk, het hoofdstuk met twee vervlochten verhalen, het optellen en aftellen van de achtereenvolgende alinea's. Dat is een verrijking van het boek, van het experiment dat dit boek overduidelijk is, maar bemoeilijkt het lezen evenzeer.

Tot slot een groot compliment voor de vertaalster, Barber van de Pol, die hier een puik stuk werk heeft afgeleverd! Van de zaken waar de schrijver er zelf voor koos om ze in het Frans, Engels of anderszins te schrijven ligt het voor de hand dat zo te laten, maar wanneer kies je ervoor om iets niet te vertalen naar het Nederlands, maar het in het Spaans te laten staan?

zondag 22 juni 2014

Paul Auster - Mr Vertigo


Het verhaal
Het is 1927, Saint Louis. Het straatschoffie Walt ontmoet een intrigerende man op straat die belooft hem te zullen leren vliegen als Walt met hem meegaat. Hoewel Walt daar geen bal van gelooft, is het vooruitzicht van avontuur voor hem voldoende om met deze Master Yehudi mee te gaan.
Ergens op het platteland van Kansas krijgt Walt zijn onderricht. In het huis zijn ook de Indiaanse Mother Sue (Sioux) en de zwarte gehandicapte jonge man Aesop. Tegen hen twee is Master Yehudi aardig, maar tegen Walt is hij hardvochtig. Ongelofelijke gruwelen laat hij Walt ondergaan. En als die weg probeert te lopen, is daar op miraculeuze wijze altijd weer Master Yehudi.
Maar dan opeens kan Walt inderdaad vliegen! Het is direct afgelopen met de gruwelen. Master Yehudi wordt zijn grote beschermer, zeker als de Klu Klux Klan het huis overvallen en Mother Sioux en Aesop omkomen. De eerste optredens van Walt gaan voorspoedig: de mensen weten niet wat ze zien! Voor Walt the wonder boy lijkt een grootse toekomst te weggelegd. Tot hij op een dag geveld wordt door een mysterieuze hoofdpijn die te maken lijkt te hebben met het vliegen. Er is één klein kansje dat hij weer zou kunnen vliegen: als hij zich zou laten castreren. Dat doet hij toch maar niet...
In de zoektocht naar een nieuw doel in zijn leven komt hij via het maffiosen-mileu uiteindelijk in rustiger vaarwater, van waaruit hij zijn memoires optekent die hij aan zijn neef, Daniel Quinn, zal nalaten.

Een wat oudere roman van Paul Auster (uit 1994), waar ik enthousiast over ben. Een mooi verhaal en gelukkig komt Daniel Quinn ook langs (joepie!). Alleen mist het de gelaagdheid die wel in bv Travels in the scriptorium, Oracle night of New York Trilogy. En die maken dat voor mij de boeken van Auster nou juist nét dat beetje extra hebben om een vijf-sterrenstatus te kunnen krijgen. Daarom: vier sterren.

vrijdag 28 maart 2014

William Stegner - Crossing to safety


Een prachtig boek over vriendschap, liefde en (on)afhankelijkheid.

Het verhaal
Het boek begint met de Sally en Larry (de ik-figuur) die voor de verjaardag van hun vriendin Charity het halve land afgereisd zijn. Het zal de laatste verjaardag van Charity worden; zij zal spoedig sterven aan de kanker die haar in zijn greep heeft. En na veertig jaar vriendschap wil je dan afscheid nemen.
Dan ga je terug in de tijd, naar eind jaren '30 van de vorige eeuw. Sally en Larry zijn als pasgetrouwd stel aan het begin van de vorige eeuw in Madison, Wisconsin, komen wonen. Larry heeft daar een tijdelijke baan aan de universiteit. Al snel worden ze door zijn collega Sid en diens vrouw Charity opgenomen in hun sociale kringetje.
Charity is een stevige tante, die haar leven en dat van haar gezin met ferme hand regeert. Zo begint elke dag met het inplannen van alles wat moet gebeuren in een boekje. Niet alleen de dag moet worden ingepland; Charity's hele leven bestaat uit plannen maken en die realiseren. En daarvan afwijken: vergeet het maar! Haar man Sid lijkt dit allemaal over zich heen te laten komen en zich nogal gelaten te voegen naar haar wensen.
Tegelijkertijd is Charity het kloppend hart van het stadje: ze is hartelijk en gul en zorgt voor leven in de brouwerij. Als Larry zijn baan verliest en Sally gehandicapt raakt, blijkt pas echt hoe gul en hartelijk Charity is.

Mooi genuanceerd worden de verschillende karakters neergezet: de schijnbaar passieve Sid, de schijnbaar neurotische dwingeland Charity. Schijnbaar, want there's more than meets the eye als het om deze twee gaat! Sally, de vrouw van de ik-figuur, speelt slechts een bijrol. Maar dat leidt er niet toe dat ze een vlakke figuur wordt. Het is meer alsof de ik-figuur haar nog niet zo goed durft te beschrijven, dat lijkt bijna te moeilijk, dat wordt te intiem.

Ik las pas dat het boek binnenkort in het Nederlands verschijnt. Dus niemand hoeft zich meer te laten tegenhouden deze prachtige roman te lezen.

dinsdag 21 augustus 2012

Dave Eggers - What is the what


Dave Eggers heeft in What is the what het verhaal van Valentino Achak Deng en zijn lotgenoten opgetekend, vluchtelingen uit Zuid-Soedan. Hoe zijn dorp door regeringstroepen een lesje werd geleerd voor hun opstandigheid, hoe daarbij het dorp grotendeels werd afgeslacht, hoe Achak te voet, als deel van de zgn. Lost Boys of Sudan door Soedan en Ethiopie zwerft en uiteindelijk in een Keniaans vluchtelingenkamp terecht komt. Jaren zit hij daar, tot er een reddende arm vanuit de States wordt uitgestoken: een flinke groep Lost Boys mag zich daar vestigen. Hoe Achak de spil van zijn gemeenschap wordt: bij problemen raadplegen ze hem. Hij is ook een graag geziene spreker: hij is het gezicht van de Lost Boys.

Eggers heeft ervoor gekozen Achak zijn verhaal te laten vertellen aan de mensen die hem in zijn Amerikaanse flat overvallen. Hierdoor word je als lezer steeds heen en weer geslingerd tussen de sterke overlever en de hulpeloos overgeleverde. Jammer. Want die twee zijn niet goed te verenigen in dezelfde persoon. Het haalt bovendien de vaart uit het verhaal. Maar dat de moord op Achaks vriendin min of meer tussen neus en lippen genoemd wordt, is onvergefelijk. Daarom: twee sterren.

woensdag 18 april 2012

Lawrence Hill - The book of negroes



Waar Tony, uit The sense of an ending van Julian Barnes zich heel duidelijk afvraagt of zijn herinneringen wel echt zijn, is daar geen sprake van bij Meena, de hoofdpersoon uit The book of negroes van Lawrence Hill. Zij schrijft als oude vrouw een 'getuigenis' van haar leven.

De roman start halverwege de 18e eeuw, in een West-Afrikaans dorpje. Meena wordt als klein meisje door slavenhandelaren geroofd uit het dorpje waarin ze is geboren, nadat ze getuige is geweest van de afslachting van een flink aantal van haar dorpsgenoten. Maandenlang worden zij en een paar andere overlevenden meegevoerd, om vervolgens per schip naar Amerika te worden gevaren. Daar aangekomen wordt Meena verkocht aan een plantagehouder. Jaren later, nadat ze uit de gratie is geraakt bij de plantageeigenaar door haar eigenzinnigheid en het feit dat ze een kind heeft gekregen van een andere slaaf zonder de toestemming van de baas, wordt ze verder verkocht. Ze komt in New York terecht, waar ze weet te ontsnappen. Vanuit New York vervolgt haar reis zich naar Nova Scotia, waar een nieuwe kolonie wordt gesticht, vervolgens naar Africa waar ze probeert haar roots terug te vinden. Haar leven eindigt in London, waar tegenstanders in het debat over slavenhandel in haar de mogelijkheid zien om hun gelijk te halen.

Ik vond dit geen goed boek. Het begin is veel te Amerikaans, preutsigheid alom. Vreselijk. Daarna wordt dat iets beter. Maar dan begint de ene onwaarschijnlijkheid op de andere gestapeld te worden om maar het hele slavenverhaal aan deze ene persoon te kunnen koppelen. Steeds weer is het geluk aan Meena's zijde: hoewel op het slavenschip de vrouwen en meisjes aan de lopende band verkracht worden, wordt zij als ze één keer nee zegt met rust gelaten. Hoewel ze een aantal keer ziek is, knapt zij steeds op. Hoewel er branden woeden, opstanden uitbreken, etc etc, overleeft zij steeds. En zelfs als ze haar man en haar kinderen kwijt raakt, weet Hill daar nog een soortement van Happy Ending van te maken. Het hele boek door is Meena degene die slim is, razendsnel een nieuwe taal leert, gevolgd wordt door blank en zwart.

Nee, niet mijn boek: twee sterren, omdat ik het wel uitlas.

zondag 15 april 2012

Julian Barnes - The sense of an ending


Een prachtig boekje, deze prijswinnende novelle van Julian Barnes.

De oude Tony kijkt terug op zijn leven, en dan met name op het vriendenclubje van de middelbare school dat hij had. Een clubje met van die jongens die graag met citaten strooien uit boeken die ze maar half gelezen hebben en lang niet altijd doorgronden. Het evenwicht in het groepje wordt verstoord als er een nieuwe jongen op school komt, die écht slim blijkt te zijn. Hij sluit zich aan bij het vriendenclubje, waar iedereen zijn best doet om indruk op deze Adrian te maken. Zo ook het vriendinnetje van Tony, Veronica. En als Veronica en Adrian vervolgens een relatie krijgen, schrijft Tony hen een akelige brief: einde vriendschap.

Jaren later ontvangt Tony een brief van een notaris, dat hij het dagboek van de inmiddels al lang overleden Adrian heeft geërfd. Het dagboek blijkt in het bezit van Veronica. Het vreemde is dat hij het dagboek niet van Adrian zelf, of van Veronica, maar van de moeder van Veronica erft. Nieuwsgierig naar de inhoud van het dagboek, neemt Tony contact op met Veronica. Ze ontmoeten elkaar een aantal malen, ontmoetingen die voor Tony intrigerend en verwarrend zijn.

Zijn herinneringen echt? Of geef je je eigen draai aan je verleden?

Een paar quotes:
"Have you noticed how, when you talk to someone like a solicitor, after a while you stop sounding like yourself and end up sounding like them?"

"It strikes me that this may be one of the differences between youth and age: when we are young, we invent different futures for ourselves; when we are old, we invent different pasts for others."

"What we called realism turned out to be a way of avoiding things rather than facing them."

"At some level, she blames me for the divorce. As in: since it was all her mother's doing, it was obviously all her father's fault."

"So when this strange thing happened - when these new memories suddenly came upon me - it was as if, for that moment, time had been places in reverse. As if, for that moment, the river ran upstream."

zaterdag 17 maart 2012

Elif Shafak - Het luizenpaleis



In het begin nogal verwarrende maar allengs mooier wordende roman over de bewoners van een appartementen-complex in Istanbul. Het appartementencomplex verkeert in slechte staat, het stinkt er nogal. Dat komt doordat de buurtbewoners de tuinmuur als vuilnisstortplaats gebruiken en het vuilnis kennelijk slecht wordt opgehaald.

We maken kennis met de smetvrezende Tijen Spic en Span en haar dochtertje Su, de steeds high zijnde student Sidar en zijn enorme hond Gaba, de dameskapperstweeling Cemal en Celal, de grootvader Hadji die op zijn drie kleinkinderen past, de formidabele en ook nog zwangere Meryem met haar angstige zoontje Muhammet, de familie Atesmizacoglu waarvan de moeder pleinvrees heeft, de Russische Nadya die steeds dezelfde slechte soap kijkt omdat de stem van een van de hoofdrolspeelsters die van de vermoedelijke minnares van haar man met nogal losse handjes is, de dronkenlap van een ik-persoon die leraar is en onlangs is gescheiden, De Ultramarijne Minnares die lekkere hapjes kokend op de man die haar onderhoudt wacht, de oude dame die Tante Madame genoemd wordt.

De stank wordt steeds erger en de kakkerlakken komen inmiddels in alle appartementen. De ik-persoon besluit er wat aan te doen en schildert middenin de nacht op de tuinmuur een boodschap die de inleiding is tot een reeks gebeurtenissen waardoor de levens van de verschillende bewoners door elkaar gaan lopen.

De bewoners worstelen allemaal op hun eigen manier met de dood of met de angst ervoor. Angst waarbij geloof en bijgeloof een rol spelen.

In het begin had ik moeite om bij al die verhalen te blijven, waarvan me de rode draad niet duidelijk was. Pas op 3/4 van het boek merkte ik nieuwsgierigheid naar hoe het verder zou gaan, toen de levens van de verschillende personages elkaar gingen raken. Dat vond ikzelf wel wat laat...

Vragen
Waarom die inleiding en uitleiding over waarheid en leugen? Als een soort waarschuwing dat je je niet moet laten meeslepen en denken dat dit allemaal echt gebeurd is?
Waarom dat verhaal over die Russische dementerende dame voor wie het Zuurtjespaleis gebouwd werd? Alleen maar om aan te tonen dat er wel degelijk een heiligengraf onder ligt?
Waarom de titel in het Nederlands luizenpaleis, terwijl er nauwelijks luizen in voorkomen. In het Engels heet het vlooienpaleis, wat helemaal vreemd is, want er komen echt NUL vlooien in voor. Beter was het Het Kakkerlakkenpaleis genoemd!

donderdag 5 januari 2012

Jennifer Egan - A visit from the goon squad



Wat een geweldig slim geconstrueerd boek, vol interessante personages, met een interessant thema: de vergankelijkheid van roem. Elk hoofdstuk is vanuit het perspectief van een ander personage geschreven. Die elk een eigen stijl hebben meegekregen. En bovendien zijn de door hen aangeraakte verhalen niet chronologisch geordend. Je moet als lezer dus zelf puzzelen: vanuit wiens perspectief is dit hoofdstuk geschreven, wanneer speelt het zich af. En al lezende begin je de samenhang tussen alles te ontdekken. Geweldig!

Sasha is een kleptomane, die als een soort personal assistant werkt voor een platenbaas, Bennie. Bennie heeft het vak ooit geleerd van Lou, in de tijd dat Bennie nog met zijn maten Scotty, Alice, Rhea en Jocelyn rondhangt, die samen de kern vormden van een punkbandje 'The flaming dildos'. Egan laat elk van hen, evenals van een aantal personen om hen heen aan het woord en zo kom je achter hun verleden, hun heden en hun toekomst. Hoe je vanuit de goot op kunt klimmen en hoe hard je daar weer in terug kunt vallen. Prachtig verhaal over (en later van) een PR-agente van de sterren, die uiteindelijk de PR-agente van uitgerangeerde dictators wordt.

Enige minpuntje is dat de delen die zich in de min of meer nabije toekomst (over 15 jaar) afspelen aan de ene kant een maatschappij schetsen die radicaal veranderd is en aan de andere kant deels al ingehaald is door de tijd, in dat ruime jaar tussen publicatie van de roman en het moment waarop ik het las. Schrijven over de toekomst, zeker als je het zo concreet maakt als Egan, blijkt maar weer eens eigenlijk te moeilijk en een linke business. Daarom "slechts" vier sterren.

maandag 25 oktober 2010

David Trueba - De kunst van verliezen



Het verhaal
Leandro begint aan het begin van het boek de grip op zijn bestaan al kwijt te raken: was hij ooit een redelijk talentvol pianist, nu heeft hij een kwijnende lespraktijk, en met zijn vrouw heeft hij een liefdevolle maar afstandelijke relatie. Op een dag besluit hij een bordeel te bezoeken. Daar leert hij Osembe kennen, een Nigeriaanse prostituee die onder de naam Valentina haar beroep uitoefent. Leandro is direct bezeten van haar. Hij geeft al zijn geld aan bezoekjes aan het bordeel uit, en daarna nog meer, totdat hij zelfs zijn huis in een omgekeerde hypotheek aan de bank weggeeft. Ondertussen wordt zijn vrouw ernstig ziek. Maar terwijl zij aftakelt en Leandro haar toegewijd verzorgt, blijft zijn verslaving aan Osembe een aanslag op zijn portemonnee. Tot de wal het schip keert.

Lorenzo, zijn zoon, is ook al niet al te gelukkig. Zijn vrouw is nog maar net bij hem weggegaan om haar baas te volgen als hij erachter komt dat hij belazerd is door zijn beste vriend en zakenpartner. Hijzelf is daaraan failliet gegaan, terwijl de zakenpartner door deze oplichting onbekommerd door kan met zijn leven. Dat laatste drijft Lorenzo tot een onbezonnen daad: hij vermoordt de zakenpartner. De eerste dagen na de moord is hij bang ontdekt te worden, daarna is hij vooral bezig om zijn leven weer een beetje op orde te krijgen: hij probeert een relatie aan te knopen met het zeer gelovige illegale Ecuadoraanse kindermeisje van de bovenburen, en met en vage kennis van haar begint hij een klusjesbedrijf. Dat kan natuurlijk niet lang goed gaan. En zo verliest ook hij (bijna) alles.

De dochter van Lorenzo, Sylvia, is een zestienjarige scholiere. Ze is, zoals het een pubermeisje van die leeftijd betaamt, erg bezig met de gedachte aan de eerste seks: met wie zal ze die hebben, wanneer en hoe zal het zijn. Ze heeft haar oog laten vallen op klasgenoot Dani, maar dan wordt ze aangereden door een jonge voetballer van de Madrileense voetbalclub, Ariel. Bij de aanrijding breekt ze haar been. Omdat Ariel zich haar lot aantrekt en haar na het ongeluk blijft opzoeken, wordt hij en niet Dani haar eerste minnaar. Die liefde kan niet openlijk beleden worden: een beroemde voetballer met een minderjarig meisje?? En dus gaat Sylvia een dubbelleven leiden: overdags een gewone scholier en 's avonds en in het weekend de vriendin van Ariel. Sylvia verliest op deze manier haar onschuld, haar jeugd, haar vrienden, het vermogen om met de liefde en seks te experimenteren met een leeftijdsgenoot.

De vierde persoon in het boek is Ariel. Hij is in Argentinië een gevierd voetballer en komt met grote verwachtingen naar Madrid. Het is een jonge jongen (20 jaar) die erg afhankelijk is van anderen: zijn oude coach, zijn broer, de eigenaar van de club. Het zijn deze mensen die beslissingen voor hem nemen. Hij is dan ook dolblij dat zijn broer met hem mee komt naar Spanje. Maar al snel wordt zijn broer door de club teruggestuurd naar Argentinië, om een schandaal te voorkomen. Hij sluit een soort van vriendschap met een journalist, de Schorre. Maar alleen blijkt Ariel de druk van pers en publiek niet aan te kunnen. En zo verliest Ariel de lol in voetbal en wordt het een opgedragen taak in plaats van een droombaan. Ook op het gebied van de liefde zijn het vooral anderen die voor hem beslissingen nemen: zijn broer, vrouwen die zich aanbieden, teamgenoten, Sylvia: het lijkt wel alsof ook hier hem alles overkomt in plaats van dat hij er bewust in opereert.

Aan het eind van het boek zijn ze alle vier meesters geworden in verliezen. En worden Leandro, Lorenzo en Sylvia op elkaar teruggeworpen. Maar of dit fysieke samenbrengen zich zal uitbetalen in ook een mentale samenkomst, lijkt zeer onwaarschijnlijk.

Als ik dit zo opschrijf, klinkt het allemaal weer interessant. En dat was het ook best hoor, begrijp me niet verkeerd. Maar o-o-o wat was er weinig ontwikkeling in de roman! Steeds weer opnieuw gaat Leandro naar Osembe, waar steeds opnieuw tot in de details wordt beschreven wat er gebeurt. Steeds opnieuw gaat Ariel voetballen en wordt tot in de details elke actie op het veld beschreven. Enzovoorts, enzovoorts. Ook de personages ondergaan verrassend weinig ontwikkeling, en ook worden hun karakters door Trueba erg weinig uitgediept. En hoewel er prachtige en ontroerende passages in zitten en Trueba een vlotte pen hanteert, was ik toch net iets te blij toen ik het einde had gehaald. Daarom: drie sterren.