zaterdag 31 december 2011
Sandro Veronesi - XY
In XY zijn er twee hoofdpersonen: de priester Don Ermete (Y) en de psychiater Giovanna Gassion (X). Zij raken elk op hun eigen manier betrokken bij een gebeurtenis die plaats vindt in het berggehuchtje San Giuda (Sint Judas, de heilige van de hopeloze gevallen): op een slechte winterochtend worden er net buiten het dorp tien lijken gevonden, die allemaal op een andere manier om het leven blijken te zijn gekomen. DNA van een elfde persoon wordt gevonden, maar zonder dat er van deze persoon een lijk aangetroffen wordt. De politie staat voor een raadsel.
Don Ermete is de priester van de parochie van San Giuda. Omdat hij een van de drie dorpsbewoners is die de vreselijke vondst doen, wordt hij door de politie verdacht. Na een aantal weken dagelijks ondervraagd te zijn, biecht de onderzoeksleider aan hem op dat de politie uit wanhoop alle lijken onthoofd heeft om er een terroristische aanslag van te kunnen maken. Daarna wordt de man vrijgelaten. Terug in het dorp merkt hij dat hij door de rest van de dorpelingen met argwaan bekeken wordt: waar was hij toen ze hem zo nodig hadden? In de dagen daarna valt hem op dat allerlei psychische kwalen van zijn parochianen de kop opsteken. Daarom roept hij de hulp in van dokter Gassion.
Giovanna Gassion heeft het net uitgemaakt met haar vriend en probeert haar leventje weer op te bouwen. Haar ex-vriend kan moeilijk afstand houden en na het bloedbad van San Giuda wordt hij voor Giovanna ook weer interessant, want hij zit in het onderzoeksteam. Zij weet dus al wat er allemaal mis gaat tijdens het onderzoek en voor welke oplossing er is gekozen.
Raadselachtig is voor haar het feit dat een litteken van lang geleden in de nacht van het bloedbad weer is open gegaan. Het kan voor haar niet anders dan dat deze twee zaken samenhangen. Als don Ermete haar vraagt hem te helpen, aarzelt ze dan ook geen moment en verhuist van de ene op de andere dag naar het afgelegen San Giuda.
Dan begint er een 'strijd' tussen geloof en wetenschap: is wat er gebeurde gewoon niet te verklaren en moet je de oorzaak zoeken in het Hogere of moet je net zo lang graven tot je de boel wetenschappelijk kunt verklaren? Als iemand eenmaal uitspreekt dat hij of zij een bepaalde versie gelooft, dan moet je sterk in je schoenen staan om iets anders te durven beweren.
Prachtig boek, met interessante (rare!!) personages, een goed verhaal (al draait het daar dus niet eens zo erg om), en vooral veel open eindjes waarmee je nog heerlijk blijft zitten. Zodat het boek je na afloop nog stevig bezig houdt.
woensdag 28 december 2011
Barbara Trapido - The travelling hornplayer
De gedichtenreeks van Wilhelm Müller 'Seventy-seven poems from the posthumous papers of a travelling hornplayer' vormt de basis voor deze roman van Trapido. Daarnaast heeft Trapido voor de roman de gedichtenserie Die schöne Müllerin gebruikt, waarvan de gedichten door Schubert op muziek gezet zijn.
Het verhaal
Het boek is in twee delen verdeeld, waarin het eerste deel over de levens van de drie hoofdpersonen gaat vóór de dood van Lydia en het tweede deel over hun levens ná de dood van Lydia.
De studente Lydia schrijft een scriptie over de gedichten van Müller. In het eerste hoofdstuk vertelt haar zus Ellen over hun gezamenlijke jeugd, waarin ze samen hun vader probeerden op te vrolijken nadat hun moeder het gezin verlaten had. Tot Lydia op een dag zomaar onder een bus terecht komt. Als titel van het hoofdstuk fungeert dit lied van Schubert.
Het tweede hoofdstuk is geschreven vanuit het perspectief van Jonathan Goldman, de schrijver, die Lydia helpt met haar scriptie. Hij vertelt vooral over zijn huwelijk met Katherine en haar opofferingen om hun zeer dyslectische dochter Stella (The Nuisance Chip, gezellig als je je dochter zo noemt) iets bij te brengen. Opofferingen die haar van een spannende jonge vrouw in een sloof veranderen. Waardoor hij de verleiding om een rustige schrijfplek in Londen te vinden en een relatie te beginnen met Sonia, een provocatieve onderzoekster aan de Universiteit van Londen, niet kan weerstaan. Sonia vindt de brief waarin Lydia vraagt om hulp met haar scriptie en plaagt Jonathan er vreselijk mee: het is overduidelijk de brief van een verliefde puber. Luister ondertussen naar dit lied van Schubert.
In het derde hoofdstuk ontmoeten we Stella, de dochter van Jonathan Goldman. Ze is zwaar dyslectisch en daardoor wordt ze als achterlijk beschouwd. Tot ze zichzelf op een bijzondere manier leert lezen. En vooral: tot ze cello leert spelen. Daar blijkt ze in uit te blinken. Ze gaat naar het conservatorium in Edinburgh, waar ze een buitengewoon hartstochtelijke relatie krijgt met de jonge kunstenaar Izzy, een van de huisgenoten van Ellen uit het eerste hoofdstuk. Stella is zijn muze, althans, tot hij een andere muze aan de haak slaat. Als ze daarachter komt, gaat ze naar de Londense flat van haar vader. Daar komt ze erachter dat die haar moeder bedriegt. Ontgoocheld vlucht Stella terug naar Edinburgh, waar Pen, de derde huisgenoot van Ellen, haar opvangt. Pen neemt haar mee naar zijn exorbitant rijke en streng katholieke familie. De titel van het hoofdstuk verwijst naar dit lied van Schubert.
Ook het vierde hoofdstuk draait om Stella. Stella blijkt zwanger van Izzy, en bij de eerste controle krijgt ze ook te horen dat hij haar met HIV besmet heeft. Ondanks het besmettingsgevaar besluit ze om de baby te houden. Pen biedt aan om met haar te trouwen en het kind op te voeden als ware het het zijne. Pen en Stella hebben geen echt huwelijk: Pen is als jongen zwaar misbruikt in het katholieke jongensinternaat waar hij op school zat en is daardoor ernstig gestoord in zijn seksuele ontwikkeling. Stella krijgt een dochtertje. Overigens heeft Stella alle banden met haar ouders en met Izzy verbroken: ze wil en kan hen niet onder ogen komen. De titel verwijst naar dit lied van Schubert.
In het vijfde hoofdstuk keren we terug naar Jonathan (bijpassende muziek van Schubert hier te beluisteren), in het zesde naar Ellen (luister hier naar de muziek van Schubert). En komen we erachter wat er nou precies met Lydia gebeurd is en hoe de verschillende personen aan het gebeuren hebben 'bijgedragen'. In het zevende en laatste hoofdstuk vormt een galadiner het decor voor de reünie van iedereen. Een confrontatie met datgene dat er gebeurd is, en een blik op de toekomst. Bij het laatste deel hoort dit lied van Schubert.
Wat een prachtig boek. In het vierde hoofdstuk begon ik het allemaal wat té dramatisch te vinden. Maar gelukkig weet Trapido een tranentrekker van jewelste (Stella zwanger en HIV-positief) om te buigen naar een mooi en ontroerend einde. Knap hoe ze het loodzware van rouw, wroeging en schuldbesef weet te behandelen zonder dat het één groot tranendal wordt.
Leuk ook hoe de schrijfster de titel terug laat komen: de roman die Jonathan schrijft heet: Have horn, will travel, en de leuke Oostenrijker die Ellen ontmoet die ze van vroeger kent als Hubert, de hoornspeler. Ik heb zojuist de liederen van Schubert opgezocht en beluisterd, dat voegt echt wel wat toe aan de beleving van het boek. Vandaar dat ik er linkjes naartoe heb opgenomen in dit leesverslag.
dinsdag 13 december 2011
Carlos Fuentes - Apollo en de hoeren
Een serie verhalen over verovering: van Zuid-Amerika door de conquistadores, van Spanje door de Romeinen, van het paradijselijke eiland waarop Columbus gestrand is door Japanse projectontwikkelaars geconfisceerd wordt. Mooi!
Wat me trouwens wel verbaast is dat de bundel die origineel El naranjo (de sinaasappelboom) heet, in het Nederlands Apollo en de hoeren heet, voor mij het minst aansprekende verhaal uit de bundel over een man die met een aantal hoertjes de zee op gaat en daar tijdens de seks sterft. De originele titel slaat namelijk op de hele bundel, waarin de sinaasappelboom en zijn vruchten in elk verhaal een (meer of minder) belangrijke rol spelen.
Abonneren op:
Posts (Atom)