zaterdag 14 juni 2014
Donna Tartt - The Goldfinch
Jawel hoor, voor het eerst in ik geloof wel bijna twee jaar ga ik me weer eens wagen aan een echt leesverslag. The Goldfinch (vertaald als Het Puttertje, geloof ik) is Donna Tartts derde roman in twintig jaar (The secret history verscheen in 1992 en The little friend in 2002). Van haar eerste twee romans heb ik genoten dus mijn verwachtingen van dit derde geesteskind van Donna waren hooggespannen. En ik ben niet teleurgesteld!
Het verhaal
Theo Decker is 13 jaar oud als hij als een van de weinigen een explosie in een New Yorks museum overleeft. Zijn moeder, met wie hij in het museum was om een tentoonstelling van oude Hollandse meesters te bezoeken, komt om. Een van de andere bezoekers geeft hem als laatste wens de opdracht een van de meesterwerken te redden, een schilderijtje van een puttertje uit 1654, geschilderd door Carel Frabritius. Het schilderijtje zal zijn leven grondig beïnvloeden.
In de maanden na de ramp woont hij bij een schoolvriendje: iedereen heeft zoveel medelijden met hem en loopt zo op zijn/haar tenen om hem heen dat hij er vreselijk eenzaam van wordt. Heel mooi beschreven is de scene waarin hij in contact komt met een van de andere overlevenden van de explosie, een meisje van zijn eigen leeftijd, Pippa.
Dan duikt op een kwade dag zijn vader op. Die neemt hem mee naar Las Vegas, waar hij als professionele gokker zijn dagen in het casino slijt. Theo wordt er aan zijn lot overgelaten. Hij vult zijn dagen met drank en drugs, samen met zijn vriend Boris, een semi-illegaal.
Nadat zijn vader om het leven komt, loopt Theo weg bij de vriendin van zijn vader. Hij gaat terug naar New York, waar hij liefdevol opgenomen wordt bij de verzorger van Pippa, de antiquair/restaurateur Hobie. In de jaren erna komt hij bij Hobie in de leer. Die kennis gebruikt hij echter om klanten op te lichten. Als dat aan het licht dreigt te komen, neemt Boris hem mee naar Amsterdam, waar het verhaal tot een zinderend eind zou kunnen komen.
Ware het niet dat Donna Tartt er een soortement happily-ever-after-einde aan breit. Jammer, want voor de rest is dit weer een fabuleuze roman. Tenminste, als je van uitgesponnen verhalen houdt, zoals ik :-)
Ergo: vier sterren, omdat ik geen viereneenhalve ster geven kan :-)
woensdag 4 juni 2014
John Williams - Butcher's Crossing
Ik had bij de start van Butcher's Crossing best hoge verwachtingen omdat een boekgrrl zei dat ze het veel beter vond dan Stoner, waar ik van genoten heb door de verstilde sfeer en het fatalisme dat eruit sprak. Heel bijzonder.
Oprecht teleurgesteld was ik dan ook toen Butcher's Crossing een soort Western bleek te zijn, weliswaar minstens zo fatalistisch als Butcher's Crossing, maar dan niet in die mooie verstilde zin.
Het verhaal speelt zich af in het Amerika van rond 1870. De hoofdpersoon, Will Andrews zet zijn studie aan Harvard opzij om het Echte Leven te gaan beleven. Hij reist naar het dorpje Butcher's Crossing (een "hotel", een hoerenkast, een paar huisjes en tentjes) en klampt daar een bizonhuidenhandelaar aan: met hem wil hij op bizonjacht. Deze man zegt dat er bijna geen bizons meer zijn en verwijst hem door naar Miller, een door de wol geverfde jager. Die weet Will over te halen om een expeditie te financieren naar een afgelegen vallei waar volgens hem nog een grote kudde bizons zou leven. Will investeert zijn halve vermogen in de expeditie en niet lang daarna vertrekken ze met nog twee andere mannen richting de vallei. Die wonder boven wonder blijkt te bestaan en, een nog groter wonder, inderdaad nog vol met bizons zit. Een grootschalige slachtpartij volgt. Tot het viertal door het weer overvallen wordt en in de vallei de winter moet zien door te komen...
John Williams heeft zich duidelijk erg goed ingelezen in het onderwerp. Het boek zou gebruikt kunnen worden als handboek voor "hoe jaag ik een bizon en slacht ik die". Paginalange beschrijvingen die de vaart uit het verhaal zelf halen. Wat jammer is. Want de 'frenzy' (wat is daar de Nederlandse term voor?) die met name Miller bevangt als de jacht eenmaal begonnen is, vond ik wel weer interessant. En ook het einde van de roman vond ik goed in elkaar steken.
Bij het einde was ik trouwens niet aangekomen als ik mijn normale "100 pagina's"-regel zou hebben gevolgd (als een boek me naar 100 pagina's niet kan boeien, leg ik het weg). Het feit dat ik daar voorbij ben gekomen, sterker, dat ik het heb uitgelezen lag aan het feit dat ik op dat moment in Stockholm zat en mijn andere boeken al uit waren. Een geluk bij een ongeluk.
Overigens vroeg ik me af of de tv-serie Deadwood (http://www.imdb.com/title/tt0348914/?ref_=nv_sr_1) misschien op dit boek geinspireerd zou kunnen zijn: de beschrijving van met name de hoteleigenaar (die in Butcher's Crossing mee gaat op expeditie), deed me enorm denken aan E.B Farnum. Hebben meer mensen deze associatie?
Van mij krijgt dit boek 3 van 5 sterren.
Oprecht teleurgesteld was ik dan ook toen Butcher's Crossing een soort Western bleek te zijn, weliswaar minstens zo fatalistisch als Butcher's Crossing, maar dan niet in die mooie verstilde zin.
Het verhaal speelt zich af in het Amerika van rond 1870. De hoofdpersoon, Will Andrews zet zijn studie aan Harvard opzij om het Echte Leven te gaan beleven. Hij reist naar het dorpje Butcher's Crossing (een "hotel", een hoerenkast, een paar huisjes en tentjes) en klampt daar een bizonhuidenhandelaar aan: met hem wil hij op bizonjacht. Deze man zegt dat er bijna geen bizons meer zijn en verwijst hem door naar Miller, een door de wol geverfde jager. Die weet Will over te halen om een expeditie te financieren naar een afgelegen vallei waar volgens hem nog een grote kudde bizons zou leven. Will investeert zijn halve vermogen in de expeditie en niet lang daarna vertrekken ze met nog twee andere mannen richting de vallei. Die wonder boven wonder blijkt te bestaan en, een nog groter wonder, inderdaad nog vol met bizons zit. Een grootschalige slachtpartij volgt. Tot het viertal door het weer overvallen wordt en in de vallei de winter moet zien door te komen...
John Williams heeft zich duidelijk erg goed ingelezen in het onderwerp. Het boek zou gebruikt kunnen worden als handboek voor "hoe jaag ik een bizon en slacht ik die". Paginalange beschrijvingen die de vaart uit het verhaal zelf halen. Wat jammer is. Want de 'frenzy' (wat is daar de Nederlandse term voor?) die met name Miller bevangt als de jacht eenmaal begonnen is, vond ik wel weer interessant. En ook het einde van de roman vond ik goed in elkaar steken.
Bij het einde was ik trouwens niet aangekomen als ik mijn normale "100 pagina's"-regel zou hebben gevolgd (als een boek me naar 100 pagina's niet kan boeien, leg ik het weg). Het feit dat ik daar voorbij ben gekomen, sterker, dat ik het heb uitgelezen lag aan het feit dat ik op dat moment in Stockholm zat en mijn andere boeken al uit waren. Een geluk bij een ongeluk.
Overigens vroeg ik me af of de tv-serie Deadwood (http://www.imdb.com/title/tt0348914/?ref_=nv_sr_1) misschien op dit boek geinspireerd zou kunnen zijn: de beschrijving van met name de hoteleigenaar (die in Butcher's Crossing mee gaat op expeditie), deed me enorm denken aan E.B Farnum. Hebben meer mensen deze associatie?
Van mij krijgt dit boek 3 van 5 sterren.
zaterdag 10 mei 2014
Alice Munro - Dear life
Toen Alice Munro in 2013 de Nobelprijs voor de Literatuur won, bedacht ik me met schaamrood op de kaken dat ik nog nooit eerder iets van haar las. Dat heb ik met Dear Life, een verhalenbundeltje uit 2012, proberen goed te maken.
In dit bundeltje een aantal korte verhalen waarin Munro min of meer gewone mensen portretteert: de vrouw die met haar dochtertje een treinreis maakt, ontsnappend aan het keurslijf dat haar huwelijk is; een andere vrouw die les gaat geven in een sanatorium en daar een relatie krijgt met de dokter. In een volgend verhaal keert een soldaat terug van het front en blijft onderweg hangen op een boerderij. Het boekje eindigt met een aantal (aldus Munro) autobiografische schetsen.
Stuk voor stuk juweeltjes, met voldoende afronding (dat is vaak een probleem met korte verhalen: er blijft teveel onuitgediept) en ook voldoende open eindjes om zelf lekker over door te kunnen fantaseren. Een plezier om te lezen!
dinsdag 29 april 2014
Michel Faber - Under the skin
Wauw, wat een boek! Je zit gewoonweg te shaken als je het uitgelezen hebt.
Het verhaal: een jonge vrouw, Isserley, schuimt per auto de Schotse wegen af. Ze pikt daar mannen op. Jonge mannen, in de kracht van hun leven. Ze stookt vervolgens de verwarming van de auto zo hoog op en doet dan zoveel kleren uit dat ze de mannen een blik gunt op haar omvangrijke boezem, naast haar ogen het enige echt aantrekkelijke aan haar. Want verder is ze… vreemd. Er zijn grote littekens op haar lichaam te zien, ze moet speciale schoenen dragen en ze is zeer behaard.
Je denkt al snel dat ze uit is op seks en dat ze dat door haar afwijkende uiterlijk alleen kan krijgen door op deze manier mannen op te pikken. Maar je blijkt dan goed op het verkeerde been gezet want ze heeft met de mannen niet veel goeds in de zin. Als ze tevreden is over hun respons op haar lichaam, drukt ze op een knop waardoor de mannen geïnjecteerd worden met een slaapmiddel. Vervolgens neemt ze ze mee naar een boerderij die ergens in het buitengebied gelegen is. Daar draagt ze ze over aan een collega terwijl zijzelf bijkomt van de inspanning.
Wat een vreemd verhaal!
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
Wat blijkt is dat Isserley een alien is die grootschalige chirurgie heeft ondergaan om op de aarde mannen te kunnen lokken, door haar en haar mede-aliens ‘vodsels’ genoemd. De mannen worden op de boerderij verminkt (hun tong wordt verwijderd zodat ze niet meer van die vervelende geluiden kunnen maken en ze worden gecastreerd), vetgemest en vervolgens geslacht. Het vlees wordt als delicatesse geëxporteerd naar de thuisplaneet van Isserley. Vodsels worden door de aliens niet beschouwd als intelligente wezens, maar alleen als potentieel voedsel waar je dus niet omzichtig mee om hoeft te gaan. Een interessant statement tegen de intensieve veehouderij, want wat als bijvoorbeeld varkens de vodsels en wij mensen als Isserley, dus aliens zouden zijn? Wat doen wij varkens aan?
Je snapt, je kunt niet lang tussen de vodsels verkeren, hen bestuderen, met hen praten, zonder ze te gaan waarderen. En dat gebeurt er met Isserley. Ze krijgt steeds meer moeite met haar rol. Niet in de laatste plaats doordat de zoon van de baas van het bedrijf waar Isserley voor werkt fel tegenstander van de vodsel-houderij blijkt te zijn en bij een bezoek probeert de gevangenen te bevrijden. De zoon waarop Isserley vreselijk verliefd is en die een van de weinigen blijkt die zich door haar veranderde uiterlijk niet laat afschrikken. Want veel van de aliens vinden dat Isserley daardoor teveel vodsel-achtig is geworden en dus afschrikwekkend lelijk.
Aan het eind besluit Isserley dat ze niet terug wil naar haar thuisplaneet, maar op aarde wil blijven. Maar dan krijgt ze een auto-ongeluk. Paniek bevangt haar: als een ambulance haar aan zal treffen zijn de rapen natuurlijk gaar. Gelukkig heeft de auto een knop waarmee ze zichzelf en de auto tot gruzelementen kan opblazen…
Naschrift (oktober 2014): onlangs zag ik de film met Scarlett Johansson in de hoofdrol. Een best mooie film, maar hij heeft slechts zijdelings de thematiek van het boek geraakt, als je het mij vraagt. Er is vooral ingezoomd op de vreemdheid van deze vrouw. Maar wat er nou gebeurt en waarom blijft volkomen onduidelijk. Terwijl imo Faber juist een krachtig statement neerzet met Under the skin.
woensdag 9 april 2014
Tommy Wieringa - Een mooie jonge vrouw
Het schrijven van een boekenweekgeschenk is geen sinecure: je moet in een paginaatje of 100 een afgerond verhaal neerzetten, dat bovendien een breed publiek zal moeten aanspreken. Dat lukt niet altijd even goed. Bij het boekenweekgeschenk van dit jaar, Een mooie jonge vrouw van Tommy Wieringa, moet de schrijver m.i. te veel concessies doen aan de beperkte omvang. Hierdoor komt ook zijn normaal gesproken uitstekende vertelkunst onder druk te staan waardoor het verhaal wat vlakjes blijft. De liefde van de oudere man voor de jongere vrouw stijgt amper uit boven het niveau "Edward zag haar niet graag met leeftijdgenoten. Het bracht aan het licht wat er gebeurd was in de tijd dat ze samen waren: hij werd niet jonger van haar, zij werd ouder van hem. In gezelschap van leeftijdgenoten nam ze haar ware leeftijd weer aan, licht en sprankelend, terwijl hij op zijn eiland ver in de toekomst achterbleef, grommend in zijn baard". Omdat Tommy Wieringa wel een heel goede schrijver is, krijgt hij van mij toch drie sterren.
vrijdag 28 maart 2014
William Stegner - Crossing to safety
Een prachtig boek over vriendschap, liefde en (on)afhankelijkheid.
Het verhaal
Het boek begint met de Sally en Larry (de ik-figuur) die voor de verjaardag van hun vriendin Charity het halve land afgereisd zijn. Het zal de laatste verjaardag van Charity worden; zij zal spoedig sterven aan de kanker die haar in zijn greep heeft. En na veertig jaar vriendschap wil je dan afscheid nemen.
Dan ga je terug in de tijd, naar eind jaren '30 van de vorige eeuw. Sally en Larry zijn als pasgetrouwd stel aan het begin van de vorige eeuw in Madison, Wisconsin, komen wonen. Larry heeft daar een tijdelijke baan aan de universiteit. Al snel worden ze door zijn collega Sid en diens vrouw Charity opgenomen in hun sociale kringetje.
Charity is een stevige tante, die haar leven en dat van haar gezin met ferme hand regeert. Zo begint elke dag met het inplannen van alles wat moet gebeuren in een boekje. Niet alleen de dag moet worden ingepland; Charity's hele leven bestaat uit plannen maken en die realiseren. En daarvan afwijken: vergeet het maar! Haar man Sid lijkt dit allemaal over zich heen te laten komen en zich nogal gelaten te voegen naar haar wensen.
Tegelijkertijd is Charity het kloppend hart van het stadje: ze is hartelijk en gul en zorgt voor leven in de brouwerij. Als Larry zijn baan verliest en Sally gehandicapt raakt, blijkt pas echt hoe gul en hartelijk Charity is.
Mooi genuanceerd worden de verschillende karakters neergezet: de schijnbaar passieve Sid, de schijnbaar neurotische dwingeland Charity. Schijnbaar, want there's more than meets the eye als het om deze twee gaat! Sally, de vrouw van de ik-figuur, speelt slechts een bijrol. Maar dat leidt er niet toe dat ze een vlakke figuur wordt. Het is meer alsof de ik-figuur haar nog niet zo goed durft te beschrijven, dat lijkt bijna te moeilijk, dat wordt te intiem.
Ik las pas dat het boek binnenkort in het Nederlands verschijnt. Dus niemand hoeft zich meer te laten tegenhouden deze prachtige roman te lezen.
zondag 9 maart 2014
Frances Greenslade - Shelter
Canada, ergens in de tweede helft van de jaren '60 van de vorige eeuw. De zusjes Maggie (10) en Jenny (13) wonen met hun ouders in een nogal primitieve camper [check]. Maggie is het lievelingetje van hun vader, ze gaat vaak met hem de bush in waar hij haar leert om schuilhutten te maken, mocht ze ooit de weg kwijtraken en zich tegen het weer of wilde dieren moeten beschermen.
Op een kwade dag echter komt hun vader om het leven. Niet zo lang daarna dumpt hun moeder hen bij een kennis en verdwijnt, om tijdens de zomer geld te kunnen verdienen. De zusjes houden elkaar op de been met 'moeder komt na de zomer terug'. Niet dus. Verbijsterend is dat zij beiden, maar ook de kennis waarbij ze inwonen de situatie min of meer gelaten accepteren. Pas jaren later gaat Maggie alsnog actief op zoek naar haar verdwenen moeder. Ze komt terecht bij Alice, een vriendin van haar moeder, die haar de waarheid zal onthullen.
Mooi boekje, hoewel het eind wel erg ongeloofwaardig is en door de schrijfster onnodig wordt afgeraffeld. Daarom: drie sterren.
Abonneren op:
Posts (Atom)