maandag 26 september 2011

Kathryn Harrison - De weg naar Santiago de Compostela



Als wandelaar vind ik het altijd leuk om te lezen over andermans/vrouws wandelervaringen. Dacht ik. Want Kathryn Harrisons 'De weg naar Santiago de Compostela' bekoorde me helemaal niet. Ze beschrijft de drie ervaringen die ze met de Camino heeft, voor lopers toch wel een beetje dé tocht der tochten. Maar niet voor haar.

Haar eerste kennismaking is bij toeval, als ze 7 maanden zwanger in Burgos is en daar de markeringen van de Camino ontdekt. Impulsief en totaal onvoorbereid loopt ze een eindje de stad uit, tot harde buiken haar verder lopen beletten. Zeven jaar later keert ze terug en loopt dan het laatste deel van de route. Ook nu is ze slecht voorbereid, slaat ze eigenwijs de raadgevingen van mensen die ze ontmoet in de wind en schrijft ze vooral over de ontberingen die de loper op de weg der wegen moet ondergaan: blaren, slecht sanitair en dito maaltijden, drukte. Zo zijn haar schoenen tot op de draad versleten na 200 km, sorry hoor, maar mijn schoenen hebben al heel wat meer kilometertjes afgelegd en zijn nog lang niet op!
Ook bij haar laatste bezoek, waarin ze met haar 12-jarige dochter het begin van de route loopt, is ze weer bijzonder slecht voorbereid, slaat ze terwijl ze nota bene met een kind loopt de raad en hulp af en klaagt ze er een potje op los. Dit deel heeft Harrison overigens als eerste deel in het boek gebruikt, want ze beschrijft de verschillende etappes die je vanaf de start loopt (en dat is bij haar dus niet chronologisch).

Kathryn Harrison beschrijft haar Camino-ervaringen louter vanuit logistiek oogpunt. Vrijwel niets over wat er in haar omgaat terwijl ze de kilometers onder haar voeten door laat glijden. De spirituele kant van de pelgrimage naar Santiago de Compostela komt amper aan bod. Even raakt ze eraan als ze bij het eindpunt naar de mis gaat. Maar ook dan moet er weer zo nodig genoemd worden dat ze in haar smerige kleren in de kerk uit de toon valt. Zucht. Who cares?!

Ergo: 1 ster. Omdat ik wel uitgelezen heb.

zondag 25 september 2011

Jonas Jonasson - De 100 jarige man die uit het raam klom en verdween



Als je op zoek bent naar een leuk boek voor tussendoor, raad ik je van harte Jonas Jonassons 100 jarige man aan. Ik kreeg het voor m'n verjaardag van mijn IRL-leesgroep: dank, meiden!

Het verhaal
Allan Karlsson wordt in mei 2005 100 jaar. Een kwartier voordat hij opgehaald zal worden door de leiding van het bejaardenhuis waar hij woont, besluit hij niet mee te doen aan de feestelijkheden: hij stapt uit het raam en loopt (schuifelt) richting het busstation. Terwijl hij op de bus wacht vraagt een jonge man hem op zijn koffer te passen terwijl hij een sanitaire stop maakt. De jongen blijft nogal lang weg en dus besluit Allan de koffer mee te nemen. Dat is het begin van een dol en dwaas avontuur waarbij de oude man en de mensen die hij op zijn pad ontmoet achtervolgd worden door een criminele bende. Waarbij de criminelen steeds het onderspit delven.
Tussendoor lees je het levensverhaal van Allan. Hoe hij door toeval van de ene wonderbaarlijke situatie in de andere terecht komt, hoe zijn liefde voor explosies leidt tot betrokkenheid bij de uitvinding van de atoombom. Hoe hij kennis maakt en vaak ook vrienden wordt met de groten der aarde, hoe hij steeds betrokken is bij of zelfs de aanstichter is van de belangrijke gebeurtenissen van de 20e eeuw. Hilarisch gewoon.

Ja, een gewoon leuk boek. Lekkere droge humor. Niks literair hoogdravends aan, maar vooral ook niet van die flauwe en opgelegde meligheid.

dinsdag 13 september 2011

Miguel Delibes - De ketter



Oktober 1557. Cipriano Salcedo vaart met een schip mee van Duitsland naar Spanje. Hij is in Duitsland op bezoek bij Philipp Melanchton geweest om daar te horen hoe de Reformatie erbij staat. In Spanje is het Lutheranisme verboden en dus zijn de kleine Lutheraanse groepen in het land erg geïsoleerd, verstoken van informatie. Salcedo behoort tot een groepje in Valladolid.

Daarna neemt Delibes je mee terug en beschrijft hij het leven van Cipriano Salcedo. Cipriano wordt geboren op de dag dat in Wittenburg Maarten Luther zijn stellingen op de kerkdeur vastspijkert. Zijn moeder sterft in het kraambed, hetgeen zijn vader hem niet kan vergeven. Een min voedt het kind; zij blijft aan als kindermeisje als de kleine jongen niet langer gezoogd hoeft te worden. Het thuisonderwijs van het kind blijkt door de donkere aanwezigheid van de vader geen succes. Daarom plaatst hij Cipriano in een internaat voor weeskinderen.
Als zijn vader sterft, erft Salcedo zijn aanzienlijke fortuin. Bij het opbouwen van zijn eigen zakenimperium komt hij in een dorpje in de buurt Teo tegen. Haar marmerachtige, onverstoorbare uiterlijk trekt hem direct aan en ze trouwen. Zij kan echter niet goed aarden in de stad. Als het het stel dan ook nog niet lukt om zwanger te raken, verliest Teo alle hoop en glijdt in rap tempo af. Na haar dood komt Salcedo in contact met een Lutheraanse prediker. Hij sluit zich bij diens groep aan en wordt door zijn goede verstand en kordate optreden al snel diens rechterhand. Niet lang na het reisje naar Duitsland waarmee de roman begint, wordt de groep door de Inquisitie opgepakt. Voorspelbaar is dat ze op de brandstapel zullen eindigen, tenzij ze terugkeren in de moederschoot van de Rooms-Katholieke kerk...

Het eerste deel is zwaar theologisch-filosofisch van aard en ik was hard aan het werk om het allemaal te kunnen volgen. Ik verwachtte na het eerste deel dat ook de delen erna zwaar en moeilijk te volgen zouden zijn. Maar nee, daarna is het verhaal meer dan soepel geschreven. Weliswaar komen er nog vele theologische discussies in voor, maar die passen buitengewoon goed in de ontwikkeling van het verhaal en de karakters. Ik heb het eerste deel na afloop nog een keer gelezen en kon het toen veel beter volgen. De namen vallen op hun plaats, hun gedachtengoed ken je inmiddels vanuit het de latere delen. Waarom Delibes voor deze structuur heeft gekozen, is mij niet helemaal duidelijk... Al met al een prachtige roman!

zondag 11 september 2011

Bart Vercauteren - Het graf van de voddenraper - Mortsels requiem



Vlak voor zijn 65e verjaardag delft grafdelver René zijn allerlaatste graf. Hoe toepasselijk dat dit het graf is van de voddenraper, wiens zoon Gert hem zo doet denken aan zijn zoontje Bertje die in 1943 op 2-jarige leeftijd omkwam bij een bombardement op Mortsel, een wijk in Antwerpen. Na dit bombardement is René niet alleen zijn zoontje kwijt, maar ook zijn werk als bakkersknecht bij zijn schoonvader. En zijn vrouw Joke, die toch al mentaal instabiel was en die het verlies niet verwerken kan. Zij moet opgenomen worden.
In de dagen na het bombardement werkt René als een bezetene om alle graven te delven die nodig zijn om de mensen die omkwamen bij het bombardement te kunnen begraven. En graven delven blijft hij daarna ook doen.
René knoopt een praatje aan met Gert en komt zo heel wat te weten over het leven van de voddenraper: een man die na de oorlog de draad wel wist op te pakken, terwijl René bleef steken in het delven van graven. Dan blijkt dat de twee elkaar al kenden: de grafdelver verkocht zijn door het bombardement gehavende huis aan de voddenraper. Hun lot blijft met elkaar verbonden, ook in de de dood.

Een paar quotes:
En hoe leg je uit dat sommigen, zoals ik, te laf zijn voor het leven? Ik heb aan het graf van Bert en Joke gevochten tegen het bevriezen van de beelden. Ik heb de dood niet in de ogen durven te kijken, en, jaar na jaar, heb ik ze in gedachten ouder laten worden. Het is me op den duur niet meer gelukt. De dood uitdagen blijft nooit ongestraft.
----------------------------------------------
Bertje, ik heb met je geleefd zonder je echt te kennen. Je bent als een keitje uit een stapel stenen gelicht, en alles is dooreen gerold. En precies zo heb jij je rol gespeeld.
----------------------------------------------
Tenslotte hebben we het verleden alleen in bruikleen van de toekomst.

Wat een pareltje, zo voorzichtig en omzichtig beschreven. Schuchter steeds even dieper rakend aan de kern. Zoals je omgaat met door rampspoed getroffenen. Ontroerend.

maandag 5 september 2011

Robert M. Pirsig - Zen en de kunst van het motoronderhoud



Een Golden Oldie, dit boek van Pirsig, dat al tijden in mijn kastje met ongelezen boeken stond te wachten op het perfecte moment. En kennelijk was het nu zover. Wat een boek! Ben blij dat ik het nooit eerder gelezen heb, want ik vrees dat ik er op jongere leeftijd minder van genoten zou hebben dan nu het geval was.

Het verhaal
De ik-persoon maakt samen met zijn zoon en een bevriend stel een motorreis door de States. In de lange uren dat ze over de achterweggetjes rijden houdt hij voor de lezer een hele filosofische verhandeling over zijn zoektocht naar de inhoud van het begrip 'Kwaliteit'. En de derde reis die we meemaken is de reis naar de persoon die hij vroeger was en war het verschrikkelijk mee misgelopen is.

Ik heb zelden zoveel ezelsoortjes in een boek aangebracht. Maar ze hier gaan overtypen doet mijn eigen reis in het boek onrecht. Dus geen quotes vandaag. Maar wel: 5 sterren!

zaterdag 3 september 2011

Kathryn Stockett - The Help



The Help speelt zich af Jackson, een stadje in het Mississippi van de jaren '60 van de vorige eeuw. De tijd waarin de positie van zwarte Amerikanen lijkt te gaan verbeteren, de tijd van de marsen naar Washington onder leiding van Martin Luther King. In het zuiden van de States is daar overigens nog bar weinig van te merken: de zwarte huishoudelijke hulpen die voor hun witte bazinnen werken, worden uitgebuit en gediscrimineerd. Ze moeten niet alleen het huishouden draaiend houden tegen een hongerloontje, maar zijn ondertussen ook nog de kinderopvang en bediende tijdens feestjes. Maar ondertussen is de gewone huiswc voor hen wel verboden en moeten ze op de wc voor gasten die dan dus extra gepoetst moet worden als er gasten zijn (want "ze" dragen toch rare ziektes bij zich) of krijgen een 'eigen' wctje dat in een hoekje van de garage gebouwd wordt.

Eén van de hoofdpersoon, Skeeter (een witte jonge vrouw die eigenlijk Eugenia heet), wil graag journaliste worden. Als ze contact weet te leggen met een prestigieuze uitgever in New York, adviseert zij Skeeter om een opzienbarend onderwerp te kiezen. Skeeter bedenkt dat de verhalen van de zwarte dienstmeisjes een geschikt onderwerp zouden vormen. En wie weet kunnen de dienstmeisjes haar gelijk vertellen wat er toch met de vrouw die voor haar heeft gezorgd vanaf haar babytijd tot ze naar de universiteit ging is gebeurd...
"I was not a cute baby. When I was born, my older brother, Carlton, looked at me and declared to the hospital room: 'It's not a baby, it's a skeeter!' and from there the name stuck"
De andere twee hoofdpersonen zijn Aibileen en Minny. De eerste is de zwarte hulp bij Elizabeth, een van Skeeters vriendinnen. Ze verzorgt het dochtertje van Elizabeth, die daar zelf natuurlijk geen tijd voor heeft, zo druk is ze met haar bridgeclubje, met kleren naaien en met de vrouwenvereniging. Aibileen wacht met vrezen op het moment dat het kleine meiske hun verschil van huidskleur zal gaan opmerken. Ze weet dat dat gaat gebeuren, ze heeft namelijk al zestien andere witte kindjes grootgebracht. Aibileen is daarnaast in de rouw omdat haar zoon op een gruwelijke manier om het leven is gekomen.

Minny is aan het begin van het boek net ontslagen bij de moeder van een van de andere vriendinnen van Skeeter. Ontslagen omdat ze, als de moeder naar een bejaardenhuis gaat, weigert om bij dochter Hilly te komen werken. Hilly is een vreselijk mens en de grote motor achter vele discriminerende zaken in het stadje. Als Minny niet voor haar wil komen werken, verspreidt Hilly de leugen dat Minny gestolen heeft. In Jackson komt ze dus niet meer aan de bak. Tot ze bij een vrouw aan de slag kan die buiten Jackson woont en die een beetje een outcast is omdat ze a. boven haar stand is getrouwd en b. (veel belangrijker) met de man waarop Hilly haar zinnen gezet had. Hoewel Minny een grote en sterke vrouw is wordt ze thuis met de regelmaat van de klok afgerost door haar man.

Aibileen en Minny zijn de eerste dienstmeisjes die hun verhalen met Skeeter delen. Er volgen vele anderen. Terwijl ze zich allemaal bewust zijn van het gevaar dat ze lopen door te werken aan dit project. Werkloosheid en geweld tegen de huishoudelijke hulpen, verstoting en geweld tegen Skeeter.

Indrukwekkende roman, die je je doet afvragen hoe het nu is, daar in het Zuiden. En eigenlijk ook hoe het elders is, heden ten dage. Natuurlijk zijn er ook minpuntjes. Omdat het boek draait om deze drie vrouwen, blijven de andere karakters wel heel erg plat, bijna karikaturaal. Vooral Hilly. Of zouden er echt dit soort vrouwen (hebben) bestaan?
Ook de zwarte dienstmeisjes maken zich trouwens schuldig aan discriminatie (ten opzichte van de indianen), het zijn geen engelen. Daarmee zit er meer nuance in de roman dan ik van tevoren dacht.
"You can't trust them Indians. Don't you know we poisened their corn? What if she trying to poison you?"
en
"Drunk as an Injun on payday"
Leuk detail vond ik dat de delen die over Skeeter gaan andere bewoordingen gebruiken dan de delen over Aibileen en Minny. Bijna alsof de vrouwen hun eigen verhaal vertellen. Net als in het boek dat Skeeter schrijft...

Tonke Dragt - Het gevaarlijke venster



In Het gevaarlijke venster keert Tonke Dragt terug naar het rijk van Koning Unauwen (uit De brief voor de Koning). Ze vertelt er twee verhalen over.

In het eerste bouwt Arwen, een van de ridders van Unauwen een kasteel op een onmogelijke plaats, door een pact met de duivel te sluiten: de eerste persoon die uit het duizendste venster van dit kasteel kijkt zal zijn/haar ziel moeten afstaan. Ondanks dat de ridder de kamer van het gevaarlijke venster afsluit, oefent het een onweerstaanbare aantrekkingskracht op de ridder uit...
In het tweede verhaal gaat de ridder op reis. Het is een reis vol ontberingen. Uiteindelijk loopt het schip averij op tussen de ijsbergen en moeten Arwen en de enige nog overgebleven medereiziger hun toevlucht zoeken in een koud huis. Een erg koud huis...

Leuk boekje waardoor je direct weer zin krijgt De brief voor de Koning te gaan herlezen (voor de tigste keer)