maandag 30 december 2002
Wel gelezen, niet geblogd
Nog meer in 2002 gelezen:
Raymond Feist - Krondor, Tear of the Gods
Nicci French - Beneath the skin (gEEn goed idee als je net alleen ben gaan wonen na het verbreken van een relatie), dus lekker wakker gelegen...
Kader Abdolah - De reis van de lege flessen (waarin hij beschrijft hoe hij in een
dorp langs de IJssel Nederland leert kennen)
Kristien Hemmerechts - Donderdagmiddag, half vier (Ik vond de hoofdpersonen heel interessant, het thema van het verhaal ook, maar toch kon het mij niet boeien, het greep me niet. Ik heb erg zitten piekeren over het waarom, kom er niet goed achter. Toch erg afstandelijk?? Ik hoorde ook de hele tijd de wat lijzige stem van Hemmerechts in mijn hoofd (voor mij niet zo positief), kan ook hebben meegespeeld)
Helen Fielding - Bridget Jones, the edge of reason (II)
donderdag 26 december 2002
Donna Tartt - De kleine vriend
Vannacht uitgelezen. Wat een heerlijk boek, het begint rustig, op het saaie af, maar er komt steeds meer dreiging en snelheid in. Aan het eind kun je het echt niet meer wegleggen.
Het verhaal
De hoofdfamilie bestaat uit vier bejaarde zussen: Libby, de oudste die van jongs af aan voor haar zusjes moest zorgen toen hun moeder stierf. Een schat van een mens, te lief. Dan Edith (Edie), zo'n pinnige oude vrouw, die zich aan alles en iedereen doodergert, Theodora (Tatty), waar ik het minste beeld van heb gekregen, in ieder geval een enorme betweter, en de jongste, Adelaide (Addy), zo'n Golden Girl-type, erg bezig met haar uiterlijk en de mannen. Ze waren vroeger vreselijk rijk, maar hun vader heeft hen min of meer berooid achtergelaten. Wel leven ze er goed van, hoor.
Edie heeft een dochter, Charlotte, vroeger een levenslustig type, maar sinds 12 jaar een geestelijk wrak. Toen is namelijk haar zoontje Robin vermoord, gewoon in de voortuin, waar zijn (baby)zusjes bijwaren. Die kunnen zich niks herinneren van het voorval. Allison was toen vier, een dromerig kind, continu vluchtend in slaap. Ze is nu 16 en begint in jongens geïnteresseerd te raken, maar op een afstandelijke, dromerige manier.
Harriet, de 'heldin' van het verhaal, was een baby, en is nu op 12-jarige leeftijd hevig geïnteresseerd in wie Robin toch vermoord zou kunnen hebben. Ze denkt te weten wie het gedaan heeft en begint die persoon te 'stalken', en wil wraak. Of en zo ja, hoe ze dat voor elkaar krijgt, laat ik hier in het midden. Maar spannend is het! Een familie met (inmiddels) louter dames dus.
Dan hebben we familie 2: een grootmoeder (Gum), beetje onduidelijk, afgeleefd, oud mensje, maar met een bijzondere voorkeur voor één van haar kleinzoons, Farish. Ze heeft er vijf: één is ervandoor, nummer twee heeft zich ooit door zijn hoofd geschoten en is niet helemaal lekker (Farish), nummer drie is in de gevangenis bekeerd en wordt de evangelist genoemd (Eugene), nummer vier was een vriendje van de vermoorde Robin (Danny) en de jongste, Curtis is mongool.
Farish en Danny hebben een speed-lab waar ze drugs produceren, en niet alleen voor de export, nee ze zijn zelf ook continu high. En die drugs heeft heeft het bijverschijnsel dat ze er hartstikke paranoide van worden. Zeg maar: familie flodder.
Het is zeker geen whodunnit, de moord op Robin komt eigenlijk alleen aan het begin en het einde van het boek ter sprake. Ook vond ik het geen coming-of-age boek, of niet meer dan een beetje, maar eerder een beschrijving van een lange, hete, lege zomervakantie.
Ik ken het gevoel van zo'n lege, lange, hete zomervakantie maar al te goed. Getver, de verveling begon echt al na twee dagen vakantie. Dat kinderen dan rare dingen gaan verzinnen om maar enige spanning te kunnen beleven, kan ik me goed voorstellen, dat deden wij ook. Maar wat Harriet en Hely (het vriendje van Harriet) niet voorzien is dat die spanning uitloopt in een...
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R...
aantal slangenbeten, een moord, een bijna verdronkene, een botulisme-geval en nog veel meer onheil.
Het einde vond ik ijzersterk. Dat de spanning van de veronderstelling van Harriet over Danny en het hele verhaal dat ze er met Hely omheen verzon, in twee alinea's doorgeprikt wordt door Pemberton, en als leugen wordt bestempeld (hoezeer Hely ook zijn best doet om te benadrukken dat hij het Echt niet verzint!), geeft een soort leeglopen van een te strak opgeblazen ballon gevoel.
Eindelijk kon ik gaan slapen, zeg maar...
---------------------------
'en waar ze niét op voorbereid was: die gruwelijk vernederende classificatie - voor het eerst van haar leven - van 'tienermeisje': een wezen zonder hersens, een en al sappen en welving, als je op de lectuur af mocht gaan die ze te lezen kreeg.'
vrijdag 20 december 2002
Yasmine Allas - Idil, een meisje
Tweede boekje dat ik op mijn reis las, was Yasmine Allas - Idil, een meisje.
Wat een rauw boekje. Het leven van een meisje in een streng islamitisch land (Somalië??). Een vrouw is niets waard. Met (seksueel) misbruik, vrouwenbesnijdenis en de bijbehorende 'opening' tijdens de huwelijksnacht. Alles tot in de details beschreven, met nietsverbloemend taalgebruik. Nee, niet het soort boek waar ik van houd.
En toch: je blijft erover nadenken... maar dat is meer door het thema dan door de schrijfstijl. Als het een krantenartikel was geweest, was het effect voor mij waarschijnlijk blijvender geweest.
Hella Haasse - Sleuteloog
In de trein tussen Budapest en Bratislava een aantal boeken weggesnoept. Ik had Tartt thuisgelaten, te zwaar, en in plaats daarvan o.a. gekozen voor Hella Haasse.
Het verhaal: de emeritus-hoogleraar Kunstgeschiedenis Herma Warner wordt door een journalist benaderd omdat hij gehoord heeft dat zij Mila Wychinska gekend zou hebben. Herma graaft in haar herinneringen voor de journalist en wij lezen mee. Mila, geboren Adele (Dee) Mijers, is een jeugdvriendinnetje van Herma uit Indonesie. Zonder verklappers kan ik niet meer over het verhaal kwijt, helaas...
De titel slaat op de vorm van het oog van sleutel van de ebbenhouten kist, waarin Herma haar jeugdherinneringen (rapporten, foto's, brieven ed) opgeslagen heeft. De sleutel is ze kwijt en daarom voorziet ze de journalist van herinneringen uit het hoofd.
Prachtig taalgebruik (zoals we dat van Haasse gewend zijn). Een voorbeeld:
'Zo leef ik naar mijn dood toe, in harmonie met de onbegrijpelijke orde der dingen. Boeken en muziek versterken die ervaring van rust. Ik ben wel op de hoogte van de actualiteit, maar ik neem die in me op met een relativerend vermogen dat mezelf vaak verbaast. Het verleden wijkt terug in nevels, en is alleen te interpreteren vanuit een heden dat ik evenmin in zijn ware gedaante kan zien.'
Ik ben dol op Haasse en iedereen die dat ook is, moet ook deze nieuwste roman van haar zeker lezen (andere lezers trouwens ook :-) ).
donderdag 5 december 2002
Frank Martinus Arion - De laatste vrijheid
Een mooi, maar tegelijkertijd ook af en toe knap irritant boek. Ooit heb ik voor mijn eindexamenlijst Dubbelspel van hem gelezen, over (in mijn herinnering althans) dominospelen. Was ik toen diep van onder de indruk. Dubbelspel is uit 1973, dit boek uit 1995.
Het verhaal
Een vulkaan op het Caribische eilandje Amber gaat uitbarsten, of niet? En dat nu net het Creool ingevoerd zal gaan worden als officiele taal op de scholen. Diverse mannen op het eiland denken daar verschillend over: allereerst Arnold Brouce, een verre nazaat van een Engelse admiraal die het eiland op de Fransen veroverde, 'ontdekt' dat de vulkaan elke zoveel jaar een eruptie heeft en dat het dus binnenkort weer zover is. Hij beweegt de regering tot een grootscheepse evacuatie. Zijn angst is om ongelijk te hebben (dan maakt hij zich belachelijk), maar ook om gelijk te hebben (dan is er van het eiland waar hij zo van houdt niet veel meer over). Eigenlijk is hij ervan overtuigd dat de vulkaan zal uitbarsten.
Aan de andere kant is Daryll Guenepou, een Antiliaan die na vele omzwervingen voor zijn gevoel 'eindelijk thuis' is, in een VRIJ land. Hij is ervan overtuigd dat de vulkaan niet zal uitbarsten. Hij heeft als enige bewoner van een dorpje aan de voet van de vulkaan geen gehoor gegeven aan de evacuatie-oproep.
Bij hem zijn zijn twee kinderen. Zijn vrouw is een aantal jaar geleden bij hem weggegaan, zij wilde meer in het leven dan moederen (ze is musicus) en vindt dat Daryll haar inperkt. Ze woont momenteel in Nederland. Daar doet ze meer dan 'haar ding': ze wil naast componeren en musiceren ook haar sexuele grenzen verleggen.
De laatste belangrijke persoon in het verhaal is Joan Mikolai, sterverslaggeefster van CIN (lees: CNN), die op Amber is om verslag te doen van de (mogelijke) uitbarsting. Ze is ooit betrokken geweest bij een vreemde zaak in Afrika (zonder verklapper kan ik hier niks over zeggen), en heeft als gevolg daarvan haar carriere als antropologe aan de wilgen gehangen. Hoe ze precies terecht gekomen is bij CIN is niet duidelijk.
So far, so good. Nu het irritante. Het hele boek wordt benadrukt dat Daryll zowel een vader als een moeder is voor de kinderen. Ik heb geloof ik nooit in een boek over een alleenstaande mOEder gelezen dat het zo bijzonder is dat zij moeder en vader moet zijn voor haar kinderen. Bij de beschrijvingen van Joan hier maakt de schrijver het voor mij ongeloofwaardig, in ieder geval geeft hij haar als 'witte vrouw' gedachten mee die Ik (ook witte vrouw) me totaal niet kan voorstellen. Als ze met Daryll naar de vulkaan gaat kijken snapt ze inEEns de zgn. black rage van de slaven in de States. Ja ja, en dat moet Ik geloven?
Al met al een interessant boek.
-----------------------------
Hij hinderde haar. Niet omdat hij geen gelijk had. Maar omdat hij door zijn gelijk haar de mogelijkheid ontnam voor zichzelf achter de waarheid te komen.
-----------------------------
Klassieke muziek (...) was ook uitdaging; een winkel met alle kleren (...). Alle parfums. Alle badwaters. Klasieke muziek was keuze, luxe, wulpsheid.
-----------------------------
Hij zou dus bijna twintig jaar van zijn leven punt voor punt moeten nagaan om te ontdekken waar ze verzuimd had tegen hem te zeggen: Stop! Daar ga je verkeerd. Die visie deel ik niet met je!
dinsdag 3 december 2002
Marianne Fredriksson - Elisabeths dochter
Ik hoop dat de vertaling gewoon niet zo best was, want het verhaal is erg horterig. De taal is brokkelig, of dat aan de vertaling ligt weet ik niet. Veel gesprekken als dialogen weergegeven, hele dagen minuut-voor-minuut uitgeschreven en dan weer weken in vogelvlucht. Heel raar.
Maar die indruk bleef niet lang hangen, want het thema is heel indrukwekkend: Katarina Elg, architecte, leeft een vrij leventje. Een lange aaneenschakeling van vriendjes. Tot ze van een Amerikaans zomervriendje zwanger raakt. Als ze het hem vertelt, ramt hij haar helemaal in elkaar. Ze vlucht naar haar moeder, Elisabeth, en ze besluiten samen in één huis te gaan wonen als de baby komt.
Hoe ga je als (aanstaande) moeder om met iets dergelijks? Gun je zo'n vader een rol in het leven van je ongeboren kind?
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
Ondertussen wordt ook de Amerikaan gevolgd. Hij blijkt als kind ook vreselijk mishandeld. Hij blijkt getrouwd en kinderen te hebben aldaar. Zijn vrouw is een wrak, ook haar blijkt hij in elkaar geslagen te hebben. Lekkere vent, zeg maar. Als ze gaan scheiden, geeft hij het recht op omgang zonder slag of stoot op. En praat ook niet meer over ze, alsof ze nooit bestaan hebben. Niet uit bescherming van zijn kinderen tegen zichtzelf, zoals ik hoopte.
Ik was even bang dat alles goed zou komen tussen Katarina en hem. Gelukkig niet helemaal, maar hij mag wel met zijn familie wel op het doopfeest komen. Dus toch een rol in het leven van dit nieuwe kind.
zondag 1 december 2002
Elizabeth George - A traitor to memory
Detectives van George zijn lekker dik en de personages heerlijk herkenbaar. Het speurneuzen-trio uit eerdere boeken is weer paraat: DI Thomas Lynley, adellijke kakker, met opleiding aan luxe universiteit en bijbehorend geld, DS Barbara Havers, een kettingrokend sleurhuttenpaktype en DS Winston Nkata, een grote zwarte man.
Dit keer draait het om een oudere vrouw die is aangereden en de dader van die aanrijding is doorgereden (na eerst nog een paar keer over haar heen gereden te zijn, moord dus). Ze heeft het adres van iemand die 20 jaar eerder een kamer bij haar huurde in haar tasje. In die tijd werd haar dochtertje vermoord door de oppas. De oppas is onlangs vrijgelaten uit de gevangenis. Heeft deze nieuwe zaak met die van 20 jaar eerder te maken?
Ook maken we kennis met Gideon, virtuoos violist, die op de sofa bij een psychiater probeert achter de reden van zijn black-out op het podium te komen. Wat kan hij zich niet herinneren uit zijn jeugd dat hem nu parten speelt?
Zeker niet de beste Lynley, maar wel een leuke. Het einde vond ik erg verassend! Ik heb me geen pagina verveeld (en het zijn er ruim 1000, dus dat zegt wat!)
woensdag 30 oktober 2002
Ian McEwan - Enduring love
Zondag met stormweer begonnen in dit boek, tsjonge, het weer paste goed bij de inhoud!
De eerste alinea zet zo goed de toon: 'The beginning is simple to mark. We were in sunlight under a turkey oak, partly protected from a strong, gusty wind. I was kneeling on the grass with a corkscrew in my hand, and Clarissa was passing me the bottle - a 1987 Daumas Gassac. This was the moment, this was the pinprick on the time map: I was stretching out my hand, and as the cool neck and the black foil touched my palm, we heard a man's shout. Next thing, I was running towards it.'
Tot vlak voor het eind extreem geboeid gebleven: doet Jed dat nou allemaal wel of niet? Ril, ril, snel doorlezen!!! Maar dan: hoofdstuk 22:
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
Die idiote schietpartij! Wat een afknapper!! En vanaf dat moment was het voor mij afgelopen: Clarissa weg (logisch), maar later weer terug! En dan nog maar gelijk even een kindje adopteren ook. Bleh! Gelukkig blijft Jed gek als een deur, maar zit 'veilig' opgesloten.
Ik heb in mijn eigen hoofd een ander eind geconstrueerd, waardoor het onduidelijk blIJft of Jed nou echt de brieven etc. schrijft, of dat Joe degene is die doordraait: Joe (of Jed, dat doet er eigenlijk niet toe) schiet tijdens de confrontatie Clarissa dood, Jed rent weg en Joe verdwijnt achter tralies (want niemand gelooft natuurlijk dat Jed er iets mee te maken heeft). Zo, veel bevredigender!
Wat ik wel weer heel origineel vond was het 'wetenschappelijke' artikel aan het einde waarin de casus nog eens werd beschreven. Leek net echt. En de brief van Jed waarmee het boek eindigt: schitterend! Wat een rillingen bezorgde me dat!
zaterdag 26 oktober 2002
Julia Alvarez - In de naam van Salomé
Gisterenavond een mooi boek uitgelezen: Julia Alvarez - In de naam van Salomé.
Het boek gaat over twee vrouwen, moeder en dochter. Ze hebben echt geleefd: Salomé Ureña en Camila Henríquez Ureña. Salomé was halverwege de 19e eeuw de 'nationale dichteres' van de Dominicaanse Republiek. Zij trouwt met een man die niet alleen overspelig is, maar ook nog korte tijd president wordt in een tijd van tig regeringen in even zoveel jaar.
Camila groeit op op Cuba, waarheen de verdreven president met zijn nieuwe gezin (Salomé overlijdt als Camila 3 is) moet vluchten. Later moet zij ook Cuba verlaten en bouwt ze een nieuw leven op in de VS. Het boek begint als zij 65 is (in de jaren '60 van de vorige eeuw) en na haar pensioen besluit terug te gaan naar Cuba om zich in te spannen voor de revolutie van Fidel Castro.
Het verhaal is op een bijzondere manier verteld: de dochter vanaf het moment dat ze 65 is en dan terug in de tijd, de moeder vanaf het moment dat ze een jaar of 10 is en dan vooruit. De hoofdstukken over moeder en dochter wisselen elkaar af. Mooie compositie...
De broeierigheid van het Caribisch gebied: op zowel politiek gebied als ook op sexgebied: passiviteit van de vrouw, overspel, niet geaccepteerde homosexualiteit, eindeloze hoeveelheden zwangerschappen (en miskramen) is mooi beschreven.
Één minpuntje maar voor de niet 'hispanohablantes' (Spaanssprekenden): er staan vrij veel Spaanse uitdrukkingen in het boek, onvertaald (ook geen vertaling achterin). Dat is jammer, want daardoor kun je soms de titel van een hoofdstuk niet goed begrijpen als je geen Spaans spreekt.
dinsdag 15 oktober 2002
Jonathan Franzen - The corrections
Ben inmiddels over de helft en wat een prachtig rotboek is dat: rotboek omdat het verhaal zO deprimerend is dat ik er wakker van heb gelegen (gEEn goed idee op vakantie), prachtig omdat het enorm goed geschreven is. Dus rillend genieten!!
Voor mij is die titel ongelooflijk duidelijk: Iedereen is bezig met corrigeren. Van andere mensen, verwachtingen, relaties, het verleden, etc, etc. Correcktall is natuurlijk het toppunt: een medicijn waarmee je de hersenen kunt corrigeren.....
Ik las in de VK van afgelopen zaterdag dat maar liefst 40 % van de patienten met Parkinson last heeft van depressies (mooie foto van Claus erboven). Dus dat Alfred depressief was, klopt wel. Is Parkinson erfelijk? Dat zou ook Gary's depressie verklaren (beginnende Parkinson??).
maandag 23 september 2002
Isabel Allende - De stad van de wilde goden
Gisterenavond eindelijk het nieuwste boek van Isabel Allende uitgelezen. En, ik was er niet kapot van. En dat is nieuws, want ik ben een groot Allende-fan...
Waarom vond ik het niet zo geweldig? 1. hoofdpersoon: een 15-jarig Amerikaans verwend jochie (heb ik niet zoveel mee), moet doordat zijn moeder doodziek is en behandeld moet worden, met zijn harde oma (ook al een personage waar ik niet zoveel mee had) mee de jungle van Z-Amerika in om een mytisch beest te zoeken. Ze reizen o.a. in het gezelschap van een antropoloog (die is leuk beschreven, je ziet hem zó voor je), en een gids en zijn 13-jarige dochter. Zij is een vroegrijp kind (geestelijk, want lichamelijk is ze rank, ook al zo'n uitdrukking). 2. het verhaal: komt errug langzaam op gang en is tot ongeveer pagina 150 niet interessant. Gelukkig wordt het daarna wel beter, maar ik moest mezelf wel echt pushen om door te lezen 3. heel belangrijk: een waardeloze vertaling (vermoedelijk is een Engels origineel gebruikt, zo superletterlijk vertaald).
En dat is toch zonde voor het werk van een schrijfster van het kaliber van Allende! Al met al, laat Isabel maar over sterke vrouwen schrijven, dat kan ze meesterlijk! En laat de uitgever vooral ook een goede vertaler in de arm nemen...
maandag 9 september 2002
Robert Anker - Vrouwenzand
Eindelijk heb ik het uit: Vrouwenzand van Robert Anker. Ik had het meegenomen uit de bieb omdat het boek van hem dat de Libris-prijs won (Een soort Engeland) er nog niet lag. Het is een heel interessant boek, maar niet zo-een die je in één adem uitleest (hierover later meer).
Het gaat over Paul Masereeuw, die opgroeit in een klein Zeeuws stadje: Vrouwenzand. Hij beschrijft, terwijl hij in een moeilijke periode zit, hoe het zover gekomen is. In de opeenvolgende delen van het boek ga je telkens een periode verder terug in zijn leven, tot zijn vroegste jeugd. Tegelijkertijd gaat ook in elk deel zijn 'huidige' leven verder, dus je leest wat er sinds het vorige deel is gebeurd en ook wat er in een vroegere periode is gebeurd. Dat vond ik een mooie opbouw van het boek.
Iets meer verhaallijn: Paul is de zoon van een Italiaanse/Joegoslavische moeder en een Nederlandse vader. Aan het begin van het boek is hij naar Venetië gevlucht om (zo lijkt het) te ontkomen aan bedreigingen vanuit het drugsmilieu. Hij is namelijk de advocaat van een drugsbaron. Hij spreekt in het eerste deel (dus geen verklappers) al van zijn verleden in de krakersbeweging. Je vraagt je dus direct af: hoe is een linkse rakker (krakersbeweging = linkse rakker) nu zo'n enorme patser geworden? En die vraag wordt in de rest van het boek beantwoord (en zonder verklappers kan ik daar niet teveel over schrijven). Dat ik het niet in één ruk uitlas, heeft denk ik alles te maken met de irritatie die ik tov Paul voelde. Wat een ontzettende eikel!!
Knap geschreven. De delen over zijn studietijd, in de tijd van de bezetting van het Maagdenhuis, van zijn militaire dienst (wat ben ik toch blij dat ik een meisje ben, dat ik dat lot nooit heb hoeven ondergaan), van zijn middelbare schooltijd en van zijn jeugdherinneringen vond ik wel meeslepend (toen was de hoofdpersoon nog niet zo'n erg vreselijke man).
De schrijver, Robert Anker, is de collega van de vriendin van een collega van mij (snappen jullie dit nog)? Ik had al het vermoeden dat een groot deel van het boek gebaseerd is op persoonlijke ervaringen, dat bleek ook zo te zijn. Maar hiermee moet even gezegd worden dat de stukken over hem als advocaat van een drugsbaron wel fictie moeten zijn: hij is nl. leraar :-D
zaterdag 24 augustus 2002
Naomi Wolf - Valse verwachting
Gekregen van vriendin W, met dank daarvoor! Over zwangerschap en bevallen in de States, over hoe je geacht wordt je te voelen als je zwanger bent, hoe men tegen zwangere vrouwen aankijkt, hoe je relatie kan veranderen als je moeder wordt. Behoorlijk Amerikaans, maar toch wel interessant.
Het boek is in drieën gedeeld: deel 1 gaat over zwangerschap, deel 2 over bevallen en deel 3 (ja, ja, natuurlijk logisch) over de tijd na de bevalling. Wolf hangt een theorie aan die mij niet zo bevalt (leuke term in dit geval ;-)), dat vrouwen welbewust een veel te positief beeld wordt voorgeschoteld over zwangerschap, bevalling en moederschap. Sommige dingen herken ik wel (met name over verandering van de relatie met je partner), maar ik denk dat het Nederlandse systeem van verloskundige hulp eerlijkere informatie geeft. Hoewel ook ik bestookt ben met van die roze-wolk informatie, hoor, dus helemaal ongelijk heeft ze niet.
Ik heb er heel veel ezelsoortjes in gemaakt, een paar passages typ ik hier wel even over. Opvallend is dat ik vooral in het derde deel (over verandering van vrouw tot moeder tov de omgeving) veel herkende en dus ook veel ge-ezelsoord heb.
- Ik geloof dat de mythe over het gemak en de vanzelfsprekendheid van het moederen - het ideaal van de moeiteloos altijd-maar-gevende moeder - overeind wordt gehouden, opgepoetst en opgehemeld zodat vrouwen wordt belet helder te denken en stevig te onderhandelen over wat ze van hun partners en de maatschappij in het algemeen nodig hebben om goed te moederen zónder dat ze zichzelf erbij hoeven op te offeren. (p.14)
- Veel huwelijken hebben te lijden wanneer jongere vrouwen, grootgebracht in de verwachting van gelijk ouderschap, die gelijkwaardigheid van hun betrouwbaar geachte, moderne partnerschap zien stranden op de rotsen van de bevalling. (p.16)
- :-))) Een artikel in Wall Street Journal (14 juni 2001) beschrijft een nieuwe trend onder verloskundigen die de keizersnee aanbevelen om het sex-appeal van hun patiënten te verhogen - wat de dokters de 'prepartum bruidsvagina' noemen (p. 179)
- Terwijl ik mijn leven langzaam hervatte, kreeg ik de ene harde les na de andere in de scherpe daling van mijn status. (p. 213)
- Om maar iets te noemen: uitgeput als wij waren zagen wij vrouwen de pluspunten van mannen die flexibel werkten om meer voor de kinderen te zorgen; de mannen, hoe dol ze ook op hun kinderen waren, en hoezeer ze zich 's avonds in veel opzichten praktisch met de kinderen bemoeiden, zagen primair de beroepsmatige en economische nadelen van proberen flexibel te werken om meer voor de kinderen te zorgen. (.) Van geen van de paren die we kenden was de man in staat - of bereid - geweest enigerlei verandering in zijn werktijden aan te brengen. De vrouwen om me heen, zag ik, begonnen deze jonge man als een halfgod te behandelen. 'Dan blijft vrijdags thuis,' zeiden ze vol betekenis tegen hun man. Dat Dan zelfs maar zo'n klein stapje had gezet naar het delen van de verantwoordelijkheden thuis, gaf hem voor de vrouwen een aura van begeerlijkheid; hij was een winner. Voor de andere mannen, zo begon tot me door te dringen, betekende het feit dat hij zich kon veroorloven op vrijdag thuis te blijven, dat zijn werk niet zo belangrijk was. Voor de mannen - deze egalitaire, profemnistische mannen - was dan een loser. (p. 228)
- Ze ontplofte. 'Een lijst!'schreeuwde ze. 'Waarom zou ik een lijst maken! Dat is enkel meer werk voor mij! Waarom zou ik een lijst maken!' (p. 239)
- Ik dacht aan hoeveel vrouwen me moedeloos vertelden over hoe hun mannen wachtten tot ze hun iets vroegen - of een lijstje maakten - en hoe demoraliserend dat voor hen was. Ik kon me niet aan de gedachte onttrekken dat er een element van lijdzame agressie school in dit terugkerende thema van aardige mannen, lieve, speelgrage pappa's, een en al initiatief en gemotiveerdheid op het werk, die 'wachtten tot hun werd gevraagd' thuis de saaiere babyklusjes te doen, totdat het vragen tenslotte afnam of ophield. (p. 240)
zondag 9 juni 2002
Rascha Peper - Een Spaans hondje
Ik heb van de week Rascha Peper - Een Spaans hondje uitgelezen. Ik vond het een heel mooi boek. Het verhaal gaat over drie broers (Victor, Felix en Jasper), die aan het begin van het boek hun moeder begraven. Het zijn drie totaal verschillende mannen: Victor, gesjeesd architect, is een sombere, gescheiden man. Felix is een wiskundig genie, met een hele leuke vriendin, maar leidt aan Gilles de la Tourette (als je dat zo schrijft, tenminste :-) ), en Jasper is op het oog een gelukkig getrouwd man, maar blijkt een onverbeterlijke rokkenjager. Victor en Jasper hebben samen een bedrijf dat zandkastelen bouwt en workshops regelt als teambuilding voor bedrijven enzo. Prachtig uitgewerkte karakters. We volgen de drie broers in het jaar na hun moeders begrafenis.
De data die boven de hoofdstukken staan, zouden overigens dit jaar kunnen zijn!! Ik heb even in mijn eeuwige kalender gekeken, het zou 1992 of 1996 kunnen zijn geweest, uitgegeven in 1998... Van welk jaar zijn druktoetstelefoontoestellen met voorkeuzeknopjes? En CDs? volgens mij valt er zO niet achter te komen. Het intrigeert me, dat is duidelijk...
De titel van de roman slaat op het hondje van hun moeder, dat na hun begrafenis min of meer per ongeluk bij Victor blijft.
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
De begrafenis van hun moeder heeft nogal wat invloed op de gemoedstoestand van Victor. Hij wordt steeds somberder, (dag)droomt aan de lopende band over zijn moeder en verdwijnt op een goede dag zomaar in het niets. We komen erachter dat hij al eens eerder diep depressief is opgenomen geweest in een psychiatrisch ziekenhuis.
Jasper is vooral boos op Victor. Hoe kan hij dat de familie nou aandoen? Felix daarentegen wordt in het jaar na Victors verdwijning steeds wanhopiger: wat kan er nou toch gebeurd zijn? Door het toeval (?) vinden Felix en zijn vriendin Pleuntje Victor in Spanje terug, waar hij door te werken aan een kathedraal, loutering zoekt, als alternatief voor een herhaling van de episode in het psychiatrisch ziekenhuis.
Nog een paar citaatjes:
-------------
De alcohol trok een transparant scherm op tussen hem en de rest van het café; hij zag en hoorde alles, maar de woroden en beelden werden gefilterd, hun ondraaglijke directheid was eraf.
-------------
alsof dit iets was wat nu eenmaal kon voorkomen: bloed uit de aarde, een vloek, een straf, een duister noodlot, wie zou het zeggen en wat moest je ertegen doen?
-------------
Waarom stortte de wetenschapp zich trouwens niet op zo'n veer? Was dan niemand benieuwd naar het DNA van engelen?
maandag 20 mei 2002
Is dit recht, mijn lief?
Ik heb net een aardig bundeltje gelezen: Is dit recht, mijn lief? Verhalen en gedichten over mensenrechten, uitgegeven in 1998, ter ere vn het 50-jarig 'bestaan' van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De bundel begint dan ook met het opsommen van die rechten, in 30 artikelen: recht op vrijheid, gelijkheid, waar je ook woont, ongeacht ras, sekse, geloof, etc.
Daarna een reeks verhalen waarin telkens een ander aspect van deze rechten aan bod komt: een gedicht over een ongeboren kind, dat omdat het een meisje is, geaborteerd zal worden (Sujata Bhatt). Een verhaal over vrouwendiscriminatie in Iran: zij moeten na het overlijden van hun man andere mannen tijdelijk huwen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien (Nasser Fakhteh).
Vervolgens een verhaal waarvan ik ook nu weer ondersteboven ben, over het folteren van een vrouw in Egypte (?) omdat ze de 'leider' stom genoemd heeft (Nawal El Saadawi). Wrang is dat de aanklager, die haar woorden herhaalt, óók aangeklaagd wordt, hij zegt het nu immers ook en dus: kop eraf! Daarna een verhaal van Anne Provoost, dat me te erg deed denken aan Sophies Choice, maar dan in Joegoslavië. Dit keer niet uit het oogpunt van de moeder geschreven, maar uit het oogpunt van één van de kinderen.
Ook heel mooi vond ik het verhaal van Saskia van de Graaf, over gevaar voor uitzetting van Chinese illegalen uit Nederland, die uit pure wanhoop hun dochtertje weggeven aan Nederlanders.
Meer over uitzetting in het verhaal van Geert van Istendael: de houding van de Belgische Vreemdelingendienst: het zijn allemaal leugenaars. En wat doe je als een relatie met zo-iemand hebt? Antjie Krog schrijft over de dingen die door de Zuid-Afrikaanse Waarheidscommissie over het apartheidsregime naar boven zijn gehaald. Indrukken meer dan een verhaal of een gedicht. Bloedstollend.
Ook het volgende verhaal maakt veel indruk: een verhaal over het leven van een gefolterde man, gevlucht naar Barcelona. De onmogelijkheid om een 'normale' relatie met andere mensen aan te gaan na zo'n ervaring. Ril! Over de onderdrukking van schrijvers in Iran schrijft Kader Abdolah. Het afschuwelijke spel van het regime om van deze mensen robots te maken. Een vertaling van het gedicht Refugee Blues (WH Auden) door Judith Herzberg, over de onwil van landen om joden binnen te laten die uit Nazi-Duitsland vluchtten. De vertaling is overigens niet veel soeps, te veel letterlijk, te weinig dichtend (als u begrijpt wat ik bedoel).
Een verhaal van Bob van Laerhoven over Monrovia (Liberia), waar de rivaliserende milities korte metten maken met alles wat beweegt. Een wel aardig verhaal van Yvonne Keuls waarin zij teruggaat naar 1903, een lezing door een vrouw die drie jaar opgesloten is geweest in een gekkengesticht, alleen omdat ze een buitenechtelijk kind had. De laatste twee verhalen gaan over discriminatie van ouderen (door Hermine de Graaf en Lindsey Collen). Het eerste betreft een verhaal over een dame die door haar kinderen in een bejaardenhuis gestopt denkt te gaan worden, het tweede over het leven van een hoogbejaarde man onder een dictator. Vooral dit laatste sprak me aan, het is een spannend verhaal, want deze man zal, als oudste van het land, op zijn verjaardag live geïnterviewd gaan worden om de loftrompet te steken over het regime. Hoe ver kan hij gaan in het zeggen wat hij werkelijk denkt?
Al met al een aardige bundel, alleen al door de verscheidenheid van de bijdragen (die op 3 na allemaal speciaal voor de bundel geschreven zijn).
donderdag 9 mei 2002
Margriet de Moor - Kreutzersonate
Ik vond het een mooi boek. Er zijn vier fases in de relatie tussen Suzanna Flier en Marius van Vlooten te herkennen: voordat het wat werd (Marius' zelfmoordpoging), toen het wat werd (Bordeaux), hun huwelijksjaren en na de scheiding (?).
Wat me het meest opviel aan het boek waren de stukken over de tweede, derde en vierde fase in hun relatie. Het eerste deel trok me niet zo. Dat verhaal over de 1e vriendin van Marius, haar 'verraad' en zijn zelfmoordpoging. Ach ja, ik dacht toen: dit boek is het niet voor mij.
Maar toen begon het eigenlijk pas echt. Over de tweede fase: 'Maar één ding staast voor mij achteraf vast: de twintig minuten gedurende welke Marius van Vlooten het liefdesmotief opnieuw, maar met eigen, heel moeilijk te sturen krachten, in zijn leven toeliet, zijn de twintig minuten geweest waarin het Schulhoff Kwartet een Kreutzersonate speelde waar de stukken vanaf zijn gevlogen.'
Wat ik hier ook heel mooi beschreven vond was dat de ik-persoon aan Marius beschrijft hoe Suzanna eruit ziet en dat hij (Marius) telkens maar moet denken aan een schilderij dat hij ooit in Berlijn zag (ik kan me nu niet zo goed meer herinneren of ze datzelfde doek later ook nog samen zien hangen in dat museum met die fontein). Dat hij later beschrijft dat beelden vervagen (ook dat van Suzanna), omdat hij dat niet kan 'verversen'.
Over de derde fase:
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
De subtiele manier waarop ze elkaar pesten: zij door meubels net even IEts te verplaatsen, hij door haar opgesloten te laten in (was het het stookhok?). Prachtig beschreven. Dat dat uitmondt in een moordpoging zie je van veraf aankomen, maar vond ik in ieder geval wel heel spannend: nadat ze in het tweede deel al bijna te pletter gevallen was, zou dit een mooi 'ronde' verhaallijn zijn geweest. Heel mooi vond ik hier ook de passage die begint op p. 91, als hij verduisteringsgordijnen heeft laten ophangen omdat zij 'gezegd had dat ze 's nachts eigenlijk alleen echt lekker, echt diep kon slapen in het pikkedonker'. HIJ merkt het verschil natuurlijk niet, zij is totaal onthand als ze de kamer binnenkomt: 'dat zij op dit ogenblik op de intiemste plek van haar woning als een beschonkene stond te wankelen en tegen de meubels opbotste.'
Over de vierde fase ben ik in verwarring: de ik-persoon leest jaren later haar overlijdensadvertentie. En komt door de namen die daaronder staan tot de conclusie dat Marius en Suzanna weer samen zijn gekomen na de poging tot moord en zelfs, zo fantaseert hij, nog een tweeling hebben gekregen. Die conclusie deel ik niet 123. Voor mijn gevoel (en nu slaat mijn fantasie lekker op hol :-) ) had er ook iets kunnen zijn als: ex-man en zoontje staan eronder en daarnaast haar nieuwe liefde (lesbisch) en hun dochter? Of... nou ja, vul maar in. Ik kan me niet zo goed voorstellen dat ze weer samen zouden zijn gekomen. Namen eronder zeggen niets over de relatie die ze met hen zou kunnen hebben gehad. Ik vroeg me ook af hoe ze aan haar einde was gekomen: toch door een val? Enz. enz. Voldoende open eindjes om lekker over door te kunnen denken.
Eigenaardig dat de naam van de ik-persoon nooit genoemd wordt. Aan de andere kant maakt dat voor het verhaal niets uit, dus waarom een naam verzinnen die er niet toe doet?
maandag 29 april 2002
Mario Vargas Llosa - Het feest van de bok
Net 'Het feest van de Bok' van Mario Vargas Llosa uitgelezen. Het gekke was dat ik dit behoorlijk blind gekocht had, en dacht dat het een feestelijk boek zou zijn. Nou, niets is minder waar! Op de achterkant staat dat het een politieke roman is: 'De Bok' is ook één van de bijnamen geweest van Rafael Leonidas Trujillo. Over 'het feest' moet ik geen uitleg geven, dan zou het een mega-verklapper zijn.
Maar wel iets over het verhaal.
Het boek speelt zich voornamelijk af in 1961, in de Dominicaanse Republiek. Op dat moment is Trujillo al 31 jaar aan de macht, die met harde hand de republiek regeert. In het boek staan de laatste paar weken voordat hij vermoord wordt centraal. In het boek zijn drie verhaallijnen verwoven, die elkaar in de opeenvolgende hoofdstukken telkens afwisselen.
Allereerst maken we kennis met Urania Cabral, de dochter van één van de senatoren van Trujillo. De senator is vlak voor de val van Trujillo uit de gratie geraakt. Urania is als 14-jarige uit de hoofdstad (toen nog) Ciudad Trujillo weggegaan en heeft sindsdien geen contact meer gehad met haar familie. Ze keert na 35 jaar afwezigheid terug naar de Dominicaanse Republiek om haar demente vader, tja, op te zoeken? Ze weet zelf eigenlijk niet zo goed waarom ze nou is terug gegaan. In een lange monoloog die ze aan het ziekenbed van haar vader houdt, horen we de geschiedenis van het Trujillo-tijdperk. Later in het boek is ze bij haar nichten op bezoek en lezen we haar persoonlijke verhaal. Opvallend is dat Urania haar vader haat, en pas aan het einde van het boek wordt duidelijk waarom precies.
De tweede verhaallijn is die van Trujillo zelf. Hij is dan 31 jaar aan de macht, en al 70 jaar oud, maar nog steeds een echte Bok (dat hoef ik niet uit te leggen!). Je weet aan het begin van het boek dat hij op het punt staat vermoord te worden, wat een heel vreemd perspectief aan het boek geeft. Je krijgt inzicht in de verdeel-en-heers politiek die hij gebruikt om stevig in het zadel te blijven. Ook zijn rare gewoontes (met familie, dagelijkse rituelen, politieke vrienden en vijanden, ouder worden, vrouwen) komen aan bod.
De derde verhaallijn is geschreven vanuit de 'terechtstellers', het groepje samenzweerders dat in een auto wacht op Trujillo, om hem te kunnen neerschieten. In feite is dit groepje mannen maar een klein onderdeeltje van een grote groep samenzweerders, in de regering en het leger. In het begin vond ik deze verhaallijn te lang, in elk hoofdstuk wordt van één van hen de geschiedenis behoorlijk diep uitgediept, maar aan het einde van het boek was bleek die uitdieping heel nuttig te zijn geweest (maar had wel iets compacter gekund).
Het verhaal kwam erg langzaam op gang, maar toen het me in zijn greep had, was ik niet meer te stoppen. Thrillerachtig, je weet dat Trujillo om zeep geholpen gaat worden, en daar wacht je vol spanning op, maar aan de andere kant meer een soort historische roman, omdat je aan het begin al weet dat die aanslag lukt en dat de Dominicaanse Republiek daarna een stuk vrijer is.
Het was het eerste boek van Vargas Llosa dat ik las, en ik ben zeker van plan meer van hem te lezen.
zaterdag 6 april 2002
Renate Dorrestein - Het perpetuum mobile van de liefde
In 1988, toen Dorresteins Perpetuum mobile van de liefde net uit was, ben ik naar een voorleesavond van Dorrestein in Vredenburg geweest. Prachtig, direct het boek gelezen. Het was mijn eerste Dorrestein-experience en ik was verkocht!
Mijn eigen exemplaar van PmvdL is nog steeds in de opslag, maar toen ik met Pasen bij mijn moeder was, heb ik het boek Even van mijn moeder geleend. Ik was erg benieuwd of ik het gedateerd zou vinden etc. Nou, nee dus. Wat mij vooral opviel is dat Dorrestein niet mannen in het algemeen de 'schuld' geeft, maar vooral dat ze zegt dat we met z'n allen dat systeem ook in stand houden: 'Volgens Anja Meulenbelt zijn feministes zelfs de laatste romantici op aarde, Lydia: zij wensen te geloven dat mannen tot beter ins taat zijn dan alle bange burgertrutten menen.' Dat dat nog steeds actueel is, bleek deze week toen een collega van mij (een hoger opgeleide vrouw, getrouwd, één kindje) aan mij vroeg 'wat of ik mijn lief in huis LIET DOEN'. Pardon? Daarnaast: sla een willekeurige Opzij maar eens open en het bewijs is geleverd...
Verder valt er ook het nodige te zeggen over de personages van Lydia (de gekke buurvrouw) en Godelieve (de tot model omgetoverde 'lelijkerd'). Wat betreft Lydia, zij staat voor mij model voor het feit dat in veel relaties de man hoger opgeleid is dan de vrouw en als dat niet het geval is, dat de relatie dan vaak stuk loopt: zij mag geen 'hoofd' hebben (want o jee, ze zou het maar eens kunnen gaan gebrUIken!). Ik vond de travestie-act van Godelieve niet storend, maar juist zeer vermakelijk. Zoals Dorrestein het verwoordt: 'de vraag of Godelieve het recht had te doen alsof ze een man was die deed alsof hij een vrouw was'. En de confiscatie door de Johanna's (alleen de nAAm al, past mooi bij de naam Godelieve!), die zich 'bezig houden met het opwaarderen van vrouwelijke waarden. Hun ei van Columbus was dat vrouwen de hoedsters en voedsters van deze wereld zijn.' Ik zie ze al voor me, vreselijke lieden!
En dan nog het schuldgevoel waarmee Renate worstelt: 'de vraag of ik, zoals ieder ander die van haar hield en te kort schoot, een passief aandeel in haar dood heb gehad, of dat mijn part, bewust of onbewust, actief van aard is geweest: heb ik mijn zusje expres niet opgevangen toen zij toch viel, omdat ik toen al begreep dat er in een schoenlapperij te weinig talent voorvalt om dat ook nog eens te kunnen delen?' O, dit vind ik toch zo schrijnend. Je niet alleen afvragen of je de zelfmoord had kunnen voorkomen, maar ook of je die niet in de hand hebt gewerkt. Ik kan me voorstellen dat Renate daar jAAAren lang mee bezig is geweest en dat het opschrijven ervan wel een soort schuldbekentenis voor haar moet zijn geweest. Ze schrijft ook dat ze het pas kan loslaten op het moment dat haar derde boek neergesabeld wordt door de recencenten.
De discussies die bij de boekgrrls (en elders) woedden, voorziet ze zelf ook wel: 'Ik kan het nooit laten om de dingen zo op te schrijven dat er altijd wel iemand kwaad om wordt. Soms denk ik dat ik alleen maar schrijf om anderen het gevoel te bezorgen dat ik zelf bijna onafgebroken ervaar: blinde woede.'
En even later: 'ik heb een stem en daar schreeuw ik het mee uit, ik heb een stem van papier, ik schrijf meer dan iemand ooit kan ambiëren te lezen, ik zal niet stikken in mijn opdracht, ik niet, ik hoef mijn woede niet uit gebrek aan kanaal tegen mezelf te richten en daarom aan de pillen te raken of aan het overeten te slaan'
Ik begrijp best dat veel grrls het idee hadden dat ze haar eigen woede jegens de maatschappij, die van vrouwen verlangt dat ze hun kop houden en mooie poppetjes zijn, wel heel erg op haar zusje projecteert. Dat zal allemaal wel. Feit is dat vrijwel alleen vrouwen aan anorexia en/of boulimia lijden en dat dat vooral in landen is waar slank zijn als schoonheidsideaal geldt (Bridget Jones! 'I would be happy if I were thin').
vrijdag 5 april 2002
Herbjorg Wassmo - Huidloze hemel
Ik weet nog dat ik na deel II van de Tora-trilogie meldde, dat ik er helemaal stuk van was. En dat Wassmo het de lezer (mij in dit geval) niet aan kon doen om deel III ook zo akelig te laten eindigen. Maar ja, wie luistert er nu naar mij? Het is prAchtig, maar o, o, wat een ellende. Leest en weent!!
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
Dat ze gek wordt had ik wel verwacht, maar het einde was toch wel heel naar. Het klopte wel, want hoe had ze in hemelsnaam verder kunnen leven nu de enige die ze kon vertrouwen dood was (Tante Rakel)? En toen ze door Simon, terecht, afgewezen werd... of is hij nou toch een keer met haar naar bed geweest? Dat dacht ik even.
Ik heb ooit overigens een artikel gelezen over seksueel misbruikte kinderen en dat die vaak promiscu (zbelling??) gedrag vertonen. Hoe dan ook, errug indrukwekkend. Ik slaap even iets minder goed.
Wat me opvalt nadat ik zo'n boek gelezen heb, is dat ik mannen altijd heel argwanend bekijk, zo van: ben jij nou ook zo'n vieze kinderverkrachter?? Heel paranoide.
Zucht.
Ik heb het zo vreselijk snel gelezen, dat ik niet eens toegekomen ben aan het markeren van mooie/kenmerkende passages. En nu leg ik het weg.
zondag 24 februari 2002
Inez van Dullemen - Maria Sibylla
Ik leende een boek van mijn moeder over de 17e euwse schilderes: Maria Sibylla Merian. Het boek heet Maria Sibylla met alsndertitel Een ongebruikelijke passie. Geschreven door Inez van Dullemen.
Opgelet: dit is een absolute aanrader!!
Omdat de achterflap van het boek de plot al zo'n beetje verklapt, hoef ik me niet druk te maken om verklappers...
Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel maken we kennis met deleine Sibylla. Ze is als klein kind al zeer geïnteresseerd in 'de natuur' en dan met name in insecten. In die tijd werden insecten gezien als schepsels van de duivel, dus haar interesse was zeker verdacht. We volgen haar als ze trouwt met een vrouwengek, twee dochters krijgt en zich probeert te ontworstelen van haar huisvrouwenbestaan door een schooltje te beginnen om jonge dames te leren aquarelleren. Haar huwelijk loopt na ongeveer 20 (!) jaar op de klippen als ze besluit te vluchten naar Friesland, waar haar broer in ingetreden bij de labadisten (de volgelingen van Jean de Labadie, een sekte-achtige groep die door totale afzondering en volledige overgave aan God, het geluk trachtten te vinden). Ze neemt haar beide dochters mee.
Prachtig is beschreven hoe ze zichzelf dreigt kwijt te raken, de inkapseling en hersenspoeling van zo'n sekte gaf me de rillingen. Na een aantal jaren beseft ze dat ze alwEEr de touwtjes van haar leven uit handen heeft gegeven, dit keer niet aan een echtgenoot, maar aan een sekteleider. Ze besluit met haar dochters Friesland te verlaten en zich in Amsterdam te vestigen. Daar begint ze wederom een schilderschool. Toch blijft de roep van met name de exotische vlinders haar lokken. Aan het eind van deel 1 scheept ze in om naar Suriname te varen, met haar jongste dochter Dorothea.
Deel 2 is een vervlechting van het verhaal van Sibylla en dat van Kwasiba. Kwasiba is een meisje uit Afrika, gekaapt door de slavenhandelaren en verscheept naar Suriname, waar ze op een suikerplantage te werk wordt gesteld. We volgen de net zwangere Kwasiba op haar tocht dwars door Afrika, de zeereis in het ruim van het slavenschip, en het leven op de plantage. Ondertussen is Sibylla aangekomen in Paramaribo, maar daar vindt ze niet de vlinder waarvoor ze speciaal kwam. Ze besluit dan ook het binnenland in te gaan en komt terecht op de plantage waar Kwasiba net haar zoontje ter wereld heeft gebracht. Terwijl Sibylla zich aan de vlinders en andere insecten
wijdt, sterft het zoontje van Kwasiba. Sibylla helpt het begraven. Als Kwasiba de zin van het leven zonder haar enige link met Afrika (haar zoontje) niet meer inziet en zelfmoord probeert te plegen, wordt ze door haar eigenaar streng gestraft. Sibylla koopt haar en neemt haar mee nog verder de jungle in, steeds maar op zoek naar die éne vlinder.
Over deel drie vertel ik hier niets, dat zou het verhaal bederven.
Ik vond het een geweldig boek. Allereerst trok het plaatje op de voorkant (een bananenbloem, een schilderij van Maria Sibylla Merian) me enorm aan, als bioloog zie ik dat ze veel oog heeft gehad voor de juiste details van deze plant... ook de rupsen en vlinders die in het boek zo'n belangrijke rol spelen, staan op het plaatje. Het verhaal werd om en om vanuit de verschillende karakters beschouwd, en een alwetende verteller reeg het geheel aan elkaar.
Met name Sibylla is goed uitgewerkt als personage, maar ook Kwasiba en de jongste dochter van Sibylla, Dorothea komen voldoende aan bod. De tegenstelling tussen de levens van de steeds wereldvreemder wordende Sibylla, haar dochter Dorothea maar vooral ook het in een hondenleven veranderende bestaan van Kwasiba is prachtig beschreven. Sibylla wordt eigenlijk een beetje beschreven als een rups die een vlinder wordt, maar helaas wel een naar beessie.
Schrijnend is dat Sibylla de vrijheid die ze haar dochters toestaat, niet van toepassing verklaart op Kwasiba, terwijl ze voor haar toch voor mijn gevoel wel genegenheid voelde. Kennelijk was de gedachte aan een zwart, vrij mens voor haar te ongewoon.
Jammer vond ik dat er een epiloog aan het boek toegevoegd is, waarin uit de doeken wordt gedaan hoe het de verschillende personen vergaan is. Dat plaatst alles wel in het juiste perspectief, maar staat dromen over 'hoe ging het verder' niet toe.
Nou ja, eigenlijk moeten je het zelf maar lezen, dit is immers 'maar een mening'.
donderdag 21 februari 2002
Herbjorg Wassmo - De stille kamer
Heb vanmorgen vroeg deel 2 van de Tora-trilogie uitgelezen (ik lag eerst tot diep in de nacht te lezen, ben toen Even gaan slapen, heb vanmorgen de laatste 40 blz. gelezen.
Zonder verklappers: ik ben verpletterd! De doos met tissues is aanmerkelijk leger. Och, och, wat een eenzaamheid en ellende. Ik hoop dat Tora in deel 3 goed WRAAK kan nemen! Wassmo kan het me niet aandoen om deel 3 op een gelijke manier te laten aflopen, dan schiet ik in een depressie, denk ik... ik wacht dus nog even met het lezen daarvan, dit soort boeken moet je niet te vlak achter elkaar lezen, is niet goed voor de huisgenoten!
zondag 17 februari 2002
Rosita Steenbeek - Schimmenrijk
Van Schimmenrijk was ik niet onder de indruk. Om dat goed te kunnen weergeven gebruik ik een aantal verklappers, dus als je het boek nog zou willen lezen, nu stoppen...
v
e
r
k
l
a
p
p
e
r
Het boek heeft een heleboel potentieel mooie dingen:
* het onbegrip van de achtergelaten geliefde na een zelfmoord. Die worstelt met schuldgevoelens: 'Wat heb ik verkeerd gedaan, waarom heb ik het niet zien aankomen?' Jammer dat dit mooie thema aan het eind toch lijkt teniet gedaan te gaan worden, door de verklaring van Antero over de dood van Lorenzo.
* vriendschap: Lisa geeft Heleen steun in haar laatste maanden. Ach, wat een opoffering :-(, dacht ik. Niet dus! Deze steun kwam juist erg zelfzuchtig van Lisa over, ze gebruikt Heleen om in het reine te komen met de dood van Lorenzo, niet om haar te helpen!
Waar ik mij ook over verbaasde was het gemak waarmee Lisa door Antero en Angela meegenomen wordt op hun rooftochten. En dat terwijl Antero vaak genoeg gezeten heeft (die dag daarvoor nog, doordat hij een vreemde meenam).
De personages worden amper uitgewerkt. De karakters blijven heel vlak.
En verder vond ik de relatie tussen Lisa en Lorenzo vreselijk. Wat een geobsedeerd stel. Het lijkt allemaal solidariteit, steun uit te stralen: nee, schat, ga vooral naar Nederland voor je tentoonstelling. Maar ook: zij heeft een vriendin uit Nederland over, hij wil haar niet laten gaan: en dus blijft ze (natuurlijk!). Rillingen.
En dan die kus met Dionigi:
Hij glimlacht, kust haar op haar lippen. Dan kussen ze ineens echt.
Wat nou, echt kussen. Is een kus op je lippen dan niet echt?!?
Toch vond ik het geen tijdsverspilling en dat kwam met name door de beschrijvingen van de tombes. Ik ga zeker een keer op zoek naar een platenboek daarvan!
dinsdag 12 februari 2002
Herbjorg Wassmo - Het boek Benjamin
Heb gisterenavond Benjamin (deel 2 van de Dina-trilogie) uitgelezen. Ik zal proberen, zonder verklappers, mijn indrukken van dit boek weer te geven. Ik was enorm onder de indruk van Dina, en begon dus aan Benjamin met hooggespannen verwachtingen.
Helaas kon de hoofdfiguur Benjamin, zoon van Dina, mij niet zo boeien als Dina zelf. Wellicht komt dat doordat ik mij niet zo goed kon vereenzelvigen met de man in kwestie: die is namelijk totaal geschift!
Wat ik zeker weet is dat ik de beschrijvingen van de seksscenes over het algemeen vreselijk vond, hoewel ik daar bij Dina geen last van had. Ik werd gehinderd door een gevoel dat het bij Benjamin geen seks maar porno is? Rillingen...
De eerste tig-honderd pagina's las ik dan ook vooral om de schitterende beschrijvingen van het studentenleven in het Kopenhagen van halverwege de 19e eeuw. Waarbij moet worden opgemerkt dat het studentenleven hier en daar (akelige) parallellen heeft met hoe er hier (in Utrecht) door sommige studenten tekeer gegaan wordt.
Gisteravond echter, was ik toe aan de laatste honderd bladzijdes en zowaar: ineens werd ik gegrepen door een voor mij totaal onverwachte wending van het verhaal. Helaas is het einde weer errug voorspelbaar...
Conclusie: zeer gemengde gevoelens! Ik wacht dan ook nog maar even met deel 3. Eerst nog deel 2 van Tora uitlezen.
Abonneren op:
Posts (Atom)